ECLI:NL:RBAMS:2017:6944
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens poging tot woninginbraak
Op 25 september 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam een verkort vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1997, die werd beschuldigd van poging tot diefstal met braak. De zaak werd behandeld door de meervoudige strafkamer, waarbij het onderzoek plaatsvond op de terechtzittingen van 14 juli en 11 september 2017. De officier van justitie, mr. F.E.A. Duyvendak, heeft de vordering gedaan, en de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. B.E.J. Torny.
De tenlastelegging betrof een poging tot woninginbraak op of omstreeks 1 februari 2017 in Amsterdam. De verdachte zou samen met anderen of alleen hebben geprobeerd om met een breekijzer de voordeur van een woning open te breken, met de intentie om goederen of geld weg te nemen die toebehoorden aan een ander. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de zaak. Er waren geen redenen voor schorsing van de vervolging.
Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden. Zowel de officier van justitie als de raadsvrouw waren van mening dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten. Dit vonnis is uitgesproken door de voorzitter, mr. G.P.C. Janssen, en de rechters mrs. W.M.C. van den Berg en E. Dinjens, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. Nieuwenhuijs.