ECLI:NL:RBAMS:2017:5949

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 augustus 2017
Publicatiedatum
16 augustus 2017
Zaaknummer
13/650163
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in overvalzaak met bedreiging en geweld

Op 15 augustus 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van betrokkenheid bij een overval op een restaurant op 13 maart 2017. De rechtbank heeft het verkort vonnis op tegenspraak gewezen, na een zitting op 1 augustus 2017. De officier van justitie, mr. M. al Mansouri, heeft de vordering ingediend, terwijl de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.H. Aalmoes, hun verweer hebben gevoerd. De tenlastelegging omvatte het binnengaan van het restaurant met een bedekt gezicht en het bedreigen van medewerkers met een vuurwapen om geld te eisen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er camerabeelden zijn waarop de overval te zien is, maar dat de handafdruk van de verdachte op de toonbank niet voldoende bewijs levert om zijn betrokkenheid bij de overval te bewijzen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij, een kassamedewerkster van het restaurant, heeft een schadevergoeding geëist, maar deze vordering is niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte is vrijgesproken. Ook de ontnemingsvordering van de officier van justitie is niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft uiteindelijk de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS
Parketnummer: 13/650163-17 + ontneming
Datum uitspraak: 15 augustus 2017
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [BRP-adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

1.1.
Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 augustus 2017.
1.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M. al Mansouri, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.H. Aalmoes, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 13 maart 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer duizend euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan restaurant [naam restaurant] (filiaal [adres] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam persoon 1] (kassamedewerkster van [naam restaurant] , filiaal [adres] ) en/of [naam persoon 2] (shiftmanager van [naam restaurant] , filiaal [adres] ), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- met een (gedeeltelijk) bedekt gezicht het restaurant [naam restaurant] (filiaal [adres] ) is/zijn binnengelopen en/of
- ( vervolgens) een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [naam persoon 1] en/of [naam persoon 2] en/of
- ( daarbij) de woorden "Open de kassa, als je de kassa niet opent dan..." en/of "Doe het geld in de tas" en/of "Geef me meer geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking heeft/hebben toegevoegd;
en/of
hij op of omstreeks 13 maart 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam persoon 1] (kassamedewerkster van [naam restaurant] , filiaal [adres] ) en/of [naam persoon 2] (shiftmanager van [naam restaurant] , locatie [adres] ) te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam restaurant] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- met een (gedeeltelijk) bedekt gezicht het restaurant [naam restaurant] (filiaal [adres] ) is/zijn binnengelopen en/of
- ( vervolgens) een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [naam persoon 1] en/of [naam persoon 2] en/of
- ( daarbij) de woorden "Open de kassa, als je de kassa niet opent dan..." en/of "Doe het geld in de tas" en/of "Geef me meer geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking heeft/hebben toegevoegd;
Subsidiair:
een tot op heden onbekend gebleven manspersoon op of omstreeks 13 maart 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer 1000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan restaurant [naam restaurant] (filiaal [adres] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan die voornoemde tot op heden onbekend gebleven manspersoon en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam persoon 1] (kassamedewerkster van [naam restaurant] , filiaal [adres] ) en/of [naam persoon 2] (shiftmanager van [naam restaurant] , filiaal [adres] ), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat voornoemde tot op heden onbekend gebleven manspersoon en/of zijn mededader(s) en/of verdachte,
- met een (gedeeltelijk) bedekt gezicht het restaurant [naam restaurant] (filiaal [adres] ) is/zijn binnengelopen en/of
- ( vervolgens) een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [naam persoon 1] en/of [naam persoon 2] en/of
- ( daarbij) de woorden "Open de kassa, als je de kassa niet opent dan..." en/of "Doe het geld in de tas" en/of "Geef me meer geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, heeft/hebben toegevoegd,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- samen met voornoemde tot op heden onbekend gebleven manspersoon de [naam restaurant] (filiaal [adres] ) binnen te gaan en/of
- zich samen met voornoemde tot op heden onbekend gebleven manspersoon naar de counter en/of kassa te begeven en/of
- de situatie intimiderend en/of controlerend in de gaten te houden (door met zijn armen op de counter te blijven leunen en/of te kijken naar het leeghalen van de kassa door voornoemde [naam persoon 1] en/of [naam persoon 2] );
en/of
een tot op heden onbekend gebleven manspersoon op of omstreeks 13 maart 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam persoon 1] (kassamedewerkster van [naam restaurant] , filiaal [adres] ) en/of [naam persoon 2] (shiftmanager van [naam restaurant]
, locatie [adres] ) te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam restaurant] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- met een (gedeeltelijk) bedekt gezicht het restaurant [naam restaurant] (filiaal [adres] ) is/zijn binnengelopen en/of
- ( vervolgens) een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [naam persoon 1] en/of [naam persoon 2] en/of
- ( daarbij) de woorden "Open de kassa, als je de kassa niet opent dan..." en/of "Doe het geld in de tas" en/of "Geef me meer geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking heeft/hebben toegevoegd,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door - samen met voornoemde tot op heden onbekend gebleven manspersoon de [naam restaurant] (filiaal [adres] ) binnen te gaan en/of
- zich samen met voornoemde tot op heden onbekend gebleven manspersoon naar de counter en/of kassa te begeven en/of
- de situatie intimiderend en/of controlerend in de gaten te houden (door met zijn armen op de counter te blijven leunen en/of te kijken naar het leeghalen van de kassa door voornoemde [naam persoon 1] en/of [naam persoon 2] );

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het primair en subsidiair ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

Vrijspraak ten aanzien van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde:
Het staat vast dat er op 13 maart 2017 een overval heeft plaatsgevonden op de [naam restaurant] (verder: [naam restaurant] ) aan het [adres] . Op de camerabeelden van de bewuste avond is te zien dat twee personen de winkel binnen komen waarna één van deze personen het personeel, onder bedreiging van een vuurwapen, dwingt om geld uit de kassa te halen. De tweede persoon kijkt, met twee handen leunend op de toonbank, toe hoe de eerste persoon te werk gaat. Deze tweede persoon had daarbij geen handschoenen aan. Op de toonbank is, na onderzoek door de politie, één bruikbare handafdruk gevonden. Uit onderzoek blijkt deze handafdruk van verdachte afkomstig te zijn. Verdachte heeft verklaard dat zijn handafdruk bij een eerder bezoek aan deze [naam restaurant] op de toonbank terecht is gekomen. Omdat hij vlakbij deze vestiging van de [naam restaurant] woont, komt verdachte naar eigen zeggen regelmatig in het restaurant. Hoewel de handafdruk is aangetroffen op het gedeelte van de toonbank waar ook de tweede overvaller met zijn hand heeft geleund, moet de rechtbank rekening houden met de mogelijkheid dat de handafdruk van verdachte op een eerder moment voor de overval op de toonbank is achtergelaten. Uit het dossier blijkt immers niet hoe vaak wanneer en hoe de toonbank voor het laatst door personeel van de [naam restaurant] is gereinigd. Ook is op de camerabeelden te zien dat de tweede overvaller met twee (blote) handen op de toonbank leunt. Op de toonbank is echter slechts één handafdruk gevonden die aan verdachte kan worden gekoppeld. Een tweede afdruk op die plek was niet bruikbaar voor onderzoek. Nu de handafdruk het enige concrete bewijs is waarmee een duidelijke link kan worden gelegd met verdachte, kan op basis van het dossier niet buiten redelijke twijfel vast worden gesteld dat hij de tweede persoon is geweest die op 13 maart 2017 de overval op de [naam restaurant] heeft gepleegd. Weliswaar heeft verdachte op 15 maart 2017 een bericht bekeken op de site van AT5 met betrekking tot de overval, maar dat levert geen ondersteuning van zijn daderschap op, omdat verdachte een buurtbewoner is en ook om die reden belangstelling voor de overval kan hebben gehad. De conclusie moet zijn dat zowel het primair, als het subsidiair ten laste gelegde niet kan worden bewezen.

5.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [naam persoon 2] vordert € 2.000,- aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard omdat verdachte wordt vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten.

6.De ontnemingsvordering

De vordering van de officier van justitie van 4 juli 2017 strekt tot het vaststellen van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en het aan verdachte opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van dat geschatte voordeel tot een bedrag van € 215,-.
De officier van justitie is niet ontvankelijk in haar vordering die strekt tot het ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel omdat verdacht wordt vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten.

7.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Benadeelde partij:
Verklaart de benadeelde partij [naam persoon 2] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Ontnemingsvordering:
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering tot ontneming.
Dit vonnis is gewezen door
mr. K.A. Brunner, voorzitter,
mrs. M.M.L.A.T. Doll en M.T.C. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.J. van der Putte, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 augustus 2017.