Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
- een vonnis van 15 mei 2014 (III K 347/14), uitgevaardigd door het Regional Court in Lublin-Wschód;
- een vonnis van 20 oktober 2014 (III K 802/14), uitgevaardigd door het Regional Court in Lublin-Wschód.
- een vrijheidsstraf voor de duur van 6 maanden (III K 347/14) en
- een vrijheidsstraf voor de duur van 1 jaar (III K 802/14),
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 van de OLW
5.Strafbaarheid, feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
- diefstal door twee of meer verenigde personen (feit inzake III K 347/14)
- diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd om het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen (feit inzake III K 802/14).
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[naam opgeëiste persoon]aan het District Court van Lublin (Polen) ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraffen, opgelegd bij
het vonnis van 15 mei 2014 van het Regional Court in Lublin-Wschód (III K 347/14) en het vonnis van 20 oktober 2014 van het Regional Court in Lublin-Wschód (III K 802/14), te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, wegens het feit waarvoor haar overlevering wordt verzocht.