ECLI:NL:RBAMS:2017:6795

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 september 2017
Publicatiedatum
20 september 2017
Zaaknummer
C/13/631726 / KG ZA 17-746
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van hoofdaannemer en steigerbouwer voor schade aan werknemer bij bouwproject

In deze zaak vorderde Alimak Hek B.V. een voorschot op schadevergoeding van zowel Kondor Wessels Amsterdam B.V. als Dutch Steigers B.V. naar aanleiding van een bedrijfsongeval waarbij een werknemer van Alimak Hek, [naam 4], ernstig gewond raakte. Het ongeval vond plaats op 17 juni 2016 tijdens werkzaamheden op de bouwplaats van het nieuwbouwproject 'Jongerenhuisvesting Postjesweg' in Amsterdam. Alimak Hek had een lift geplaatst die door een val van een steigerbret van de 10e verdieping op de begane grond in de valzone terechtkwam, wat leidde tot de verwondingen van de werknemer. Alimak Hek erkende aansprakelijkheid en vorderde een voorschot van € 75.000,00 op schadevergoeding, stellende dat zowel Kondor Wessels als Dutch Steigers medeaansprakelijk waren voor de schade door hun nalatigheid in het waarborgen van de veiligheid op de bouwplaats.

Tijdens de zitting op 5 september 2017 voerden beide gedaagden verweer, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat beide partijen hun verplichtingen niet waren nagekomen. De rechter concludeerde dat de aansprakelijkheid van Kondor Wessels en Dutch Steigers voor de schade van [naam 4] aannemelijk was, en dat zij ieder voor een derde deel moesten bijdragen aan de schadevergoeding. De rechter wees de vordering van Alimak Hek toe, waarbij beide gedaagden werden veroordeeld tot betaling van € 25.000,00 aan Alimak Hek, en ook hoofdelijk in de proceskosten werden veroordeeld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van aannemers en onderaannemers in de bouwsector met betrekking tot de veiligheid van werknemers en de gevolgen van nalatigheid in het naleven van veiligheidsnormen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/631726 / KG ZA 17-746 MvV/RV
Vonnis in kort geding van 19 september 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALIMAK HEK B.V.,
gevestigd te Tilburg,
eiseres bij dagvaarding van 2 augustus 2017,
advocaat mr. R.S. Ariëns te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KONDOR WESSELS AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. D.C.A. van den Dungen te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DUTCH STEIGERS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. H.M. Kruitwagen te Arnhem.
Partijen zullen hierna Alimak Hek, Kondor Wessels en Dutch Steigers worden genoemd.

1.De procedure

Ter zitting van 5 september 2017 heeft Alimak Hek gesteld en gevorderd overeenkomstig de aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Kondor Wessels en Dutch Steigers hebben ieder verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht. Na verder debat hebben zij verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
  • dhr. [naam 1] , general manager Alimak Hek,
  • mr. Ariëns, voornoemd,
  • dhr. [naam 2] , directeur Dutch Steigers,
  • mr. Kruitwagen, voornoemd,
  • dhr. [naam 3] , veiligheidsdeskundige Kondor Wessels,
  • mr. van den Dungen voornoemd,
  • dhr. [naam 4] met zijn partner.

2.De feiten

2.1.
Kondor Wessels is als hoofdaannemer betrokken bij het 13 etages hoge nieuwbouwproject “Jongerenhuisvesting Postjesweg” te Amsterdam. Voor de benodigde vaste (gevel)steiger heeft Kondor Wessels een onderaannemingsovereenkomst gesloten met Dutch Steigers. Voor twee personen- en goederenliften, alsmede voor hefsteigers is Alimak Hek in onderaanneming ingeschakeld.
2.2.
Een van de personen- en goederenliften (verder: de lift) van Alimak Hek is in de beginfase van de bouw in een kooi tegenover de vaste steiger van Dutch Steigers opgebouwd. De lift diende om personen en bouwmaterialen via de vaste steiger van- en naar de in aanbouw zijnde 13 etages te vervoeren. Links van de lift (en de vaste steiger) bevond zich een hefsteiger van Alimak Hek .
2.3.
Op de begane grond is tussen de vaste steiger en de lift aan de linkerkant en de hefsteiger aan de rechterkant een zogenaamde valzone ingericht. De toegang tot deze valzone was gedeeltelijk afgezet.
De heer [naam 4] , werknemer van Alimak Hek, heeft ter zitting het volgende verklaard. Op 17 juni 2016 verrichtte hij werkzaamheden op de hefsteiger op de 10e verdieping. Op zeker moment heeft hij via de aanbouw en de vaste steiger de lift naar de begane grond genomen. Hij heeft zich in de valzone begeven. [naam 5] , als zzp-er ingeschakeld door [naam 6] van [bedrijf] , opdrachtnemer van Dutch Steigers, verrichte op dat moment werkzaamheden aan de vaste steiger op de 10e verdieping. Hij bracht een rooster (een steigerbret) aan tussen de vaste steiger en de liftschacht. Dit rooster (2,5 meter lang en 21 kilogram zwaar) is uit de handen van [naam 5] gegleden en van de 10de etage op de begane grond in de valzone links naast de lift en vaste steiger gevallen, precies op de plek waar [naam 4] op dat moment stond. Op de 10e etage van de vaste steiger was nog geen vangnet of andere vangconstructie aangebracht.
2.4.
[naam 4] is ernstig gewond geraakt. Alimak Hek heeft aansprakelijkheid erkend. Op grond van de geldende wet- en regelgeving is Alimak Hek gehouden het volledige loon van [naam 4] voor een periode van 2 jaar door te betalen, waaronder ook de inkomsten uit overwerk die [naam 4] in de jaren voor het bedrijfsongeval heeft genoten. Daarnaast is Alimak Hek gehouden andere kosten die [naam 4] moet maken als gevolg van het bedrijfsongeval te vergoeden aan [naam 4] .
2.5.
De Arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW heeft het ongeval en de bouwlocatie onderzocht. De inspecteur heeft op 8 november 2016 een boeterapport opgesteld, waarbij [naam 6] als overtreder is aangemerkt. Op dit rapport wordt in de beoordeling nader ingegaan.
2.6.
Partijen hebben aanvankelijk in gezamenlijk overleg besloten, vooruitlopend op de verdere schadeafwikkeling, een fonds op te richten voor de vergoeding van de schade die [naam 4] heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van het bedrijfsongeval. Gedaagden zijn op dat besluit in het voorjaar van 2017 teruggekomen.

3.Het geschil

3.1.
Alimak Hek vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, primair Kondor Wessels en Dutch Steigers hoofdelijk, subsidiair Kondor Wessels dan wel Dutch Steigers, te veroordelen tot betaling van een voorschot op schadevergoeding van € 75.000,00, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, en de kosten van dit geding.
3.2.
Alimak Hek stelt daartoe – kort gezegd – dat sprake is van blijvend letsel bij [naam 4] waardoor hij niet meer “buiten” kan werken en op dit moment twijfelachtig is of hij passend werk zal vinden in de toekomst. Alimak Hek lijdt vermogensschade omdat zij het loon van [naam 4] dient door te betalen. Verder is Alimak Hek aansprakelijk voor juridische kosten die [naam 4] heeft gemaakt en zal maken. Kondor Wessels en Dutch Steigers zijn medeaansprakelijk voor de door Alimak Hek geleden en te lijden schade. Dutch Steigers heeft in onvoldoende mate voorzieningen aangebracht en Kondor Wessels heeft daarop onvoldoende toezicht gehouden, zoals volgt uit het boeterapport van de inspecteur SZW, aldus steeds Alimak Hek.
3.3.
Kondor Wessels voert verweer.
3.4.
Dutch Steigers voert verweer.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De gevorderde voorziening strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering is in kort geding slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is. Bij de afweging van de belangen van partijen wordt mede betrokken het risico dat niet kan worden terugbetaald, in het geval de veroordeling in kort geding geen stand houdt.
4.2.
In de dagvaarding is als eisende partij ‘Alimak B.V.’ genoemd. Dit is een niet bestaande rechtspersoon. Alimak Hek heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat in de partijnaam abusievelijk het woord Hek is weggevallen, en dat met ‘Alimak’ is bedoeld Alimak Hek. Het betreft een eenvoudige verschrijving. Dat gedaagden door deze fout in hun verdediging zijn geschaad is niet gesteld of gebleken. Voorzover partijen een beroep hebben willen doen op nietigheid van de dagvaarding wordt dat beroep verworpen.
4.3.
Het geschil tussen partijen hangt samen met de vraag naar de aansprakelijkheid van ieder van de partijen voor de schade als gevolg van het bedrijfsongeval. Aan de orde is of Kondor Wessels en/of Dutch Steigers uit hoofde van onrechtmatige daad aansprakelijk zijn voor de schade van [naam 4] en zo ja, of zij verplicht kunnen worden om bij te dragen aan de door Alimak Hek reeds aan [naam 4] betaalde en nog te betalen (voorschotten op) de schade. De door de Inspecteur van de Inspectie SZW vastgestelde feiten in het kader van het opgestelde boeterapport van 8 november 2016 vormen in dit kort geding uitgangspunt voor die beoordeling.
4.4.
Dutch Steigers heeft ter afwering van haar aansprakelijkheid gewezen op het in haar opdracht opgemaakte rapport van To The Point (TTP). De aan dat rapport ten grondslag gelegde feiten sluiten op belangrijke onderdelen niet aan bij het onderzoek van de Inspecteur. Voorshands is er geen aanleiding te twijfelen aan de door de Inspecteur beschreven gang van zaken. Aan het rapport van To The Point en het verweer van Dutch Steigers dat daarop is gebaseerd zal worden voorbijgegaan.
Voor zover discussie bestaat over wat de diverse betrokkenen, waaronder [naam 7] , [naam 8] en [naam 1] hebben waargenomen, en welke conclusies over de aansprakelijkheid daaruit kunnen worden getrokken, zal dit thans eveneens grotendeel buiten beschouwing blijven. Voor een nader feitenonderzoek is in kort geding geen plaats.
4.5.
De Arbeidsinspecteur heeft vastgesteld dat op de bouwplaats in strijd is gehandeld met het bepaalde in artikel 10 Arbeidsomstandighedenwet, dat in dit specifieke geval nader wordt ingekleurd door de Richtlijn Steigers. Hoofdstuk 4.6 van die Richtlijn betreft het aanbrengen van vangvoorzieningen, overkappingen en veiligheidszones bij steigers ter voorkoming van gevaar voor personen. Dutch Steigers was als opdrachtnemer voor de plaatsing en instandhouding van de vaste (gevel)steiger verantwoordelijk. Uit dien hoofde diende zij de Richtlijn Steigers in acht te nemen. Dutch Steigers heeft onder meer ter uitvoering van die verplichting een Veiligheid en Gezondheid plan (verder: V&G-plan) opgesteld waarin is opgenomen dat ter voorkoming van het vallen van voorwerpen juiste hijsmiddelen worden ingezet en afzettingen worden geplaatst. Ook is een eigen toezichthouder aangesteld die de controle op de naleving van de voorschriften diende uit te voeren.
4.6.
Kondor Wessels heeft zich als hoofdaannemer in haar VGM-plan de veiligheid van personen op de bouwplaats aangetrokken. In dat plan, dat ook aan Dutch Steigers en Alimak is verstrekt, heeft zij op pagina 4 uitdrukkelijk opgenomen dat zij een eigen zorgplicht heeft op de projecten in uitvoering betreffende het voorkomen van ongevallen, incidenten en persoonlijk letsel. Op pagina 23 onder het kopje VGM taken en verantwoordelijkheden is dit onder punt 6, 7 en 8 verder uitgewerkt. Hieruit kan worden afgeleid dat Kondor Wessels de zorg op zich nam dat de uitvoering van de werkzaamheden verliep volgens de in de deelplannen, wet- en regelgeving gestelde eisen, dat zij toezicht hield op de naleving van die verplichtingen, en dat zij de arbeidsomstandigheden wenste te bewaken en coördineren van iedereen die zich op de bouwplaats begeeft, ook van andere personen dan de eigen werknemers. Het toezicht op de uitvoering van het VGM plan werd uitgeoefend door een door Kondor Wessels aangestelde coördinator en een uitvoerder.
4.7.
Uit het Inspectierapport kan voorshands het volgende worden afgeleid. Op de plaats waar het steigerbret [naam 4] op de begane grond heeft geraakt bevond zich een valzone, een gebied dat zowel door Dutch Steigers als Alimak geheel had moeten worden afgezet. Uit foto 4 in bijlage 2 van het inspectierapport blijkt dat tussen de lift en de steigerpaal van Dutch Steigers op de begane grond een opening zat die zodanig breed was dat een persoon, komende vanuit de lift linksom, zonder belemmering de valzone kon betreden. Duidelijk is ook dat de controleurs van zowel Kondor Wessels als Dutch Steigers de opening niet hebben opgemerkt, althans geen maatregelen hebben genomen om de opening te laten afdichten. Uit het inspectierapport blijkt verder dat door Dutch Steigers geen opdracht is gegeven om een vangbeveiliging op hoogte aan te brengen, althans een voorziening die het vallen van het steigerbret van de 10e verdieping naar de begane grond had kunnen verhinderen. Ter zitting is aangevoerd dat een steigernet op een etage pas kan worden aangebracht als de steiger op die verdieping is opgebouwd. Dit is begrijpelijk, maar verklaart niet waarom tijdens de opbouw van de steiger geen passende tijdelijke andere voorziening kon worden getroffen, zoals zekering van het steigerbret, al dan niet middels de inzet van een hijsmiddel, dan wel het (tijdelijk) aanbrengen van een extra vangnet op een lager gelegen verdieping. Zowel Dutch Steigers als de toezichthouders van Kondor Wessels hadden dit valgevaar van onderdelen van de steiger in aanbouw moeten constateren en passende maatregelen moeten treffen/verlangen.
4.8.
Kondor Wessels heeft een beroep gedaan op de vrijwaringsbepaling in haar algemene voorwaarden. Voorshands gaat dat beroep echter niet op. Kondor Wessels heeft een eigen zorgplicht geschonden. Tegen de gevolgen daarvan kan Alimak Hek haar niet vrijwaren.
4.9.
Ook Alimak Hek treft een zelfstandig verwijt. Zij heeft als werkgever de plicht te allen tijde zorg te dragen voor de veiligheid van haar werknemer. Ook zij had moeten constateren dat de valzone niet geheel was afgezet en geen vangvoorziening op hoogte was aangebracht. Daarnaast is niet duidelijk of zij [naam 4] voldoende heeft geïnstrueerd teneinde een ongeluk als het onderhavige te voorkomen.
4.10.
Uit het bovenstaande volgt dat Kondor Wessels en Dutch Steigers hun verplichtingen uit hun V&G plannen niet hebben nageleefd. Die plannen waren mede gericht op het voorkomen van het risico van letsel door vallende voorwerpen. Op voorhand is voldoende aannemelijk dat de bodemrechter Kondor Wessels en Dutch Steigers wegens schending van een wettelijke- dan wel zorgvuldigheidsnorm, uit hoofde van onrechtmatige daad mede aansprakelijk zal houden voor het ontstaan van het ongeval. Zij handelen tevens jegens Alimak Hek onrechtmatig door niet bij te dragen aan de voorschotten op de schade die Alimak Hek als gevolg van het bedrijfsongeval tot nu toe aan [naam 4] heeft moeten vergoeden en naar verwachting nog zal moeten vergoeden.
4.11.
Over de exacte verdeling van de aansprakelijkheid van Kondor Wessels, Dutch Steigers en Alimak Hek zal in een bodemprocedure nader debat en onderzoek kunnen plaatsvinden. Vooralsnog komt redelijk voor dat iedere partij voor een derde deel moet bijdragen aan de betalingen aan [naam 4] . Kondor Wessels en Dutch Steigers hebben de begrote omvang van die betalingen onvoldoende gemotiveerd betwist. Onder de gegeven omstandigheden kan van Alimak Hek redelijkerwijs niet worden verwacht dat zij alle betalingen, op dit moment voornamelijk doorbetaling van het loon van [naam 4] , voorfinanciert. Zij heeft dus een spoedeisend belang bij de gevorderde voorlopige voorziening. Van een restitutierisico bij Alimak Hek is onvoldoende gebleken. De daarop gerichte verweren van Kondor Wessels en Dutch Steigers zijn gebaseerd op aannames en niet op concrete aanwijzingen waaruit een restitutierisico bij Alimak Hek kan worden afgeleid. De vordering zal worden toegewezen zoals hierna is bepaald. Kondor Wessels en Dutch Steigers zullen ieder worden veroordeeld tot betaling van € 25.000,- waarbij ervan wordt uitgegaan dat Alimak Hek voor 1/3e deel van de betalingen verantwoordelijk is. De gevorderde hoofdelijke veroordeling zal gelet op het voorgaande worden afgewezen.
4.12.
Kondor Wessels en Dutch Steigers zullen als grotendeels in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld, aan de zijde van Alimak Hek tot op heden begroot op:
- explootkosten
90,00
- griffierecht
618,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal
€ 1.524,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Kondor Wessels en Dutch Steigers tot betaling aan Alimak Hek van een voorschot op schadevergoeding aan [naam 4] van een bedrag van ieder € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro),
5.2.
veroordeelt Kondor Wessels en Dutch Steigers hoofdelijk in de proceskosten van dit geding, aan de zijde van Alimak Hek tot op heden begroot op € 1.524,00,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
5.4.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. van der Veen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. R. Verloo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2017. [1]

Voetnoten

1.type: RERV