Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- dagvaarding van 19 januari 2017 met producties;
- antwoord met producties;
- mondeling aanvullend antwoord;
- instructievonnis;
- repliek met producties;
- dupliek met producties;
- akte uitlating producties van Direct Pay ;
- dagbepaling vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Vordering en verweer
a. € 123,50 aan hoofdsom;
b. € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 0,92 aan rente vanaf de vervaldata van de facturen;
d. rente over € 123,50 vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van voldoening;
e. de proceskosten.
Beoordeling
,[naam] ,19 september 2013, C‑435/11) dient deze sanctie doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend te zijn. In dit geval komt het in overeenstemming met deze jurisprudentie juist voor om de overeenkomst op basis van artikel 6:193j lid 3 BW partieel te vernietigen in die zin dat [gedaagde] alsnog de gelegenheid heeft om zijn abonnement tussentijds op te zeggen, Tussen partijen staat vast dat hij dit bij brief van 7 juni 2016 heeft gedaan. Dat leidt ertoe dat de overeenkomst per juli 2016 is geëindigd. Dat brengt ook mee dat de opzegging van T-Mobile van latere datum rechtsgevolg mist en de door T-Mobile in verband met die beëindiging in rekening gebrachte schadevergoeding door [gedaagde] niet verschuldigd is. Wel dient [gedaagde] vanzelfsprekend tot aan de datum van opzegging de abonnementskosten en gebruikskosten te voldoen. Gelet op de hoogte daarvan zoals die uit de facturen blijkt en hetgeen overigens door T-Mobile blijkens de factuur van 14 juni 2016 aan korting aan [gedaagde] is verstrekt, leidt dit tot het oordeel dat [gedaagde] niets meer aan Direct Pay verschuldigd is.