Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het vonnis in incident van 25 maart 2015 (SCC I), met de daarin genoemde processtukken;
- het proces-verbaal van de regiezitting van 1 april 2015 (SCC I), met de daarin genoemde (proces)stukken;
- het aanvullend vonnis in incident van 1 juli 2015 (SCC I), waarbij het vonnis van 25 maart 2015 is aangevuld;
- het vonnis in incident van 13 april 2016 (SCC II) waarin SCC II is gevoegd met SCC I;
- het proces-verbaal van de regiezitting van 22 juni 2016 (SCC I en SCC II), met de daarin genoemde (proces)stukken;
- het vonnis in incident van 21 september 2016 (SCC II), met de daarin genoemde processtukken;
- het aanvullend vonnis van 16 november 2016 (SCC II), waarbij het vonnis van 21 september 2016 is aangevuld;
- het vonnis in incident van 12 april 2017 (SCC I en SCC II), met de daarin genoemde processtukken;
- het proces-verbaal van pleidooi van 18 mei 2017 (SCC I en SCC II), met de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
A. Background
2.Assignment
A. Background
A. Background
A. Background
ASATR), and (…) (the
AA);
CCF) entered into (…) (the
ADPA);
Named Affiliates) – its own Air Cargo Damages Claim and the Air Cargo Damages Claims of the Named Affiliates to the CCF; (…)
Scope Acknowledgement & Clarification);
CCF) entered into
ADPA);
Named Affiliates) - its
Scope
“Siemens”) and one or more of the Siemens Affiliates listed in Annex A (“
Affiliates”) purchased, either directly or indirectly (for example, through a freigth forwarder), international air cargo services and suffered significant losses as a consequence of the unlawful price-fixing between 1 January 2000 and 31 December 2006 relating to those international air cargo services. Siemens and its Affiliates therefore have claims against you and the other airlines involved in the price-fixing activities (collectively, the
“Claims”).
“Foundation”) has acquired the complete legal and beneficial ownership, title and interest in and to the Claims and all rights and entitlements incidental in any way thereto, including but not limited to the right to bring suit for the Claims as the owner, agent or other beneficiary thereof in any proceedings whatsoever (
“Incidental Rights”).
3.Het geschil
4.De beoordeling
“(or part of which)”; en
“amongst other government agency or judicial decisions globally”.
“the existence of which has been established by the European Commission announced on 9 November 2010”,
“a cartel in the market for the provision of those services”,
“the Claim referred to in the preceding paragraph”en
“any similar or related claim”. Verder staat in de A&C’s van zowel de eerste als de tweede groep shippers dat zijn overgedragen:
“any and all claims relating to any and all air cargo services (…) whether or not the subject of the decision of the European Commission.”Voor de tweede groep shippers die geen A&C hebben getekend, geldt dat woorden van gelijke strekking al in de definitie van ‘Claim’ in de desbetreffende cessieovereenkomsten zijn opgenomen. Derhalve is de overdracht van de vorderingen noch waar het de eerste groep shippers betreft, noch waar het de tweede groep shippers betreft beperkt tot die vorderingen die onder de temporele en geografische reikwijdte van het oude besluit vallen. Daarmee staat vast dat de vorderingen van de twee groepen shippers in voldoende mate hetzelfde zijn als die van de eerste groep. Wat betreft de temporele reikwijdte is ook van belang dat het inherent is aan een kartel dat voor de benadeelden niet geheel duidelijk is welke periode precies relevant kan zijn. Dit kunnen de luchtvaartmaatschappijen SCC niet tegenwerpen. Op grond van het voorgaande is de conclusie dat de eisvermeerdering zal worden toegestaan.
trijd met openbare orde/goede zeden
alleen een ‘onofficieel’ document
geen of alleen een onvolledige vertaling
de datum van de bevoegdheidsdocumentatie verschilt van die van de cessiedocumentatie en/of de startdatum van de vertegenwoordigings-bevoegdheid ontbreekt of is onduidelijk
SCC heeft daar tegenin gebracht dat bevoegdheidsdocumentatie daterend van de datum van de cessiedocumentatie er niet voor iedere shipper is (en nu ook niet meer verkregen kan worden) en dat voldoende is dat uit de overgelegde documentatie blijkt dat de ondertekening op de datum van de cessiedocumentatie bevoegdelijk heeft plaatsgevonden, hetgeen op verschillende manieren kan blijken.
naam/namen van de ondertekenaar(s) niet in de bevoegdheidsdocumentatie terug te vinden dan wel niet of nauwelijks leesbaar of de reikwijdte van de vertegenwoordigingsbevoegdheid onduidelijk
5.De beslissing
13 september 2017voor de akte aan de zijde van SCC als bedoeld onder 4.34., waarna de luchtvaartmaatschappijen de gelegenheid zullen krijgen daarop bij antwoordakte te reageren,