ECLI:NL:RBAMS:2017:5691

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 juli 2017
Publicatiedatum
7 augustus 2017
Zaaknummer
CV EXPL 17-5913
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en afwijzing betalingsregeling door verhuurder

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 31 juli 2017, gaat het om een huurachterstand van de gedaagden, die een woning huren van de Woonstichting Lieven De Key. De gedaagden hebben een huurachterstand laten ontstaan en hebben een voorstel gedaan voor een kortdurende betalingsregeling om de achterstand in te lopen. De verhuurder, De Key, heeft dit voorstel echter afgewezen en een incassoprocedure gestart. De kantonrechter oordeelt dat de verhuurder niet als een goed verhuurder heeft gehandeld door de procedure te beginnen, aangezien er een redelijk voorstel was gedaan door de gedaagden. De kantonrechter wijst de vorderingen van De Key af, inclusief de gevorderde incassokosten en proceskosten, omdat de verhuurder had moeten instemmen met de regeling die de gedaagden hadden voorgesteld. De rechter benadrukt dat van een verhuurder verwacht mag worden dat deze rekening houdt met de mogelijkheden van de huurder om een huurachterstand in te lopen. De beslissing werd genomen in het belang van een redelijke oplossing voor beide partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 5778412 CV EXPL 17-5913
vonnis van: 31 juli 2017
481

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de stichting Woonstichting Lieven De Key

gevestigd te Amsterdam
eiseres
nader te noemen: De Key
gemachtigde: vd Hoeden/Mulder, gerechtsdeurwaarders
t e g e n

1. [gedaagde sub 1]

2. [gedaagde sub 2]

beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
nader te noemen: [gedaagden gezamenlijk]
gemachtigde: mr. G.J. Mulder

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • dagvaarding van 28 februari 2017 met producties, waarin [gedaagden gezamenlijk] gedagvaard worden tegen de rolzitting van 10 maart 2017;
  • antwoord met producties;
  • instructievonnis;
  • repliek met producties, tevens houdende vermindering van eis;
  • dupliek;
  • dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
[gedaagden gezamenlijk] huren van De Key de woning gelegen aan de [adres] .
1.2.
De huurprijs van de woning bedraagt € 719,51 per maand.
1.3.
[gedaagden gezamenlijk] hebben een huurachterstand laten ontstaan.
1.4.
Bij brief van de gemachtigde van De Key van 4 januari 2017 zijn [gedaagden gezamenlijk] gesommeerd om er voor te zorgen dat de ontstane huurachterstand, het bedrag van € 719,51, binnen veertien dagen vanaf de dag dat deze brief bij [gedaagden gezamenlijk] is bezorgd, in het bezit van de gemachtigde van De Key is. Bij gebreke van tijdige betaling wordt aanspraak gemaakt op de incassokosten ad € 130,60 inclusief btw.
1.5.
Aan deze sommatie hebben [gedaagden gezamenlijk] niet volledig gehoor gegeven.
1.6.
Bij brief van de gemachtigde van [gedaagden gezamenlijk] d.d. 7 maart 2017 is voorgesteld dat [gedaagden gezamenlijk] het op dat moment verschuldigde bedrag, te weten € 1.051,22, als volgt zal worden voldaan: vóór 10 maart 2017 zal een bedrag van € 400,- worden gepind ten kantore van de gemachtigde van De Key en uiterlijk 26 maart 2017 zal de resterende € 651,22 worden voldaan (en zal ook de huur voor de maand april 2017 worden betaald).
1.7.
Bij faxbrief van 8 maart 2017 heeft de gemachtigde van De Key laten weten dat de procedure bij de kantonrechter alleen zal worden ingetrokken als het bedrag van € 1.051,22 uiterlijk op 9 maart 2017 is betaald, met overlegging van een betaalbewijs.

Vordering en verweer

2. De Key vordert bij dagvaarding dat [gedaagden gezamenlijk] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zullen worden tot betaling van:
a. € 719,51aan hoofdsom;
b. € 130,60 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. de proceskosten.
3. De Key stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat [gedaagden gezamenlijk] een huurachterstand van één maand hebben laten ontstaan. Het betreft de huur van de maand februari 2017.
4. Het in de onder 1.6 en 1.7 genoemde bedrag van € 1.051,22 is als volgt opgebouwd:
€ 719,51 één maand huur
€ 130,60 wegens incassokosten
€ 101,11 wegens kosten dagvaarding
€ 100,- salaris gemachtigde
5. Bij repliek heeft De Key haar vordering verminderd met de hoofdsom ad € 719,51. De Key handhaaft haar vordering van de incassokosten en de proceskosten.
6. [gedaagden gezamenlijk] hebben aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat zij ten onrechte in rechte zijn betrokken. Redelijkerwijs had De Key als goed verhuurder niet het voorstel van [gedaagden gezamenlijk] tot een kortdurende betalingsregeling, vervat in de brief van 7 maart 2017 mogen afwijzen. In het voorstel van [gedaagden gezamenlijk] zou de vordering dan wel niet op 9 maart 2017 betaald zijn maar wel op uiterlijk 26 maart 2017.
7. Daar komt volgens [gedaagden gezamenlijk] bij dat zij inmiddels niet alleen de hoofdsom hebben betaald, maar ook de kosten genoemd onder 4. b, c, en d. Wat De Key wenst is (minstens) dubbelop, aldus [gedaagden gezamenlijk]

Beoordeling

8. De kantonrechter is van oordeel dat van De Key als goed verhuurder verwacht mag worden dat zij binnen de grenzen van wat redelijk is rekening houdt met de mogelijkheden die [gedaagden gezamenlijk] hebben om een huurachterstand in te lopen.
9. Ten deze heeft De Key zich niet als zodanig gedragen. Er was namelijk niet alleen perspectief op het inlopen van de achterstand, er werd namens [gedaagden gezamenlijk] een zeer concreet voorstel gedaan, met een looptijd van minder dan drie weken. Dit voorstel had De Key redelijkerwijs niet van de hand mogen wijzen.
10. Reeds op deze grond moet de vordering van De Key worden afgewezen.
11. Daar komt nog bij dat [gedaagden gezamenlijk] onweersproken hebben gesteld dat zij de kosten, genoemd onder 4. b, c, en d reeds hebben voldaan. Aan De Key kan worden toegegeven dat dit gedurende de looptijd van deze procedure is gebeurd, maar dat doet er niet aan af dat De Key de incassokosten en de kosten van de procedure in feite al vergoed heeft gekregen.
12. Gelet op het bovenstaande ziet de kantonrechter geen aanleiding om [gedaagden gezamenlijk] te veroordelen tot het betalen van nakosten.
13. Eveneens behoeft er geen nadere beslissing ter zake de proceskosten te worden gegeven.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vorderingen af;
Aldus gewezen door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 juli 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter