3.2.[eisers gezamenlijk] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
a. a) [gedaagde sub 1] met onmiddellijke ingang na betekening van het te dezen te wijzen vonnis voor de duur van (naar de rechtbank begrijpt) de hoofdzaak verbiedt hoofdstuk 6 van het boek, alsmede de passages op de pagina’s 25, 312, 316 en 325 waarin [eiser sub 1] en [eiser sub 2] worden genoemd, alsook het register op pagina 457 verder openbaar te maken en te verveelvoudigen, totdat de rechtbank in de hoofdzaak heeft beslist;
b) [gedaagde sub 1] met onmiddellijke ingang na betekening van het te dezen te wijzen vonnis voor de duur van (naar de rechtbank begrijpt) de hoofdzaak verbiedt het boek en door [gedaagde sub 1] in en tegenover de media aan het adres van eisers geuite beschuldigingen te herhalen en/of verder te verspreiden, en [gedaagde sub 1] verbiedt [eiser sub 1] te omschrijven als een sekte en een dekmantel voor manipulatie waarvan de boeken niet zouden kloppen en [eiser sub 2] te omschrijven als een psychopaat en/of wolf in schaapskleren en/of een briljant manipulator en/of brainwasher die met meerdere van zijn medewerkers tegelijkertijd seksuele relaties zou hebben en/of geen psychologie zou hebben gestudeerd en/of zich ten onrechte een GZ-psycholoog zou noemen, totdat de rechtbank in de hoofdzaak heeft beslist;
c) het onder a) en/of b) gevorderde toe te wijzen op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding, te betalen per dag, een gedeelte van de dag daaronder begrepen dat een overtreding voortduurt, door degene die dit verbod overtrad;
d) [gedaagde sub 1] veroordeelt om met onmiddellijke ingang na betekening van het te dezen te wijzen vonnis voor de duur van (naar de rechtbank begrijpt) de hoofdzaak op de website [website] en het Facebookaccount “ [facebookaccount] ”, de navolgende tekst te publiceren:
RECHTZETTING
Enkele maanden geleden is in de media mede door mijn toedoen een zeer negatief beeld ontstaan van het Zeeuwse trainings- en coachingsbureau [eiser sub 1] en haar directie.
In een definitief door mij ingetrokken hoofdstuk van het boek ‘ [boek] ’ heb ik deze organisatie zonder toepassing van hoor en wederhoor en op grond van enkele al jaren met [eiser sub 1] in conflict staande, niet objectieve bronnen ten onrechte gekwalificeerd als een sekte en beschuldigd van o.a. manipulatie en financiële uitbuiting van haar cliënten.
De Rechtbank Amsterdam heeft in haar vonnis van [DATUM] geoordeeld dat deze beschuldigingen onrechtmatig zijn, onder meer nu [eiser sub 1] daarmee op lichtvaardige wijze verdacht is gemaakt. De rechtbank heeft mij daarom tot deze rechtzetting veroordeeld.
alsook naar deze op voornoemd Facebookaccount te plaatsen rectificatie door te linken via het Twitteraccount [twitteraccount] ;
e) [gedaagde sub 1] veroordeelt om binnen 3 werkdagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis tot het op zo kort mogelijke termijn plaatsen van een leesbare advertentie op pagina 3 van de papieren editie van dagblad De Telegraaf, bevattende de volledige onder d) genoemde rectificatie, alsmede veroordeelt vanaf die datum tot het plaatsen van een leesbare advertentie op de homepage van het openbaar toegankelijke deel van de website van De Telegraaf (www.telegraaf.nl), die voor de duur van 1 week zo hoog mogelijk in het rechts bovenin op deze website voor advertenties bestemde kader geplaatst dient te worden;
f) het onder d) en/of e) gevorderde toewijst op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per overtreding, te betalen per dag, een gedeelte van de dag daaronder begrepen dat een overtreding voortduurt, door degene die dit verbod overtrad;
[eisers gezamenlijk] vordert alles met veroordeling van [gedaagde sub 1] in de kosten van het incident.