Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
- van een voorwerp, te weten een geldbedrag van € 47.088,71, althans enig geldbedrag de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats heeft verborgen en/of verhuld, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf en/of
- een of meer voorwerp(en), te weten een auto ( [automerk 1] ) (met verborgen ruimte) en/of een geldbedrag van € 47.088,71 en/of € 17.282,11 en/of € 3900,
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
- tezamen en in vereniging met een ander, van een geldbedrag van € 47.088,71, de werkelijke aard en de herkomst heeft verhuld, voorhanden gehad, van dat geldbedrag gebruik heeft gemaakt,
- een voorwerp, te weten een auto ( [automerk 1] ), heeft verworven, voorhanden gehad en van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt,
- een geldbedrag van € 17.282,11 en € 2.989,02, heeft omgezet en/of van die geldbedragen gebruik heeft gemaakt,
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Beslag
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
‘medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd’.
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd’en
‘witwassen, meermalen gepleegd’.
gevangenisstraf van 36 (zesendertig) maanden.
12 (twaalf) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.