Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 juli 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) en H&M Hennes & Mauritz Netherlands B.V. De eiser, die een betalingsachterstand had bij H&M, vorderde de verwijdering van een negatieve BKR-registratie. De betalingsachterstand was ontstaan na zijn werkloosheid in 2014, maar was inmiddels volledig voldaan. De eiser had zijn woning verkocht en was in het proces van het kopen van een nieuwe woning, maar stuitte op problemen bij het verkrijgen van een hypothecaire lening vanwege de negatieve registratie. De voorzieningenrechter oordeelde dat het persoonlijke belang van de eiser bij verwijdering van de registratie zwaarder woog dan het algemeen belang van het BKR om de registratie te handhaven. De rechter wees de vordering van de eiser toe, waarbij het BKR werd veroordeeld om de negatieve coderingen binnen zeven dagen te verwijderen, onder verbeurte van een dwangsom. De kosten van de procedure werden aan het BKR opgelegd.