Op 18 januari 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan kinderopvangtoeslagfraude. De verdachte, geboren in 1981, werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder oplichting en valsheid in geschrift. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 8 augustus 2009 tot en met 17 juli 2013, door middel van valse documenten, de Belastingdienst heeft misleid om onterecht kinderopvangtoeslag te ontvangen. De verdachte heeft valse aanvragen ingediend en verzuimd om tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, wat heeft geleid tot aanzienlijke financiële schade voor de Belastingdienst.
Tijdens de zitting op 18 januari 2017 heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van zeven maanden geëist, terwijl de verdediging pleitte voor een taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder haar werk als docente en de zorg voor haar dochter, meegewogen in de beslissing.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bewezen feiten strafbaar zijn en dat er geen rechtvaardigingsgronden zijn voor de verdachte. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de feiten en de gevolgen voor de samenleving in overweging hebben genomen.