ECLI:NL:RBAMS:2017:4399
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van disfunctioneren en verstoorde arbeidsrelatie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 juni 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Hago Rail Services B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. Hago heeft het verzoek ingediend op basis van disfunctioneren en een verstoorde arbeidsrelatie. De werknemer, die sinds 1 oktober 2012 in dienst was, had verschillende functies binnen het bedrijf en was in de laatste periode werkzaam als teamleider 2.0. Hago stelde dat de werknemer onvoldoende functioneerde en dat er geen vertrouwen meer was in een vruchtbare samenwerking. De werknemer verweerde zich tegen het verzoek en stelde dat er geen sprake was van disfunctioneren en dat hij niet voldoende tijd had gekregen om zich te bewijzen in zijn functie.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor het disfunctioneren van de werknemer. Er waren geen beoordelingsgesprekken gehouden en de begeleiding die Hago had beloofd, was niet adequaat geboden. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer niet in de gelegenheid was gesteld om zich in zijn functie te bewijzen en dat er geen duurzame verstoring van de arbeidsrelatie was. Het verzoek tot ontbinding werd dan ook afgewezen. Hago werd veroordeeld in de proceskosten van de werknemer.
De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie en documentatie in het geval van disfunctioneren en de noodzaak om werknemers voldoende kansen te geven om zich te verbeteren. De kantonrechter wees erop dat een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst moet worden aangetoond en dat herplaatsing binnen een redelijke termijn mogelijk moet zijn.