Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 november 2016,
- het proces-verbaal van comparitie van 16 februari 2017 en de daarin genoemde stukken en de brief van mr Blaak van 7 maart 2017 met opmerkingen over het proces verbaal.
2.De feiten
Artikel 8
1.[ [naam 1] ]
draagt 1/3 deel van zijn onderneming restaurant Capri over aan[ [eiser] ]
en[ [gedaagde sub 2] ]
elk voor 1/6 deel;
en[ [gedaagde sub 2] ]
zullen gezamenlijk optreden in de functie van bedrijfsleider;
blijft volledig bevoegd beherend vennoot;
Hi [eiser] , We zijn in de definitieve fase van de overname van het 2/3 aandeel van [naam 1] . Kunnen jullie morgen bij mij komen voor het gesprek?”
(…)
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
Aangezien deze vordering (afgezien van de vordering tot kostenveroordeling) de enige vordering is die kennelijk tegen [gedaagde sub 3] is ingesteld, betekent dit dat, voor zover de vorderingen tegen [gedaagde sub 3] zijn ingesteld, zij voor afwijzing gereed liggen.
incompatibilité d’humeursof verstoorde harmonie.