ECLI:NL:RBAMS:2017:5382

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 juli 2017
Publicatiedatum
27 juli 2017
Zaaknummer
C/13/600384 / HA ZA 16-14
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van een exclusieve producers overeenkomst tussen een platenlabel en een DJ met betrekking tot producties en releases

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 juli 2017 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen Spinnin Records B.V. en een DJ, hierna aangeduid als [gedaagde]. De kern van het geschil betreft de uitleg van een exclusieve producers overeenkomst die partijen hadden gesloten. Spinnin Records vorderde dat de rechtbank zou verklaren dat [gedaagde] toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst door een nummer, genaamd [liednaam 2], via een ander label uit te brengen. De rechtbank diende te beoordelen of de exclusiviteitsverplichting van [gedaagde] ook een aanbiedingsverplichting inhield voor producties die tijdens de looptijd van de overeenkomst gereed waren gekomen.

De rechtbank overwoog dat de bepalingen van de overeenkomst summier waren en dat de termen 'producties' en 'releases' niet nader waren gedefinieerd. De rechtbank paste de Haviltex-norm toe, die inhoudt dat de uitleg van contractsbepalingen niet louter taalkundig kan zijn, maar ook rekening moet houden met de redelijke verwachtingen van partijen. De rechtbank concludeerde dat de exclusiviteitsverplichting van [gedaagde] inhield dat hij gereed gekomen producties exclusief aan Spinnin Records moest aanbieden.

De rechtbank stelde vast dat de instrumentale versie van [liednaam 2] gereed was gekomen binnen de contractsperiode, terwijl de vocale versies dat niet waren. Dit leidde tot de conclusie dat de instrumentale versie als een productie in de zin van de overeenkomst kon worden aangemerkt, maar dat de vocale versies niet onder de overeenkomst vielen. De zaak werd aangehouden voor verdere beoordeling van de gevolgen van deze bevindingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/600384 / HA ZA 16-14
Vonnis van 26 juli 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPINNIN RECORDS B.V.,
gevestigd te Hilversum,
eiseres,
advocaat voorheen mr. A. Knigge, thans mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.T.M. Koedooder te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Spinnin Records en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 22 december 2015,
  • de akte houdende producties, met producties,
  • de conclusie van antwoord, met producties
  • het tussenvonnis van 4 mei 2016,
  • het proces-verbaal van comparitie van 21 april 2017, met de daarin genoemde andere stukken,
  • de brief van 2 mei 2017 van Spinnin Records naar aanleiding van het proces-verbaal van comparitie,
  • de akte uitlating producties van 3 mei 2017 van Spinnin Records.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Spinnin Records is een in 1999 opgericht platenlabel, gespecialiseerd in “electronic dance music”. Voor de DJ’s die bij Spinnin Records onder contract staan verzorgt zij het voor exploitatie gereedmaken van de door de DJ’s geproduceerde opnamen, regelt zij grootschalige wereldwijde marketing en distributie en de promotie van de DJ’s. Spinnin Records onderhandelt voorts voor de DJ’s met licentienemers en partijen als iTunes, Spotify, YouTube en Beatport. Voorts administreert zij alle inkomsten en uitgaven en verzorgt de betaling van royalty’s.
2.2.
[gedaagde] , geboren op [geboortedatum] , is actief als DJ en producer sinds 2008, onder de artiestennaam “ [gedaagde] ”.
2.3.
Partijen hebben een ‘exclusieve producers overeenkomst’ (hierna: de overeenkomst) gesloten voor de periode van 1 december 2009 tot 1 december 2011. In de overeenkomst staan onder meer de volgende bepalingen:
“1) Vanaf heden produceer jij exclusief voor Spinnin’ Records B.V., dat wil zeggen alle eigen producties en producties met anderen e.d. worden door of via Spinnin’Records B.V. uitgebracht en verkocht.
2) Alle releases zullen via Spinnin’ Records B.V. of via derden worden uitgebracht, een en ander in goed overleg.
(…)
4) Jij garandeert per jaar door Spinnin’ Records B.V. goedgekeurde Spinnin’ waardige en niet op onredelijke gronden worden afgekeurde producties voor minimaal 5 (vijf) volledige releases (volledige, d.w.z. a+b kanten plus diverse mixen).
(…)
6) Spinnin’ Records B.V. wordt eigenaar van de producties, releases die je produceert. Voor de producties die je maakt gelden de condities zoals weergegeven in de productieovereenkomst zoals gehecht aan en onlosmakend onderdeel van deze briefovereenkomst, inclusief de genoemde royalties. Echter voor zover nog niet overgedragen, draag je reeds hierbij bij voorbaat onherroepelijk en volledig over aan Spinnin’ Records B.V. alle rechten, onbeperkt, eeuwigdurend en wereldwijd, van de nieuw te maken producties tijdens de duur van deze overeenkomst conform de bepalingen uit deze overeenkomst, inclusief bijlagen, zonder dat daarvoor een aparte productieovereenkomst nodig is.
7) Als jij producties en releases met anderen maakt, krijg jij van de royalties als vermeld in productieovereenkomst maar dan gedeeld door het aantal mensen met hoeveel de producties zijn gemaakt. Jij zult alles doen om te bewerkstelligen dat die anderen voor betreffende producties op dezelfde basis zullen worden ondergebracht bij Spinnin’ Records B.V.
(…)”
2.4.
In de in artikel 6 van de overeenkomst genoemde productieovereenkomst – die onlosmakelijk deel uitmaakt van de overeenkomst (hierna: de productieovereenkomst) – staat onder meer het volgende:
“(…)
IN AANMERKING NEMENDE:
Dat
de Producer[rechtbank: [gedaagde] ] de beschikking heeft over een geluidsband bevattende geluidsopnamen als vermeld in de Bijlage(n) en deel uitmakende van en één geheel vormend met deze overeenkomst (hierna te noemen: de geluidsband).
VERKLAREN PARTIJEN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1 – Definities
Geluidsopname: Elke vastlegging van geluid, gemaakt met het doel of geschikt
Voor het maken van reprodukties daarvan in de ruimste zin des woords.
Reproduktie: Een voor de verkoop aan de consument bestemde verveelvoudiging van geluidsopnamen in de ruimste zin des woords, gedeeltelijk of helemaal, al dan niet in combinatie met visuals.
Gebied: Wereldwijd.
Bijlage: Deel van de overeenkomst.
Artikel 2 – Rechten
De Producerdraagt bij ondertekening van deze Overeenkomst aan
SRover het volledige eigendomsrecht en het exclusieve recht om van de geluidsband en de opname(n) daarop reprodukties te vervaardigen en de aldus vervaardigde reprodukties in het gebied te verkopen of de geluidsband anderszins te exploiteren (inclusief transmissie/download, ringtone, streaming, kopieren, beeldrecht, en internet) in de ruimste zin des woords, met dien verstande echter dat genoemd recht beperkt zal zijn tot het gebruik van de geluidsband als vermeld in de Bijlage inclusief alle (re)mixen vocals en afgeleiden daarvan. De Producer verklaart tevens geen her-opnames, remakes of covers voor derden te vervaardigen van de geluidsband(en) als vermeld in de Bijlage.
(…)”
2.5.
Rond het einde van de looptijd van de overeenkomst zijn partijen in onderhandeling getreden over een mogelijke nieuwe samenwerking, in de vorm van een zogenaamde labeldeal.
2.6.
In een e-mail van 22 september 2011 van Spinnin Records aan de (toenmalige) manager van [gedaagde] de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ) staat onder meer het volgende:
“(…) We hebben je brief je ontvangen en in de overeenkomst staat dat de deal per 1 december afloopt.
Kan je mij nog even een lijstje sturen met de tracks waar [gedaagde] mee bezig is en de tracks die klaar zijn om gereleased te worden.
je had het over die track met [naam 2] , die track met [naam 3] voor Mix Mash en die plaat met [naam 4] . Nog tracks die ik dan mis?? (…)”
2.7.
In een e-mail van 26 september 2011 heeft [naam 1] aan Spinnin Records onder meer het volgende geantwoord:
“(…) [gedaagde] is bezig met een collab met [naam 4] voor Fly Eye, Verder kunnen we wat doen met [naam 2] , [naam 5] , is er een track met [naam 3] in de maak maar die gaat naar Mixmash vanwege wat haken en ogen bij [naam 3] . (…) Dit is wat er allemaal in de pijpleiding zit. (…)”
2.8.
Vervolgens heeft Spinnin Records in een e-mail van 27 september 2011 onder meer het volgende geantwoord aan [naam 1] :
“(…) Er staan verder meerdere verplichtingen in de overeenkomst waaraan voldaan moet worden. Maar wat mij betreft kijken we naar het nieuwe voorstel en gaan we onder deze nieuwe condities asap van start. We willen graag samenwerken dus laten we ons daar op concentreren. Als we een nieuwe overeenkomst aan gaan vervalt sowieso de vorige. En we kunnen dan ook meteen afspraken maken over de hieronder genoemde releases, die nu klaar zijn en dus onder de deal vallen. (…)”
2.9.
In een e-mail van 28 september 2011 van [naam 1] aan Spinnin Records staat het volgende:
“(…) Ik kijkn verder ook graag naar het nieuwe voorstel. De genoemde releases hieronder zijn verre van klaar. Ik heb zowiezo toegezegd dat we de track die er komt met of [naam 5] of [naam 2] nog binnen de deal valt, de rest gaan we het over hebben. (…)”
In een e-mail van 5 oktober 2011 schrijft [naam 1] aan Spinnin Records:
“(…)Tevens is de collab met [naam 3] (die nog niet af is) voor Mixmash omdat [naam 3] dat eist en hier niet onder uit kan graag dit ook schriftelijk bevestigd door jullie. Denk dat deze ook niet voor eind dec gereleased gaat worden (…).”
2.10.
Op 26 november 2011 is op YouTube een nummer met titel “ [naam 3] & [gedaagde] – [liednaam] (Original Mix)” geüpload. Dit nummer is op 18 november 2011 ten gehore gebracht tijdens een live optreden van de Zweedse DJ/producer [naam 3] (hierna: [naam 3] ).
2.11.
In een e-mail van 7 december 2011 schrijft Spinnin Records aan [naam 1] het volgende:
“(…) Je hebt niet gezegd dat je een exclusieve deal niet zag zitten. We hebben het gehad over een label, maar wel zoals de deal was al de laatste 2 jaar, met een regeling omtrent die aviici plaat, en dat er nog 1 plaat buiten de deal zou vallen. Als het niet exclusief zou zijn, waarom maken we dan een uitsluiting voor 1 plaat voor jullie?”
[naam 1] heeft dezelfde dag per e-mail (onder meer) geantwoord:
“(…) Dat heb ik wel degelijk gezegd omdat [gedaagde] bezig was met een plaat die we op een ander label wilde tekenen en omdat dat nog binnen de deal viel die liep met jullie, ik speel open kaart en vond het netjes dat te melden en te kijken wat de opties waren daaromtrent.
De regeling wat betreft de [naam 3] plaat is in light of the label deal, dat is altijd waar dit over ging en in geen geval om een verlenging van de exclusieve productie deal, dat heb ik nooit geinsinueerd of voorgesteld ik heb het alleen en slechts over de exploitatie van Nicks eigen label gehad met jullie. (…).”
2.12.
In een e-mail van 12 december 2011 schrijft Spinnin Records aan [naam 1] :
“(…) En hoever ben je met [naam 3] & [gedaagde] track, wat is de status?? (…)”
2.13.
In een aantal e-mails tussen 20 april 2012 en 1 juni 2012 heeft Spinnin Records geïnformeerd naar de status van de “collab tussen [gedaagde] & [naam 3] ”.
In een e-mail van [naam 1] van 1 juni 2012 staat onder meer:
“(…) Het [liednaam] verhaal ligt bij [naam 6] ter ondertekening geloof me ik ben niet blij met de tijd die dit in beslag neemt en spendeer daar ook meerdere emails en belletjes per week aan. Maar de afspraak is dat als we de deal doen zoals voorgesteld door jullie, jullie geen aanspraak maken hierop remember? (…)”
Het antwoord van Spinnin Records op 19 juni 2012 luidt onder meer:
“(…) het duurt nu wel heeeeeel erg lang allemaal. (…)”
2.14.
In een e-mail van 2 november 2012 schrijft [naam 7] , de producer van [naam 3] , aan [gedaagde] en [naam 3] :
“(…) Been thinking about the name and [liednaam 1] doesn’t really make sense. People who will hear it either know it as [liednaam] or they will never find “ [liednaam 1] ” if they want to buy it or ask for it anywhere.
I suggest we change the name to “ [liednaam 2] ( [liednaam] )”. What do you guys say? (…)”.
[gedaagde] heeft op dezelfde dag per e-mail geantwoord:
“I agree!! (…)”
[naam 7] heeft vervolgens per e-mail geantwoord:
“Great - DONE. (…)”.
2.15.
In een e-mail van 11 november 2012 vraagt [gedaagde] aan [naam 7] :
“(…) when is the release scheduled now [naam 7] ? (…)”
[naam 7] heeft daarop op dezelfde dag geantwoord:
“Hope fully mid-Dec. (…)”.
2.16.
Op of rond 26 december 2012 is het nummer “ [liednaam 2] ( [liednaam] )” (hierna: [liednaam 2] ) wereldwijd uitgebracht, via het label Universal. Het nummer is voortgekomen uit een samenwerking tussen [gedaagde] en [naam 3] (‘ [naam 3] vs [gedaagde] ’). Op of rond dezelfde datum is via Universal naast de vocale versies van [liednaam 2] (“ [liednaam] - Original Mix” en “ [liednaam] - Radio Edit”) en naast twee remix-versies (“ [liednaam] ” en “ [liednaam] ”) een instrumentale versie uitgebracht met als titel “ [liednaam 2] ( [liednaam] - Instrumental Mix)”.
2.17.
Op 7 mei 2013 heeft Spinnin Records met het door [gedaagde] opgerichte label [label] een overeenkomst gesloten (hierna: de labeldeal) ten behoeve van een verdere samenwerking tussen partijen. De labeldeal heeft terugwerkende kracht tot 11 januari 2013.
2.18.
In een e-mail van 13 augustus 2013 van Spinnin Records aan [naam 1] staat onder meer het volgende:
“(…) Nog 1 ding moeten we oplossen en dat is de [liednaam] – [gedaagde] [naam 3] plaat [liednaam 2] . (…)”
Het antwoord van [naam 1] luidt:
“(…) Was je vergeten dat we een labeldeal hadden? Dat was de afspraak dus dat was al opgelost (…)”.
Daarop heeft Spinnin Records op 12 september 2013 geantwoord:
“(…) We hebben gesproken destijds om tot een oplossing te komen van het [liednaam 2] [liednaam] verhaal.
Een labeldeal behoorde tot de mogelijkheden. Maar dan alleen als die voor ons heel interessant zou zijn natuurlijk. Immers, [liednaam 2] is een wereldwijde hit en dan het je het over een flink bedrag waar we dan afstand van gaan doen (…).
Maar van een ruil, gunst, of compensatie in welke vorm dan ook om af te zien van [liednaam 2] is tot nu toe geen sprake, en is ook nooit zo door ons besproken of accoord bevonden, en moet nog steeds worden opgelost. (…)”
Het e-mailcontact tussen partijen over deze kwestie loopt door tot in 2014.
2.19.
In een rapport van 18 januari 2015 heeft Peter Oxendale (hierna: Oxendale), deskundige op het gebied van forensische musicologie, verslag uitgebracht van een onderzoek dat hij in opdracht van Spinnin Records heeft uitgevoerd. In het onderzoek heeft hij een vergelijking gemaakt tussen het op 26 november 2011 op YouTube geüploade nummer met titel “ [naam 3] & [gedaagde] – [liednaam] (Original Mix)” (2.10) enerzijds en de instrumentale versie van het in december 2012 uitgebrachte [liednaam 2] van [naam 3] en [gedaagde] , “ [liednaam 2] ( [liednaam] - Instrumental Mix)” (2.16), anderzijds. In het rapport staat onder meer het volgende:
“After listening to the 26th November version of “ [liednaam 2] ” and “ [liednaam 2] ” as released performed consecutively a number of times in succession, I was able to establish that the two recordings were not exactly the same.
(…)
Even though the two works were clearly different versions of “ [liednaam 2] ”, many of the instrumental parts appeared to be the same in both works and the two works were structured similarly (although they started and ended at different points).
(…)
AUDIO FILE
(…) I believe a simple aural appraisal of this sound recording is convincing in establishing that the sound recordings of “ [liednaam 2] ” as released and the 26th November version of “ [liednaam 2] ” both embody musical parts and performances that are not only “
strikingly similar” they are “
virtually identical” and have clearly emanated from the same physical source.
CONCLUSIONS
In the course of my investigations, I have applied two different methodologies in my examination of “ [liednaam 2] ” as released and the 26th November version of “ [liednaam 2] ”. These methodologies are a visual waveform analysis and an aural analysis of the sound recordings. After applying thes two different forms of analysis, I have concluded that, whilst “ [liednaam 2] ” as released on the 26th November version of “ [liednaam 2] ” are not identical recordings of “ [liednaam 2] ”, they are (slightly different) versions, arrangements or remixes of “ [liednaam 2] ” embodying a number of what appear to be the same physical parts and performances.”

3.Het geschil

3.1.
Spinnin Records vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat [gedaagde] jegens Spinnin Records toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst;
[gedaagde] veroordeelt tot vergoeding van alle door de onder a. genoemde tekortkoming door Spinnin Records geleden en te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
[gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, inclusief de nakosten en de wettelijke rente daarover.
3.2.
Spinnin Records legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de in de overeenkomst opgenomen exclusiviteitsverplichting jegens Spinnin Records. [gedaagde] heeft [liednaam 2] (rechtstreeks) uitgebracht via een ander label, terwijl de afspraak was dat alle producties van [gedaagde] via Spinnin Records zouden worden uitgebracht. In het geval van producties met anderen zou de samenwerking met derden via Spinnin Records verlopen. Spinnin Records heeft als gevolg van de schending van de exclusiviteitsverplichting schade geleden, onder meer in de vorm van misgelopen exploitatie-opbrengsten.
3.3.
[gedaagde] betwist de gestelde tekortkoming. Er is volgens hem geen sprake van een productie of release als bedoeld in de overeenkomst. De overeenkomst gaat uit van een product dat af is, en in het geval van [liednaam 2] was geen sprake van een (tijdens de contractsperiode) voor release gereed gekomen product. [liednaam 2] is pas na afloop van de contractsperiode gereed gekomen, en dus kan Spinnin Records geen aanspraak maken op schadevergoeding.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank stelt vast dat de tekst van de bepalingen van de overeenkomst waarin de exclusiviteitsverplichting is opgenomen vrij summier is en dat de daarin gebruikte termen ‘producties’ en ‘releases’ niet nader zijn gedefinieerd. Partijen zijn verdeeld over de uitleg van deze begrippen en het antwoord op de vraag of de exclusiviteitsverplichting tevens een aanbiedingsverplichting van [gedaagde] jegens Spinnin Records inhoudt.
4.2.
Volgens de Haviltex-norm kan de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding tussen partijen is geregeld, niet worden beantwoord op grond van uitsluitend een zuiver taalkundige uitleg van de contractsbepalingen. Het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
4.3.
Het staat de rechtbank vrij om contractsbepalingen waaromtrent partijen niet een eensluidend standpunt hebben ingenomen, zelfstandig uit te leggen. De rechtbank legt de overeenkomst zo uit dat deze een verplichting inhoudt voor [gedaagde] jegens Spinnin Records om een – al dan niet in samenwerking met anderen gemaakt – product (productie of release), dat gereed is gekomen tijdens de looptijd van de overeenkomst, exclusief aan te bieden aan Spinnin Records waarna Spinnin Records het product – eventueel via of in samenwerking met een derde partij – uitbrengt, dat wil zeggen op de markt brengt. Zowel de gebezigde term ‘producties’ als de term ‘releases’ verwijst naar een product dat gereed is gekomen binnen de contractsperiode. Hoewel in de overeenkomst niet met zo veel woorden een (exclusieve) aanbiedingsverplichting is opgenomen, legt de rechtbank de exclusiviteitsverplichting zo uit dat die aanbiedingsverplichting er wel is zodra er een product gereed is gekomen binnen de contractsperiode én dit vervolgens aangeboden wordt (al dan niet binnen de contractsperiode) om op de markt te worden gebracht. Een gereed product is een product dat zo ver af is dat het ten gehore kan worden gebracht en ook kan worden uitgebracht. Een gereed product kan dus ook zijn een eerdere vergelijkbare versie van een product dat na de contractsperiode pas op de markt is gebracht.
4.4.
Partijen twisten over de vraag of [liednaam 2] een product is dat gereed is gekomen binnen de contractsperiode.
4.5.
Spinnin Records beantwoordt deze vraag bevestigend en voert daartoe aan dat het nummer dat op 18 november 2011 door [naam 3] live ten gehore is gebracht de zogenaamde ‘oerversie’ is van het nummer dat uiteindelijk de hit [liednaam 2] is geworden. De instrumentale versie van [liednaam 2] , die in december 2012 via Universal is uitgebracht (‘ [liednaam] Instrumental Mix’), is identiek aan het in november 2011 door [naam 3] ten gehore gebrachte nummer. Dit blijkt ook uit het rapport van Peter Oxendale. Het is altijd zo dat een nummer vanuit de oorspronkelijke versie nog verandert, bijvoorbeeld als gevolg van remixen en het toevoegen van vocals, aldus Spinnin Records. Voorts heeft [gedaagde] zelf in een interview in de zomer van 2011 gezegd dat 70% van het nummer toen al af was, en hij sprak in de zomer van 2011 al van een nummer dat “good to go” was. Bovendien staat op iTunes Nederland als releasedatum van [liednaam 2] januari 2012 vermeld, hetgeen een sterke aanwijzing is dat [liednaam 2] al in 2011 en vóór het einde van de contractsperiode gereed was. Volgens Spinnin Records blijkt voorts uit de e-mail van 7 december 2011 (r.o. 2.11) dat [gedaagde] zelf ook vindt dat het uitbrengen van [liednaam 2] binnen de overeenkomst valt.
4.6.
[gedaagde] betoogt dat hij wel al in 2011 met [naam 3] aan [liednaam 2] heeft gewerkt, maar dat de uiteindelijke versie pas in de loop van 2012 af was en dat [liednaam 2] in december 2012 voor het eerst officieel gepubliceerd dan wel uitgebracht is. Het betreft bovendien een heel andere versie dan de versie van november 2011 waarnaar Spinnin Records verwijst. Er zijn na november 2011 onder andere nog ‘vocals’ bijgekomen en er is nog aan de muziek gesleuteld. [gedaagde] betwist dat de conclusies van het onderzoek van Oxendale in de door Spinnin Records gestelde richting wijzen, namelijk dat de uitvoering van november 2011 en de release van [liednaam 2] in december 2012 vrijwel identiek zijn. Ook is pas in november 2012 (2.14) de titel [liednaam 2] bedacht. De op de overgelegde kopieën van iTunes vermelde datum van 1 januari 2012 kan dan ook niet juist zijn. De opmerkingen in het interview betroffen een ander nummer. [gedaagde] betwist dat hij heeft bevestigd dat [liednaam 2] binnen de overeenkomst valt.
4.7.
De rechtbank overweegt als volgt. Het (instrumentale) nummer met titel “ [naam 3] & [gedaagde] – [liednaam] (Original Mix)” dat in november 2011 live door [naam 3] ten gehore is gebracht, vertoont grote overeenkomsten met de na afloop van de contractsperiode in december 2012 door Universal uitgebrachte Instrumental Mix van [liednaam 2] (“ [liednaam] Instrumental Mix”), hetgeen ook niet wordt betwist door [gedaagde] . De grote overeenkomsten blijken tevens uit het door Spinnin Records overgelegde rapport van het onderzoek van Oxendale. Anders dan [gedaagde] stelt is voldoende duidelijk welke versies/nummers Oxendale heeft vergeleken. Voor zover [gedaagde] heeft aangevoerd dat Oxendale ook heeft opgemerkt in zijn rapport dat de twee versies niet exact gelijk zijn, doet dat niet aan af aan de conclusie van het rapport, omdat Oxendale de genoemde verschillen bij zijn beoordeling en dus bij zijn conclusie heeft betrokken. Dat de titel naderhand (bij het uitbrengen in december 2012) anders is komen te luiden doet daar ook niet aan af, en evenmin dat de versie van november 2011 die op YouTube staat een illegale opname van een live concert is. Het gaat er immers om dat er vóór 1 december 2011 al een versie van de Instrumental Mix gereed was, die later in een (zeer) vergelijkbare versie is uitgebracht via Universal. Ook de toevoeging ‘ [liednaam] ’ (tussen haakjes) aan de titel van [liednaam 2] en de daarover gevoerde mailwisseling (r.o. 2.14) wijst erop dat de instrumentale versie van [liednaam 2] al bij een groter publiek bekend moet zijn geweest en dat deze versie dus al eerder gereed was in een versie die met de instrumentale versie zoals die uiteindelijk in december 2012 via Universal is uitgebracht vergelijkbaar is.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat de Instrumental Mix gereed was voor het einde van de contractsperiode.
4.8.
Dit geldt echter niet voor de vocale versie(s) van [liednaam 2] (r.o. 2.16). Spinnin Records heeft onvoldoende onderbouwd dat deze nummers/versies van [liednaam 2] al tijdens de contractsperiode als producten die gereed waren in de zin van de overeenkomst moeten worden aangemerkt. De vergelijking die Oxendale heeft gemaakt betreft slechts de instrumentale versie van [liednaam 2] en niet de vocale versie(s), zodat zijn rapport niet als onderbouwing kan dienen voor de stelling dat een eerdere versie van de uiteindelijke vocale versie(s) van [liednaam 2] al gereed was vóór het einde van de contractsperiode. Spinnin Records heeft verder niet onderbouwd dat de vocale versie(s) al af was/waren en dus als zodanig bekend bij het publiek vóór december 2012. [gedaagde] heeft onweersproken gesteld dat er in 2012 nog volledig nieuwe vocalen en teksten bij zijn gekomen en dat er nog muzikale en compositorische wijzigingen zijn aangebracht. [gedaagde] heeft voorts voldoende gemotiveerd betwist dat de vocale versies van [liednaam 2] (en de remixen) al op 1 januari 2012 op iTunes zijn uitgebracht. Uit de mailwisselingen tussen [naam 7] , [naam 3] en [gedaagde] (r.o. 2.14) blijkt dat de naam [liednaam 2] pas later in november 2012 is bedacht. De stelling van Spinnin Records dat de e-mail van [naam 1] van 7 december 2011 (r.o. 2.11) een erkenning inhoudt van de zijde van [gedaagde] dat [liednaam 2] binnen de overeenkomst viel, volgt de rechtbank niet. Immers, [naam 1] betwist dit nog in dezelfde e-mail. De uitlatingen van [gedaagde] in de zomer van 2011 zijn onvoldoende concreet om als onderbouwing van de stelling van Spinnin Records dat [liednaam 2] al in 2011 af was, te kunnen dienen.
Concluderend heeft Spinnin Records onvoldoende onderbouwd dat de vocale versies van [liednaam 2] (“Original Mix” en “Radio Edit”) al voor het einde van de contractsperiode gereed zijn gekomen.
4.9.
Op grond van hetgeen is overwogen in r.o. 4.7 en 4.8., kan de instrumentale versie van [liednaam 2] , de “ [liednaam] Instrumental Mix”, in beginsel als een gereed gekomen product, en dus als productie in de zin van de overeenkomst worden aangemerkt. De vraag doet zich vervolgens voor of de Instrumental Mix als een op zichzelf staand product kan/moet worden beschouwd die onder de overeenkomst valt (en datzelfde zou dan gelden voor de andere vier versies van [liednaam 2] van december 2012), of dat de Instrumental Mix onderdeel van het geheel van de vijf (in december 2012 uitgebrachte) versies van [liednaam 2] vormt en dat dit geheel als één product in de zin van de overeenkomst moet worden beschouwd.
De rechtbank zal beide partijen in de gelegenheid stellen om zich gelijktijdig bij akte uit te laten over het antwoord op deze vraag. Zij dienen daarbij tevens in te gaan op de gevolgen voor de mogelijke schadeplichtigheid in beide gevallen.
4.10.
In verband met een mogelijke schadeplichtigheid heeft [gedaagde] het (zelfstandige) verweer gevoerd dat Spinnin Records afstand zou hebben gedaan van haar (vermeende) aanspraak op [liednaam 2] in het kader van de labeldeal van 2013. Dit verweer wordt verworpen. In het licht van de gemotiveerde betwisting van Spinnin Records heeft [gedaagde] onvoldoende feiten gesteld ter onderbouwing van zijn stelling dat partijen een dergelijke afspraak in het kader van de labeldeal overeen zijn gekomen. De e-mailwisseling in het dossier is daartoe onvoldoende, omdat daaruit slechts blijkt dat partijen van gedachten hebben gewisseld over het prijsgeven van aanspraken in het kader van de labeldeal. Daaruit blijkt echter niet van een daadwerkelijk gemaakte afspraak en/of wat die afspraak met Spinnin Records dan precies zou inhouden. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om zijn verweer te onderbouwen met concretere aanknopingspunten voor het bestaan van een dergelijke afspraak, hetgeen hij niet heeft gedaan. Aan bewijslevering op dit punt wordt daarom niet toegekomen.
4.11.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van
6 september 2017voor akte aan de zijde van beide partijen met het hiervoor onder r.o. 4.9. vermelde doel;
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, rechter, bijgestaan door mr. J.M. Breimer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2017.