Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
Schedule 1bij de MA persoonlijk verbonden aan een aantal verplichtingen opgenomen in de MA, waaronder het volgende non-concurrentiebeding van artikel 7:
consulting feetot 1 oktober 2016 zal worden doorbetaald en dat zijn certificaten van aandelen voor € 1.500.000,- (te betalen op 7 december 2015) van hem zullen worden overgenomen.
3.Het geschil in conventie
b. een en ander op straffe van dwangsommen;
c. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 100.000,- als voorschot op de sinds 19 november 2015 verbeurde boetes;
d. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
4.De beoordeling in conventie
consulting services”.
- i) de MA is op initiatief van African Fabrics beëindigd, en dus niet op initiatief van Klou en [gedaagde sub 2] .
- ii) Klou en [gedaagde sub 2] hebben zich, naar voorshands aannemelijk is, tot 1 januari 2017, en dus gedurende één jaar en drie maanden, gehouden aan het non-concurrentiebeding. Als gevolg daarvan zijn zij al aanzienlijk beperkt in hun in beginsel bestaande vrijheid van arbeidskeuze, waardoor zij nadeel hebben geleden. In dit verband wordt nog overwogen dat de aanwijzingen die African Fabrics naar voren heeft gebracht dat [gedaagde sub 2] ook al vóór 1 januari 2017 concurrerende werkzaamheden heeft verricht, voorshands onvoldoende overtuigend zijn. Zou dit laatste overigens anders zijn, en zou [gedaagde sub 2] al op 6 oktober 2016 actief zijn geweest voor Affaso (zie 3.2), dan verandert dit de beoordeling niet.
- iii) De concurrentie die [gedaagde sub 2] African Fabrics aandoet, betreft niet de
- iv) [gedaagde sub 2] is thans 63 jaar oud. Hij is zijn hele zakelijke leven werkzaam geweest in
816,00
5.Het geschil in reconventie
restrictive covenantsuit artikel 7 van de MA, met veroordeling van African Fabrics in de kosten van dit geding en de nakosten.