Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juli 2017 op het verzet van
[de man] , te Amsterdam, opposant
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 juli 2017 uitspraak gedaan op het verzet van de man tegen een eerdere uitspraak van 24 januari 2017, waarin zijn beroep tegen het uitblijven van een besluit op zijn bezwaarschrift niet-ontvankelijk was verklaard. De man had op 3 maart 2016 bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister van Algemene Zaken, maar de rechtbank oordeelde dat hij verweerder prematuur in gebreke had gesteld. De rechtbank had in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat de man had ingestemd met een uitstel van de beslissing op bezwaar tot eind juli 2016, terwijl hij al op 14 juli 2016 in gebreke was gesteld.
Tijdens de zitting op 28 juni 2017 heeft de man, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. P. le Heux, zijn verzet toegelicht. Hij betwistte de juistheid van het verslag van de hoorzitting van 19 mei 2016 en stelde dat hij geen toestemming had gegeven voor het opschorten van de termijn voor het nemen van een beslissing op bezwaar. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de man niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de eerdere uitspraak onjuist was. De rechtbank concludeerde dat de eerdere uitspraak van 24 januari 2017 in stand blijft en dat het verzet ongegrond is.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding en heeft de uitspraak openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.