Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
JUNGFRAUBAHNEN MANAGEMENT AG,
WENGERNALPBAHN AG,
1.De procedure
- het vonnis in incident van 14 september 2016 met de daarin vermelde processtukken,
- het tussenvonnis van 28 september 2016 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 29 maart 2017 met de daarin vermelde processtukken,
- het bericht ter rolle van 29 maart 2017 waarbij [eiser] productie 39 (cd-rom met op 29 maart 2017 op de comparitie gebruikte foto’s) heeft overgelegd,
- de brief van 5 april 2017 van de zijde van [eiser] met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de brief van 7 april 2017 van de zijde van gedaagden met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de brief van 10 april 2017 van de zijde van gedaagden met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de akte na comparitie van 10 mei 2017 van de zijde van gedaagden met producties,
- het bericht ter rolle van 22 mei 2017 waarbij gedaagden de vertaling van het expertiserapport van [naam] hebben overgelegd,
- de akte uitlating producties van 7 juni 2017 van de zijde van [eiser] ,
- de antwoordakte van 19 juli 2017 van de zijde gedaagden,
- het bericht ter rolle van 2 augustus 2017 van de zijde van [eiser] betreffende een uitlating ex artikel 2.11 procesreglement;
- het bericht ter rolle van 2 augustus 2017 van de zijde van gedaagden waarbij bezwaar is gemaakt tegen de uitlating van [eiser] ex artikel 2.11 procesreglement.
2.De feiten
III. Anlage der Abfahrten
22. Abfahrtsrouten sind in der Mitte zu markieren. Sie können beidseitig begrenzt werden.
rechtbank: punt 2 van het FIS-reglement]
rechtbank: punt 8 van het FIS-reglement]