ECLI:NL:RBAMS:2017:6253

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2017
Publicatiedatum
29 augustus 2017
Zaaknummer
6170242 KK EXPL 17-762
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van de koopsom van een defecte motorscooter in kort geding

In deze zaak vorderde een vrouw in kort geding de terugbetaling van het aanschafbedrag van haar Vespa motorscooter, die binnen een jaar defect was geraakt. De vrouw, eiseres, had de motorscooter op 16 juni 2016 gekocht voor € 5.365,50, inclusief BTW, met een garantietermijn van twee jaar. Na verschillende onderhoudsbeurten en een defect op 19 juni 2017, waarbij de motor plotseling uitviel, vorderde zij bij de rechtbank een voorziening. Eiseres stelde dat zij een spoedeisend belang had bij haar vordering, omdat zij hoogzwanger was en afhankelijk was van een vervoersmiddel voor haar werk als advocaat. De gedaagde partij, de verkoper van de motorscooter, betwistte echter de spoedeisendheid van de vordering en stelde dat eiseres geen recht had op terugbetaling, omdat zij geen toestemming had gegeven voor verder onderzoek naar de oorzaak van het defect. Tijdens de zitting op 22 augustus 2017 werd het standpunt van beide partijen toegelicht, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat eiseres onvoldoende feiten had aangedragen om aan te tonen dat er sprake was van een spoedeisend belang. De vordering werd afgewezen, en eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij. De uitspraak vond plaats op 29 augustus 2017.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 6170242 KK EXPL 17-762
vonnis van: 29 augustus 2017

vonnis van de kantonrechterkort geding

I n z a k e

[eiseres]

wonende te [woonplaats]
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. W.H. Boomstra
t e g e n
[gedaagde]
gevestigd te [plaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. J.S. de Jong.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 25 juli 2017, met producties, heeft [eiseres] een voorziening gevorderd.
Ter terechtzitting van 22 augustus 2017 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eiseres] is in persoon verschenen, vergezeld door de gemachtigde. [gedaagde] is verschenen in persoon, vergezeld door de gemachtigde. [gedaagde] heeft op voorhand stukken in het geding gebracht. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht, [gedaagde] aan de hand van een pleitnota. Na verder debat en een niet geslaagde schikkingspoging, is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
1.1.
[eiseres] heeft op 16 juni 2016 bij [gedaagde] een nieuwe motorscooter van het merk Vespa GTS 259 met toebehoren gekocht voor de koopsom van € 5.365,50 inclusief BTW met een garantietermijn van twee jaar.
1.2.
Omstreeks 24 september 2016 heeft [eiseres] de motorscooter voor de 1000 km beurt naar [gedaagde] gebracht. Hierbij is de motorolie ververst.
1.3.
Omstreeks 26 oktober 2016 is de motorscooter opnieuw aan [gedaagde] aangeboden als gevolg van een val van [eiseres] met de motorscooter op de linkerzijde. De standaard diende te worden rechtgezet en krassen op de linkerzijkap dienden te worden bijgelakt. Tevens zijn de banden verwisseld voor winterbanden.
1.4.
In april/mei 2017 heeft [eiseres] de motorolie bijgevuld aangezien het indicatielampje ging branden. In het weekend van 17/18 juni 2017 is dat lampje opnieuw gaan branden, zij het niet continu. Dit bij een kilometerstand van 5137 km.
1.5.
Op 19 juni 2017 is de motor tijdens het rijden plotseling uitgevallen. Na telefonisch overleg met [gedaagde] heeft [eiseres] te horen gekregen dat de motorscooter door [gedaagde] kon worden opgehaald maar dat een reparatie ten gevolge van te weinig motorolie niet onder de garantie valt en deze ongeveer € 1.500 zal gaan bedragen.
1.6.
De motorscooter staat sindsdien bij [gedaagde] . [eiseres] heeft geen toestemming gegeven tot onderzoek van de motorscooter naar de oorzaak van het uitvallen.
1.7.
Bij brief van 4 juli 2017 heeft de gemachtigde van [eiseres] de koopovereenkomst buitengerechtelijke vernietigd op grond van non-conformiteit en terugbetaling van de aankoopsom gevorderd. [gedaagde] heeft zich verzet tegen deze vernietiging van de overeenkomst.

Vordering

2. [eiseres] vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld zal worden tot betaling van:
  • € 5.365,50 bij wijze van terugbetaling van de koopsom, vermeerderd met de wettelijke rente per 22 juni 2017;
  • een schadevergoeding van € 100,00 per dag met ingang van 22 juni 2017 vanwege de onkosten voor vervangend vervoer;
  • de proceskosten.
Ten aanzien van de spoedeisendheid
3. [eiseres] stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de vordering aangezien zij na betaling van [gedaagde] aan haar een nieuw geschikt vervoersmiddel kan aanschaffen. Bovendien is [eiseres] hoogzwanger en lijdt zij schade doordat zij voor haar werk als advocaat genoodzaakt is om met regelmaat van een taxidienst gebruikt te maken. Deze schade zal in afwachting van een bodemprocedure zeer hoog oplopen, hetgeen voor beide partijen onwenselijk is.

Verweer

4. [gedaagde] voert aan dat [eiseres] geen spoedeisend belang heeft bij de vordering nu dit betaling van een geldsom betreft, waaronder de kosten van vervangend vervoer. [gedaagde] stelt bovendien dat zij vervangend vervoer heeft aangeboden voor de duur van de reparatie en voor de duur van een uit te voeren onderzoek.
Nu [eiseres] weigert toestemming te geven voor verder onderzoek is zij zelf debet aan de ontstane impasse en daarmee de thans kennelijk gevoelde spoed. Niet gebleken is dat van [eiseres] niet kan worden gevergd dat zij een bodemprocedure afwacht.

Beoordeling

5. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiseres] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
6. De gevorderde voorzieningen strekken tot betaling van geldsommen. Voor toewijzing van een dergelijke vordering is in kort geding slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is.
7. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zijn in het onderhavige geval onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld of gebleken om te kunnen concluderen dat [eiseres] bij haar vordering een spoedeisend belang heeft in de hiervoor bedoelde zin. Partijen zijn in geschil over een tekortkoming in de nakoming van een koopovereenkomst. In dat kader worden vooruitlopend op de bodemprocedure, geldbedragen gevorderd. [eiseres] heeft in dit verband niets anders aangevoerd dan dat zij geen geld heeft om een ander vervoermiddel te kopen en kosten maakt voor vervangend vervoer. Dit is op zichzelf onvoldoende om spoedeisend belang aan te nemen.
Dat een bodemprocedure volgens [eiseres] meer tijd kost en zij dan hogere schade lijdt, zegt niets over de spoedeisendheid van de vordering zelf.
heeft geen bijkomende feiten of omstandigheden gesteld die tot het oordeel zouden kunnen leiden dat er in dit concrete geval wel sprake is van een spoedeisend belang.
8. Nu de kantonrechter tot de conclusie komt dat [eiseres] geen spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen zullen deze worden afgewezen.
9. Gelet hierop behoeven de overige standpunten van partijen geen nadere bespreking.
10. [eiseres] dient als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten te worden belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. I.H.J. Konings, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 augustus 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.