Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
inde schep de tekst. Begripsmatig stemmen de merken overeen in die zin dat het in beide gevallen gaat om een pizza-schep met daarin vermeld een naam voor degene die de pizza maakt. De wijze waarop de vormgeving gestalte heeft gekregen verschilt echter ook: de schep van Pizzabakkers (het gedeponeerde beeldmerk) staat rechtop (verticaal), is maar half omlijnd en heeft woorden in de omlijning verwerkt, terwijl die van [gedaagden] horizontaal is afgebeeld, geheel omlijnd is en geen woorden in de omlijning heeft verwerkt. Van auditieve overeenstemming (voor zover bij een beeldmerk aan de orde) is, behoudens het (niet beschermde) woord “Pizza” geen sprake. In het logo van Pizzabakkers staat immers: ‘De Pizzabakkers’, met als bijschrift: ‘Pizza & Prosecco’ en in dat van [gedaagden] : ‘De [tekst] ’, met als bijschrift: ‘ [bijschrift] ’. Ook de vormgeving van de letters is verschillend, zij het dat in beide gevallen robuuste letters worden gehanteerd, die met name de laatste tijd nogal in de mode lijken te zijn en daarom een hoge mate van onderscheidend vermogen ontberen. Kortom er is wel een zekere mate van overeenstemming, maar deze is beperkt van aard. De stelling van Pizzabakkers dat de logo’s bij de consument dezelfde totaalindruk zou achterlaten is dan ook discutabel.