Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Bevindingen hoogte verschil maaiveld onderling1e: Het maaiveld (tuin) van de [adres 4] hs ligt ongeveer 25/35cm lager dan de “speelplaats” van de Voormalige [adres 1] . (…)
4.Bevindingen ouderdom huidige ontsluiting a/d [adres 4] hs
3.Het geschil
4.De beoordeling
- i) in 2012 is de situatie ter plaatse geïnventariseerd naar aanleiding van een voorgenomen verkoop van het perceel en is in de erfscheiding tussen het perceel en [adres 4] geen deur aangetroffen (zie 2.1);
- ii) uit het door Urban c.s. in het geding gebrachte ‘Memo Tuinen & erven: [adres 1] ’ (productie 8 bij de dagvaarding) volgt dat ook de verkopend makelaar, van wie in dit opzicht bijzondere oplettendheid mag worden verwacht, toen ter plaatse geen deur heeft aangetroffen;
- iii) uit de door Urban c.s. in het geding gebrachte foto’s van de situatie ter plaatse in 2014 blijkt dat tegen de gemeenschappelijke scheidsmuur tussen [adres 4] en het perceel, toen veel begroeiing aanwezig was. Als aan de zijde van [adres 4] ter plaatse een deur aanwezig was, is deze vanuit het perceel dus niet zichtbaar geweest;
- iv) [naam 9] heeft als informant ter zitting verklaard dat hij in het tijdvak van 1997-2012 conciërge was van het toentertijd in het perceel gevestigde ROC. In die periode stond over de gehele breedte van de gemeenschap-pelijke scheidsmuur met [adres 4] een met begroeiing overwoeker-de fietsenstalling. De achterkant van die stalling was met hout beschot. In die houten beschotting zat toentertijd geen deur. Afgezien daarvan was doorgang naar het perceel niet mogelijk vanwege de fietsenstalling en de daarin geplaatste fietsen. Boekhoff heeft in die periode dan ook nooit iemand vanuit [adres 4] zien gaan van of naar het perceel. Ook hebben in die periode bij zijn weten geen werkzaamheden aan de op het perceel aanwezige rioolputten plaatsgevonden. [naam 9] werkte ter plaatse gedurende de hele week vanaf 07:15 uur tot (in voorkomend geval zelfs) 22:00 uur.
816,00