In deze zaak verzoekt een man om matiging van de boete die hij verschuldigd is omdat hij afziet van de aankoop van een woning. De kantonrechter oordeelt dat de man de verkoper van de woning de volle boete van ruim 14.000 euro moet betalen, zoals vastgelegd in de koopovereenkomst. De man had op 28 juli 2016 een koopovereenkomst gesloten met financieringsvoorbehoud, maar kon de woning niet afnemen omdat zijn hypotheekaanvraag werd afgewezen. De man stelt dat er sprake is van overmacht, omdat hij zijn vrouw zou gaan scheiden, maar deze scheiding ging niet door. De rechter oordeelt dat de man zelf verantwoordelijk is voor zijn beslissing om een tweede hypotheekaanvraag te doen en dat hij had moeten voorzien dat dit gevolgen zou hebben voor zijn eerdere hypotheekaanvraag. De rechter wijst de vorderingen van de man af en veroordeelt hem in de proceskosten.