Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
Ter zitting waren – voor zover van belang – aanwezig [eiser] , mr. Andriessen, [gedaagde sub 1] , [naam 1] van Overamstel en mr. Dikhoff.
2.De feiten
Beste [eiser] , ik probeerde je zojuist te bereiken, maar ik kreeg je niet te pakken. Ik schrijf de biografie van [de wielrenner] . Daarin vertelt hij vrij uitvoerig dat jij hem in contact hebt gebracht met [naam 2] en met hem mee bent gegaan naar Madrid voor de eerste ontmoeting. In het kader van hoor en wederhoor wil ik je de kans geven om erop te reageren. Ben je daarin geïnteresseerd? Met vriendelijke groet, [gedaagde sub 1]
Dit boek is het verhaal van [de wielrenner] . Dit zijn gebeurtenissen van zíjn leven door zíjn ogen. Maar dat wil niet zeggen dat de getuigenissen van [de wielrenner] de enige bron zijn. Het boek is óók tot stand gekomen door talloze uren research. Ik heb de afgelopen jaren gesproken met zoveel mogelijk betrokkenen en verder heb ik het verhaal van [de wielrenner] gecontroleerd aan de hand van rechtbankpapieren en de politiedossiers van Operatie Puerto.Niet iedereen die wordt genoemd in dit boek wilde meewerken. Sommigen reageerden niet op contactpogingen, anderen onthielden zich van commentaar, enkele artsen beriepen zich op hun medisch beroepsgeheim. Anderen herkenden zich niet in de door [de wielrenner] geschetste situaties. [de wielrenner] ’ voormalige manager [eiser] ontkende dat hij [de wielrenner] in contact heeft gebracht met [naam 2] , maar wilde verder niet ingaan op vragen of details. (…)
In het boek worden lichtvaardig ernstige beschuldigingen gedaan, waardoor cliënt in zijn eer en goede naam wordt aangetast. De beschuldigingen vinden geen steun in het beschikbare feitenmateriaal. Cliënt heeft nooit doping gebruikt en is nooit met doping in verband gebracht. Evenmin heeft cliënt [de wielrenner] aangezet tot doping noch dopinggebruik goedgekeurd. Van u als journalist mag worden verwacht dat u een grote mate van terughoudendheid en zorgvuldigheid in acht neemt alvorens u dit soort beschuldigingen publiceert. U heeft dit nagelaten.
Ik begrijp dat u met de heer Dikhoff gesproken hebt de afgelopen week. Tijdens dat gesprek is door de heer Dikhoff voorgesteld om te kijken of een gedetailleerde reactie van de heer [eiser] op te nemen in de epiloog van de volgende druk een mogelijkheid is om tot elkaar te komen en zo bij de rechtbank weg te blijven. De heer [eiser] gaf eerder aan de heer [gedaagde sub 1] aan niet te willen reageren (zolang een andere rechtszaak loopt) anders dan dat hij bepaalde zaken ontkent, maar nu toch wel graag inhoudelijk op een aantal punten wil reageren begrijp ik. Ik sta daar samen met de heer [gedaagde sub 1] zeer voor open. Zou de heer [eiser] mij of de heer [gedaagde sub 1] willen mailen wat hij graag nader kwijt wil en dat we vervolgens overleggen daarover?
3.Het geschil
primair[gedaagde sub 1] en Overamstel te verbieden het boek met de huidige tekst in de handel te brengen of op andere wijze te publiceren en [gedaagde sub 1] en Overamstel te gebieden alle boeken die in de winkels liggen uit de handel te nemen;
subsidiairalle boeken te voorzien van een inlegkaart met daarop een tekst die erop neerkomt dat ten aanzien van [eiser] onvoldoende wederhoor heeft plaatsgevonden en dat de beschuldigingen aan zijn adres van dopinggebruik, van het aanzetten tot dopinggebruik en van zijn vermeende contacten met [naam 2] geen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal;
II. [gedaagde sub 1] en Overamstel op straffe van dwangsommen hoofdelijk te veroordelen tot het plaatsen van de hiervoor bedoelde tekst in de papieren en digitale versie van de Volkskrant, het NRC Handelsblad, het Algemeen Dagblad en de Telegraaf;
III. [gedaagde sub 1] en Overamstel hoofdelijk te veroordelen tot betaling van
met hoofdelijke veroordeling van [gedaagde sub 1] en Overamstel in de kosten van dit geding en in de nakosten.
4.De beoordeling
De voorzieningenrechter zal gezien het faxbericht van 18 januari 2017 de beoordeling in dit geschil overigens beperken tot “
het vermeende aanzetten tot doping door cliënt, zijn vermeende eigen dopinggebruik en zijn vermeende contacten met [naam 2]” zoals in dat faxbericht is opgenomen, omdat daarin ook staat: “
Onjuiste passages in het boek die zien op andere onderwerpen heb ik niet in de vordering meegenomen”. Dit kan als een verduidelijking en beperking van de eis worden aangemerkt, hetgeen wel na de zitting is toegestaan. De beoordeling van de voorzieningenrechter zal derhalve gaan over de volgende in het faxbericht van 18 januari 2017 geciteerde passages uit het boek:
(1) Een verklaring van [de wielrenner] waarin hij – zakelijk weergegeven – heeft opgenomen dat alles wat hij aan [gedaagde sub 1] heeft verteld, waar is. Samengevat komt dat op het volgende neer. Hij heeft naar eer en geweten en openhartig verteld wat hem allemaal is overkomen. Hij wilde de waarheid vertellen over hoe het er echt aan toegaat in de wielerwereld en over het massale gebruik van doping. In 2005 heeft [eiser] hem verteld dat verschillende toprenners bloedzakken gebruiken en dat hij er zelf vroeger als renner ook mee heeft geëxperimenteerd. In 2005 heeft [eiser] [de wielrenner] geïntroduceerd bij de Italiaanse trainer [naam 6] , die niet zo’n goede naam had omdat hij in verband werd gebracht met doping. Hij is ook trainer geweest van [naam 3] , die een jaar in de ploeg van [eiser] heeft gefietst. In de winter van 2005-2006 vond een etentje plaats met [eiser] , [de wielrenner] en zijn ouders. [eiser] zei toen dat [de wielrenner] een stap verder moest gaan en meer moest doen dan hard trainen om de top te halen. Het woord doping viel niet, maar alle aanwezigen wisten waar hij het over had. Op 10 februari 2006 heeft [eiser] een ontmoeting geregeld met [naam 2] . Volgens [eiser] was [naam 3] ook cliënt bij [naam 2] . [eiser] en [naam 2] wachtten op [de wielrenner] in de lobby van een hotel. Zij praatten Spaans met elkaar en af en toe vertaalde [eiser] iets voor [de wielrenner] . Na een tijdje gingen [naam 2] en [de wielrenner] naar een hotelkamer waar hij bloed in een zak gaf en waarop [de wielrenner] zijn nummer 24 schreef. Wanneer het netwerk van [naam 2] wordt opgerold is [de wielrenner] bang dat zijn naam uitlekt. Hij belt [eiser] die hem adviseert om stil te zitten en zijn mond te houden. Daarna zoekt hij zijn toevlucht in andere vormen van doping. Wanneer hij hiervoor naar [naam 4] gaat en dit aan [eiser] vertelt, zegt [eiser] : “Goed geregeld”.
(2) Een verklaring van de ouders van [de wielrenner] waarin de gang van zaken tijdens het etentje in de winter 2005-2006 wordt bevestigd en waarin zij verklaren dat [de wielrenner] aan hen heeft verteld dat [eiser] hem met [naam 2] in contact heeft gebracht.
(3) Een verklaring van de zus van [de wielrenner] waarin eveneens de gang van zaken tijdens het etentje in de winter van 2005-2006 wordt bevestigd en waarin ook zij verklaart dat [de wielrenner] aan haar heeft verteld dat [eiser] hem met [naam 2] in contact heeft gebracht.
(5) Een verklaring van de ex-vriendin van [de wielrenner] waarin zij verklaart dat zij al in 2007 van [de wielrenner] heeft gehoord dat hij bij [naam 2] kwam, dat [eiser] [de wielrenner] bij alles hielp en hem ook in contact had gebracht met [naam 2] .
(7) Een verklaring van oud-wielrenner [naam 8] aan wie [de wielrenner] in 2007 heeft verteld dat hij doping had gebruikt via [naam 2] en dat hij in die wereld was beland via [eiser] .
816,00