Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[adres] , [woonplaats] .
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. M.F. Zaagsma, en van hetgeen de gemachtigd raadsman van verdachte, mr. F.J.E. Hogewind naar voren heeft gebracht.
2.Tenlastelegging
22 maart 2015 te Diemen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (in/uit een woning) heeft weggenomen een of meer (akten)tas(sen) en/of een of meer jas(sen) en/of een of meer paar schoenen/laars(zen) en/of een of meer horloge(s) en/of een of meer siera(a)den) en/of een of neer munt(en) (guldens) en/of biljet(ten) (guldens) en/of een of meer postzegel(s) (postzegelverzameling) en/of een herdenkingsmunt en/of een (kunst)beeld en/of een vulpen en/of een geldbedrag van (ongeveer) 400 euro en/of een of meer sleutel(s) (waaronder (onder meer) de auto-/reservesleutel(s) van een of meer personenauto’s) (merk Audi, kenteken [kenteken] en/of merk Opel Astra, kenteken [kenteken] ) en/of een personenauto (merk Audi, kenteken [kenteken] ) en/of een kentekenbewijs (behorende bij de personenauto met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
[slachtoffer 1] , omdat voor dit feit onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig is.
4 april 2017 (ECLI:HR:2017:584) zo verstrekkend dat een min of meer compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van verdachte zodat dit onderzoek niet kon worden gebaseerd op onder meer artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering. Het resultaat van dit onderzoek, te weten de conclusie dat verdachte de gebruiker is van deze telefoon, dient dan ook van het bewijs te worden uitgesloten.
de rechtbank begrijpt: 23 maart 2015) om 00.20 uur een voertuig, te weten een zilvergrijze Mercedes met kenteken [kenteken] aan een controle op grond van de Wegenverkeerswet 1994 wilden onderwerpen. Zij hebben de bestuurder, naar later bleek verdachte, laten stoppen en vervolgens diens rijbewijs gevorderd. Omdat de bijrijder een joint in zijn hand had, is van hem op grond van de Politiewet het identiteitsbewijs gevorderd. Terwijl de bijrijder hiernaar zocht, zagen verbalisanten in zijn rechterjaszak een klein model
Zip-bagzitten. Een dergelijk zakje pleegt veelvuldig te worden gebruikt voor het vervoeren van verdovende middelen. Verbalisant hoorde na telefonisch overleg met collega’s van het Real Time Intelligence Centre dat verdachte in 2013 tot tweemaal toe genoemd werd als verdachte van het vervaardigen van softdrugs.
zip-bagen de aanwezigheid van verdachte bij een vermoedelijke wietplantage in oktober 2013 onvoldoende zijn voor het ontstaan van een redelijk vermoeden dat verdachte en/of zijn bijrijder zich ten tijde van de verkeerscontrole schuldig maakten aan overtreding van de Opiumwet. Gelet hierop was doorzoeking van de auto niet rechtmatig en is sprake van een onherstelbaar vormverzuim.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte]daarvoor strafbaar.
gevangenisstraf van negen (9) maanden.
een gedeelte, groot drie (3) maanden, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.