In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 4 september 2017, betreft het een vordering tot overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Stuttgart State Prosecutor’s Office. De vordering is ingediend door de officier van justitie op 13 juni 2017 en betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en heeft de procedure heropend om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Dit is gedaan in het licht van recente arresten van het Hof van Justitie, die relevant zijn voor de toetsing aan artikel 12 van de Overleveringswet (OLW) met betrekking tot de herroeping van de opschorting van straffen. De rechtbank heeft partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten in te nemen over deze vragen en heeft het onderzoek geschorst om hen in staat te stellen te reageren. De rechtbank heeft ook aangegeven dat als partijen een nadere behandeling ter zitting wensen, dit zal plaatsvinden in de week van 18 september 2017. De beslissing om prejudiciële vragen te stellen schort de termijn voor uitspraak op, zoals bedoeld in artikel 22, derde lid, OLW.