ECLI:NL:RBAMS:2017:4540

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2017
Publicatiedatum
28 juni 2017
Zaaknummer
5888119 KK EXPL 17-381
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van voorschot op bonussen en herplaatsing van werkneemster bij softwarebedrijf

In deze zaak vordert een werkneemster, werkzaam bij Pyramid Analytics B.V., een voorschot op haar bonussen en haar herplaatsing na een ontslag dat volgens haar onterecht is. De werkneemster, die sinds 11 mei 2015 als Director of Partners EMEA bij Pyramid werkzaam was, heeft een arbeidsovereenkomst waarin onder andere een basissalaris van € 8.000,- en bonusafspraken zijn vastgelegd. Na een reorganisatie op 13 januari 2017, waarbij haar functie zou komen te vervallen, heeft de werkneemster zich ziek gemeld. Pyramid heeft haar geen toegang meer verleend tot haar werkzaamheden en heeft haar bonussen niet volledig uitbetaald. De werkneemster heeft een kort geding aangespannen om haar weder te werkstelling en betaling van achterstallige bonussen te vorderen. De kantonrechter oordeelt dat Pyramid tekort is geschoten in haar verplichtingen als werkgever, en dat de werkneemster recht heeft op haar loon en bonussen. De rechter wijst de vorderingen van de werkneemster toe, inclusief een voorschot op de bonussen en de rectificatie van het ontslagbericht aan de organisatie.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 5888119 KK EXPL 17-381
vonnis van: 28 juni 2017

vonnis van de kantonrechterkort geding

I n z a k e

[eiseres]

wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
nader te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. E.L. Pasma,
t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

PYRAMID ANALYTICS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te noemen: Pyramid,
gemachtigde: mr. J. Jaab.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 13 april 2017, met producties heeft [eiseres] een voorziening gevorderd.
Ter terechtzitting van 12 juni 2017 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eiseres] is met mevrouw Van Gael (tolk Engels) verschenen, vergezeld door haar gemachtigde. Namens Pyramid is [naam] (HR Business Partner) verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Partijen hebben op voorhand (nadere) stukken in het geding gebracht, waaronder een wijziging eis. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht, de gemachtigde van [eiseres] mede aan de hand van een pleitnotitie. Na verder debat is ter zitting geschorst en hebben partijen verzocht de zaak aan te houden. Bij fax van 21 juni 2017 heeft de gemachtigde van [eiseres] bericht dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt en is om vonnis gevraagd.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
1.1.
Pyramid is op 30 november 2011 opgericht en drijft een onderneming die zich bezig houdt met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software om big data voor bedrijven en overheden te analyseren. Begin 2015 wilde Pyramid de omslag maken van klein-ICT bedrijf naar een commercieel bedrijf met een wereldwijd ingerichte sales- en partnerstructuur.
1.2.
[eiseres] werkte voorheen bij [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] (grote internationale software bedrijven). Op verzoek van Pyramid is [eiseres] per 11 mei 2015 bij Pyramid in dienst getreden als Director of Partners EMEA (Europa, Midden Oosten en Afrika) met als taak om in die gebieden verkoopkanalen op te zetten voor de producten en diensten van Pyramid. Zij stuurt (direct of indirect) heel Europa, Midden Oosten en Afrika aan en is verantwoordelijk voor 8-10 medewerkers, waarbij zij 3 direct reporters heeft. [eiseres] is woonachtig in [woonplaats] .
1.3.
Het basissalaris van [eiseres] bedraagt € 8.000,-- bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag en emolumenten. In de schriftelijke tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst is onder meer bepaald:
“(…)
6. Salary
(…) The net salary is paid at the end of every month on the twenty fifth calendar day and transferred to a bank account designated by the employee. The employee receives a monthly payslip.
7. Bonus
A written set of Target Deliverables will be regularly updated to define the employee’s full responsibilities. Based on the employee’s performance against these deliverables, a quarterly bonus of EUR 24.000, or part thereof, will be paid out together with the first monthly salary after the end of the quarter. The amount of the quarterly bonus will be proportional tot the level of execution against the Target Deliverables, and will be at the discretion of the Board of Directors.
10. Expenses
If the employee incurs expenses in connection with his duties, those expenses will be reimbursed by the employer upon submission of original receipts en invoices. (…)
13. Incapacity for work
In the event of incapacity for work the employer will continue fort the first 52 weeks of sickness to pay 70% of the employee’s most recently earned salary, (…). Bonuses, overtime payments and other perquisites or allowances are not included. (…)”
1.4.
Ter uitvoering van artikel 7 van de arbeidsovereenkomst zijn tussen partijen nadere afspraken gemaakt op 20 maart 2016 over de targets en de compensatie in het “Fiscal Year 2016 Compensation Plan” (hierna Compensatie Plan). In het Compensatie Plan is verder onder meer bepaald:
“(…)
8. (…) Deals that for any reason are cancelled will result in bonus paid deducted from future bonus.(…)”
1.5.
Over het eerste kwartaal van 2016 heeft [eiseres] € 13.876,00 aan bonus in rekening gebracht en Pyramid heeft dit bedrag aan [eiseres] uitbetaald.
1.6.
Vervolgens heeft [eiseres] een bonus ten bedrage van € 27.867,26 over het tweede kwartaal 2016 in rekening gebracht. Deze werd, ondanks sommaties daartoe van [eiseres] , niet betaald.
1.7.
Vanaf het najaar van 2016 merkte [eiseres] dat zij geleidelijk van bepaalde informatiestromen werd afgesloten, lopende projecten van haar werden overgenomen en zij niet meer werd uitgenodigd voor belangrijke vergaderingen. [eiseres] heeft hiertegen meerdere malen geprotesteerd.
1.8.
Op 16 december 2016 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen de medeoprichter van Pyramid, [naam medeoprichter] , en [eiseres] . [naam medeoprichter] heeft daarbij een voorstel gedaan met betrekking tot de bonusaanspraken van [eiseres] . [eiseres] heeft daarop afwijzend gereageerd. Vervolgens heeft [naam medeoprichter] een functiewijziging voorgesteld alsmede de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Ook dit heeft [eiseres] geweigerd.
1.9.
Op 13 januari 2017 heeft Pyramid aan [eiseres] bericht dat besloten was tot een reorganisatie, waardoor haar arbeidsplaats zou komen te vervallen en zij boventallig zou worden. Op dezelfde dag heeft Pyramid dit bericht binnen de organisatie verspreid.
1.10.
Bij e-mailbericht van 24 januari 2017 heeft [naam] , namens Pyramid, aan [eiseres] een vaststellingsovereenkomst gezonden ter beëindiging van haar dienstverband. De gemachtigde van [eiseres] heeft deze overeenkomst afgewezen.
1.11.
Op 13 januari 2017 heeft Pyramid met betrekking tot [eiseres] zonder haar weten een ontslagaanvraag ingediend bij het UWV, gebaseerd op bedrijfseconomische redenen. [eiseres] heeft verweer gevoerd. Bij besluit van 28 maart 2017 heeft het UWV geoordeeld dat Pyramid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de arbeidsplaats van [eiseres] structureel is komen te vervallen als gevolg van organisatorische wijzigingen die voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk zijn. Het UWV heeft de ontslagaanvraag dan ook afgewezen en toestemming om de arbeidsovereenkomst op te zeggen geweigerd.
1.12.
Vanaf de uitspraak van het UWV is [eiseres] niet meer toegelaten tot haar werkzaamheden. [eiseres] heeft Pyramid verzocht om het bericht van 13 januari 2017 over haar ontslag aan de organisatie te rectificeren. Dit heeft Pyramid geweigerd. Op 3 en 5 april 2017 heeft [eiseres] aan Pyramid e-mails gestuurd waarin ze om informatie vraagt om haar werkzaamheden te kunnen uitoefenen. Deze informatie is haar geweigerd. Op 20 april 2017 heeft [eiseres] zich ziek gemeld. Tot op heden heeft geen beoordeling door een arboarts plaatsgevonden.
1.13.
Over de maand mei 2017 heeft Pyramid 70% van het loon uitbetaald. Verder heeft Pyramid in april 2017 nog € 6.513 aan bonus over het jaar 2016 aan [eiseres] betaald.
1.14.
Eind mei 2017 heeft Pyramid een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij deze rechtbank, team kanton, ingediend. [eiseres] heeft een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor ingediend.

Geschil

2. [eiseres] vordert, na wijziging eis, dat Pyramid bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld zal worden om:
2.1.
[eiseres] weder te werk te stellen op straffe van een dwangsom;
2.2.
een rectificatie te verzenden ten aanzien van het bericht van 13 januari 2017 aan de organisatie, op straffe van een dwangsom, inhoudende:
“Beste …
Op 13 januari 2017 hebben wij binnen de organisatie ten onrechte het bericht doen uitgaan over de voorgenomen beëindiging van de arbeidsovereenkomst van [eiseres] . De bevoegde Nederlandse autoriteit, UWV, heeft geen toestemming verleend voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [eiseres] omdat zij niet boventallig is geworden en haar functie niet vervalt. [eiseres] heeft haar werkzaamheden als Director Indirect Sales EMEA dan ook weer onverkort hervat.
Met vriendelijke groet,
[naam] en [naam medeoprichter] ”.;
2.3.
het achterstallige en toekomstige loon, vakantiegeld, te vermeerderen met de wettelijke rente en gemaakte onkosten ten bedrage van € 5.980,00 (door) te betalen en daarvan loonstroken te verstrekken;
2.4.
een voorschot te betalen van 50% van de bonus over 2016 (€ 806.812,00) en het eerste kwartaal van 2017 (€ 165.881,42) en de bonusafspraken in de toekomst na te komen;
2.5. € 1.000,00
€ 1.000,00 aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen;
2.6.
de proceskosten te betalen.
3. [eiseres] stelt hiertoe dat Pyramid haar het werken onmogelijk heeft gemaakt, waardoor zij zich ziek heeft moeten melden. Pyramid heeft op 13 januari 2017 aan de organisatie medegedeeld dat zij is ontslagen, terwijl dit niet het geval is en stelt haar niet langer in staat om haar werkzaamheden naar behoren te verrichten. Pyramid heeft verder geweigerd haar volledige loon en bonus, waarop zij uit hoofde van haar arbeidsovereenkomst recht heeft, aan haar te betalen.
4. Pyramid heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen zal hieronder voor zover van belang nader worden ingegaan.

Beoordeling

5. De gevorderde voorzieningen hebben onder meer betrekking op de arbeidsomstandigheden en het inkomen van [eiseres] . Het spoedeisend belang is in dat geval, ook ten aanzien van nevenvorderingen zoals bonussen, gegeven.
6. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiseres] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
7. Uit de stellingen van partijen volgt dat tussen partijen in het najaar 2016 discussie is ontstaan over de hoogte van de verschuldigde bonussen. Vaststaat dat [naam medeoprichter] namens Pyramid [eiseres] vervolgens in december 2016 een voorstel heeft gedaan met betrekking tot haar bonusaanspraken en dat, toen [eiseres] daarmee niet instemde, [naam medeoprichter] heeft voorgesteld de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Ook dat heeft [eiseres] geweigerd. Onbetwist is echter gebleven dat Pyramid reeds op 13 januari 2017 aan de organisatie heeft medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst met [eiseres] zou worden beëindigd. Pyramid voert weliswaar als reden daarvoor aan dat door reorganisatie de arbeidsplaats van [eiseres] was vervallen, maar het UWV heeft dat niet aannemelijk geoordeeld. Hoewel tegen het besluit van UWV een verzoekschrift bij deze rechtbank is ingediend door Pyramid, heeft zij in deze procedure niet nader toegelicht waarom de arbeidsplaats zou zijn vervallen, noch zelf het verzoekschrift overgelegd. Nu al voorafgaande aan de reorganisatieplannen en het verzoek aan het UWV aan [eiseres] de bonussen niet zijn betaald, een voorstel is gedaan met betrekking tot de verschuldigde bonus en vervolgens een voorstel is gedaan om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, is, voorlopig oordelend, de schijn gewekt, zoals [eiseres] stelt, dat Pyramid enkel van [eiseres] af wil vanwege de verschuldigdheid van de bonussen. Onder deze omstandigheden is het dan ook begrijpelijk dat [eiseres] zich, nadat zij de benodigde informatie om haar werkzaamheden uit te voeren niet kreeg en het bericht van ontslag aan de organisatie niet werd gerectificeerd, terwijl het UWV toestemming voor ontslag had geweigerd, op 20 april 2017 heeft ziek gemeld. Voorshands wordt dan ook geoordeeld dat Pyramid als werkgever door op deze wijze te handelen ernstig tekort is geschoten in haar verplichtingen als werkgever en dat [eiseres] daardoor niet langer in staat werd gesteld om haar werkzaamheden naar behoren uit te voeren. De verwachting bestaat dat indien [eiseres] weer behoorlijk tot het werk wordt toegelaten en het bericht van ontslag aan de organisatie wordt gerectificeerd, [eiseres] in staat zal zijn haar werkzaamheden naar behoren uit te voeren en zich vanaf dat moment beter zal melden. De vorderingen tot weder te werkstelling en rectificatie, op straffe van een dwangsom, zijn dan ook toewijsbaar.
8. Nu de ziekmelding het gevolg is van de omstandigheid dat Pyramid [eiseres] niet in staat heeft gesteld haar werkzaamheden naar behoren te verrichten, is de verwachting dat de bodemrechter zal oordelen dat Pyramid gehouden is tot doorbetaling van het gehele loon vanaf de ziekmelding. Onbetwist is gebleven dat Pyramid slechts 70% van het loon heeft betaald en dat de vakantietoeslag, verschuldigd in mei 2017, niet is betaald. Verder is niet betwist dat de gevorderde onkosten ten bedrage van in totaal € 5.980,00 verschuldigd zijn en dat deze niet zijn vergoed. De vordering tot betaling van het resterende loon over mei 2017, de wettelijke verhoging en rente daarover, de vakantietoeslag en de onkosten zijn dan ook toewijsbaar, alsmede de vordering om Pyramid te veroordelen 100% van het maandelijkse salaris vermeerderd met vakantietoeslag te blijven betalen zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt.
9. [eiseres] stelt verder in totaal aanspraak te maken op een bedrag van € 972.693,42 aan bonus over 2016 en het eerste kwartaal 2017. Pyramid betwist meer dan het reeds betaalde bedrag van in totaal € 20.380,00 aan bonus verschuldigd te zijn. Zij stelt in de eerste plaats dat uit hoofde van artikel 7 van de arbeidsovereenkomst maximaal € 24.000,00 per kwartaal aan bonus verschuldigd kan zijn. Vaststaat echter dat tussen partijen na het sluiten van de arbeidsovereenkomst het Compensatie Plan tot stand is gekomen, op grond waarvan veel hogere bonussen kunnen worden uitgekeerd. [eiseres] heeft, voorlopig oordelend, er dan ook op mogen vertrouwen dat met het tot stand komen van het Compensatie Plan het in de arbeidsovereenkomst genoemde maximum van € 24.000,00 per kwartaal is komen te vervallen.
10. Vaststaat verder dat [eiseres] een berekening heeft gemaakt van haar bonus over het eerste kwartaal van 2016 en dat Pyramid die bonus tijdig, te weten gelijktijdig met haar loon over april 2016, heeft uitbetaald. Voorts is gesteld noch gebleken dat Pyramid in 2016 zich op het standpunt heeft gesteld dat [eiseres] de bonus verkeerd berekende. Wel staat vast dat Pyramid de daarna berekende kwartaal bonussen niet heeft uitbetaald en voorstellen heeft gedaan over het uit te keren bedrag aan bonus. Pas ter zitting heeft [naam] , namens Pyramid, tegenover de gemotiveerde uitleg van de berekening van de bonussen van [eiseres] , uiteengezet waarom zij op een veel lager bedrag aan bonus uitkomt. Zij heeft verklaard dat alleen de gesloten overeenkomsten met klanten die daadwerkelijk de overeenkomsten geheel zijn nagekomen, mogen worden betrokken in de bonusberekening. Hoe dit zich verhoudt met de overeengekomen betalingstermijn van de bonus, te weten direct na afloop van het kwartaal waarin de overeenkomsten zijn gesloten, kon zij niet nader verklaren. Het is dan ook niet duidelijk geworden hoe dit gegeven in de berekening kan zijn verdisconteerd. Bovendien is in punt 8 van het Compensatie Plan bepaald dat als een overeenkomst wordt beëindigd, dit van invloed is op toekomstige bonussen. Nu daarnaast Pyramid niet concreet heeft aangevoerd welke deals vroegtijdig zouden zijn beëindigd, wordt er voorlopig van uit gegaan dat tussen partijen niet is overeengekomen dat dit een rol dient te spelen bij de onderhavige bonussen.
11. Gelet op het voorgaande, wordt geoordeeld dat gerede kans bestaat dat de door [eiseres] gevorderde som aan bonussen door de bodemrechter zal worden toegewezen. Het gevorderde voorschot van 50% van € 972.693,42 zal dan ook worden toegewezen. De vordering tot nakoming in de toekomst van de bonusregeling, zoals berekend door [eiseres] , wordt afgewezen, nu deze zich niet leent voor toewijzing als voorlopige voorziening.
12. Pyramid heeft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten betwist. Nu [eiseres] niet heeft gesteld dat deze kosten meer bedragen dan de kosten van het voorbereiden van de procedure en ter instructie van de zaak, waarvoor de veroordeling in de proceskosten een vergoeding is, zal deze vordering worden afgewezen.
13. Pyramid zal als de in het ongelijk gestelde partij wel worden veroordeeld in de proceskosten.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt Pyramid [eiseres] na betekening van dit vonnis binnen één werkdag zonder belemmering toe te laten tot alle taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, informatiestromen, rapportagelijnen en overlegstructuren, behorende bij de functie van Director of Partners EMEA op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per werkdag, een gedeelte van een dag voor een geheel gerekend, dat Pyramid in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen, met een maximum van € 100.000,--;
veroordeelt Pyramid na betekening van dit vonnis binnen één werkdag een rectificatie te verzenden aan de organisatie zoals omschreven onder 2.2 op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per werkdag, een gedeelte van een dag voor een geheel gerekend, dat Pyramid in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen, met een maximum van € 100.000,--;
veroordeelt Pyramid tot betaling van het achterstallig salaris over de maand mei 2017, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente, alsmede tot betaling van de vakantietoeslag en € 5.980,00 aan kosten, onder overlegging van een specificatie;
veroordeelt Pyramid tot betaling van het maandelijkse salaris van € 8.000,00 bruto te vermeerderen met de vakantietoeslag totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze is geëindigd;
veroordeelt Pyramid tot betaling van € 486.346,71 aan voorschot op de verschuldigde bonus op 2016 en het eerste kwartaal van 2017;
veroordeelt Pyramid in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
exploot € 97,31
salaris € 400,00
griffierecht
€ 470,00
totaal € 967,31
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt Pyramid tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en Pyramid niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. L. van Berkum , kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juni 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.