ECLI:NL:RBAMS:2017:7039
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een gebiedsverbod opgelegd door de burgemeester van Amsterdam aan een man wegens overlast in het centrum
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 september 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een man, aangeduid als verzoeker, die door de burgemeester van Amsterdam een gebiedsverbod was opgelegd voor de duur van drie maanden. Dit verbod was ingesteld omdat de verzoeker overlast had veroorzaakt in het overlastgebied Centrum. De burgemeester had op 5 september 2017 besloten om het gebiedsverbod op te leggen, na eerdere incidenten waarbij de verzoeker al eerder verwijderingsbevelen had ontvangen. De verzoeker was het niet eens met dit besluit en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 19 september 2017 werd het verzoek behandeld. De verzoeker voerde aan dat het onbegrijpelijk was dat hem opnieuw een gebiedsverbod werd opgelegd, terwijl hij zich had gehouden aan een eerder 24-uurs verbod. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de burgemeester op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bevoegd was om het gebiedsverbod op te leggen, gezien de eerdere overtredingen van de verzoeker. De voorzieningenrechter benadrukte dat een gebiedsverbod en een ongewenstverklaring juridisch verschillende zaken zijn en dat de burgemeester ook maatregelen kan treffen tegen ongewenstverklaarde vreemdelingen om de openbare orde te handhaven.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester voldoende rekening had gehouden met de belangen van de verzoeker, maar dat deze niet opwogen tegen de noodzaak van het gebiedsverbod. De verzoeker had de mogelijkheid om een corridor aan te vragen als hij medische zorg nodig had in het overlastgebied. Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af, met de overweging dat het bestreden besluit naar verwachting stand zal houden in de bezwaarprocedure. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd geen rechtsmiddel tegen deze beslissing open gesteld.