Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Bij toepassing van de jaarlijkse indexering (art. 7 AB 2000) 3,43% € 1.965
Bij toepassing van een vaste canon voor 10 jaar (art. 8 AB 2000) 3,74% € 2.143
Bij toepassing van een vast canon van 25 jaar ( art. 9 AB 2000) 3,97% € 2.275
Afkoopsom tweede tijdvak is gelijk aan de grondwaarde 57.300
Bij toepassing van de jaarlijkse indexering (art. 7 AB 2000) 3,43% € 1.772
Bij toepassing van een vaste canon voor 10 jaar (art. 8 AB 2000) 3,74% € 1.932
Bij toepassing van een vast canon van 25 jaar ( art. 9 AB 2000) 3,97% € 2.051
Afkoopsom tweede tijdvak is gelijk aan de grondwaarde 51.660
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
- €1.772,- (bij toepassing van de jaarlijkse indexering ex art. 7 AB 2000), dan wel op
- €1.932,- (bij toepassing van een vaste canon voor 10 jaar ex art. 8 AB 2000), dan wel op
- €2.051,- (bij toepassing van een vaste canon van 25 jaar ex art. 9 AB 2000), dan wel op
- €51.660,- (indien de Stichting kiest de canon voor het tweede tijdvak af te kopen),
mr. P.J. van Vliet, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2017. [1]