In deze zaak vorderden eisers, [eiser 1] en [eiser 2], dat Het Rijk van de Keizer B.V. verschillende ongeoorloofde bouwwerken en gebruik van grond zou verwijderen. De eisers zijn gezamenlijk eigenaar van een terrein dat zij verhuren aan ongeveer 40 personen, waaronder Het Rijk van de Keizer, die op het terrein een evenementenlocatie exploiteert. De eisers stelden dat Het Rijk van de Keizer zonder toestemming grond gebruikte buiten het gehuurde en dat deze bebouwing in strijd was met het gemeentelijke bestemmingsplan en de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft in een kort geding de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de gevorderde voorzieningen spoedeisend waren. De rechter oordeelde dat Het Rijk van de Keizer de picknicktafels, een tent, een aanbouw, een container, een wegwijzer en een zelf aangelegde toegangsweg binnen bepaalde termijnen moest verwijderen. Tevens werd een verbod opgelegd om het terreingedeelte ten noorden en noordoosten van de hallen E en F als terras te exploiteren. De rechter oordeelde dat de vorderingen van de eisers aannemelijk waren en dat Het Rijk van de Keizer als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld.