ECLI:NL:RBAMS:2017:4370

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 juni 2017
Publicatiedatum
22 juni 2017
Zaaknummer
CV EXPL 16-36184
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst wegens non-conformiteit van een schadeauto

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 13 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en gedaagde over de koop van een Volkswagen Golf. Eiser, vertegenwoordigd door mr. H.G.B. van der Wal, vorderde ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopsom van € 7.500,00, omdat de auto gebreken vertoonde die hij niet had kunnen verwachten. Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. P.H.A. Neuschäfer, betwistte de gebreken en stelde dat de auto onder handelsvoorwaarden was verkocht zonder garantie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die eiser op basis van de overeenkomst mocht hebben, en dat gedaagde niet aan haar mededelingsplicht had voldaan. De rechter oordeelde dat de tekortkoming in de nakoming aan de zijde van gedaagde de ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigde. Eiser heeft recht op terugbetaling van de koopsom, vermeerderd met wettelijke rente, en gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel koper als verkoper bij de verkoop van een auto, vooral in het kader van non-conformiteit en mededelingsplicht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 5586286 CV EXPL 16-36184
vonnis van: 13 juni 2017
fno.: 519

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser]

wonende te [woonplaats]
eiser
nader te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. H.G.B. van der Wal
t e g e n

[gedaagde] , h.o.d.n. [gedaagde]

gevestigd te [plaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. P.H.A. Neuschäfer (DAS)

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- dagvaarding van 29 november 2016 met producties;
- antwoord met producties;
- instructievonnis van 28 februari 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- dagbepaling comparitie.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 10 mei 2015. [eiser] en zijn echtgenote zijn verschenen, vergezeld door de gemachtigde. [gedaagde] is verschenen bij [gedaagde] , eigenaar, en [naam 1] , aldaar werkzaam, bijgestaan door mr. A.L. Snippe. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
[gedaagde] heeft op de website autowereld.nl te koop aangeboden een Volkswagen Golf – 1.4 TSI Trendline met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) voor € 8.750,00.
1.2.
In de advertentie is onder meer vermeld: bouwjaar 2009, kilometerstand 122.516 en APK Ja, t/m 26 augustus 2017. Tevens is vermeld
“Genoemde prijs betreft: handelsprijs, gebaseerd op zo meenemen, exclusief afleveringskosten (vanaf 99,-) en zonder inruil”.
1.3.
Op 23 januari 2016 heeft [gedaagde] aan [eiser] de auto verkocht. Op de door beide partijen ondertekende koopovereenkomst staat als koopprijs inclusief btw € 7.500 en als verkoopvoorwaarde(s)
“Margeregeling is van toepassing, de auto is bedoeld voor de handel, vandaar de extra lage prijs. Als particulier kunt u onder volgende voorwaarde deze auto kopen: het betreft geen nieuwe auto, historie van de auto is niet bekend bij ons, kan technische slijtage bevatten, een beurt nodig hebben, blijft mogelijk niet goed functioneren, bent bereid binnen 6 maanden te investeren in de auto vanwege een reparatie. Om mogelijke kosten te voorkomen raden wij u aan om een auto te kopen die niet bedoeld is voor de handel, neem rijklaarpakket en controleer de auto goed”.
1.4.
Direct na de aankoop is [eiser] met de auto van [gedaagde] in Amsterdam naar zijn woonplaats [woonplaats] in Friesland gereden.
1.5.
In verband met een lekkende toevoerslang heeft [eiser] de auto naar zijn garage, Autobedrijf Vos te Stadskanaal, gebracht. Bij factuur van 16 februari 2016 ad € 199,71 is het vervangen van deze slang aan [eiser] in rekening gebracht.
1.6.
Op 16 februari 2016 heeft [eiser] telefonisch gemeld aan [gedaagde] dat de auto volgens zijn garagehouder een schadeauto is en dat er meerdere kosten volgen om de auto te herstellen in goede staat.
1.7.
Bij brief van 22 februari 2016 heeft [eiser] [gedaagde] in gebreke gesteld. In de brief is gesteld dat in ieder geval dient te gebeuren: vervangen alle luchtfilters (gescheurd), nieuwe radiateur met ventilator, airco, stuurstang en de voorkant van de auto moet opnieuw gezet worden naar de originele stand, vervangen koplamp rechtsvoor (lek). Ook zit de ventilator tegen het motorblok en dient hiertussen, normaal gesproken, zes centimeter ruimte te zitten.
1.8.
Bij brief van 14 maart 2016 heeft [gedaagde] [eiser] bericht dat zij niet aansprakelijk is voor enige schade, nu de auto is verkocht onder handelsvoorwaarden en zonder garantie.
1.9.
[eiser] heeft een expertiserapport laten opstellen door het bedrijf Keizer Autoschade. In dit rapport van 22 maart 2016 komt dit bedrijf tot de volgende bevindingen:
-
Rechterkoplamp is lek, deze zal vervangen moeten worden;
-
Rechterkoplamp is niet goed gemonteerd;
-
Rechterkoplampglas is verwarmd, waardoor er nu een doffe plek op zit;
-
Rechterkoplamphouder is kapot en zal vernieuwd moeten worden, hier ontbreekt de bevestiging van de voorbumper. Dit is opgelost met een parker en een moer;
-
Stekker van rechterkoplamp is kapot, zal vernieuwd moeten worden;
-
Linkerkoplamp is ook niet goed gemonteerd;
-
Linkerkoplamphouder zal vernieuwd moeten worden, hier is een gedeelte van afgeschaafd om de bumper goed te laten aansluiten;
-
Onder de voorbumper mist de bumperlip;
-
Onder de voorbumper mist nog een afdekplaat;
-
De voorbumperbalk moet vernieuwd worden. Hier is een stuk aan de linkerkant van afgeslepen en de bevestigingsgaten aan de linkerkant zijn uitgeslepen;
-
Luchtfilter moet vernieuwd worden, hier zijn stukken uitgeslepen om passend te maken;
-
Beide claxons moeten vernieuwd worden, er ontbreken namelijk stukken;
-
Rubber tussen het stuurhuis en het schutbord mist;
-
Stuurhuis komt tijdens het rijden niet terug in de nulstand en zal naar onze mening vervangen moeten worden;
-
Een aircoleiding zal vernieuwd moeten worden. Deze is aangelopen op de koppeling van de aircocompressor;
-
De onderkant van de linker chassisbalk zal vernieuwd moeten worden. Hier zit een dikke laag plamuur op en de chassisbalk staat naar beneden toe aan de voorkant. Hiervoor zal de auto op de mallenbank moeten worden geplaatst en zullen mallen gehuurd moeten worden;
-
De bovenste linker drager van het spatbord zal hersteld moeten worden. Hier zit nog schade op;
-
De linker voorwielkuip is beschadigd en zal hersteld moeten worden;
-
De auto zal na herstel van de schades opnieuw uitgelijnd moeten worden;
-
De turbo inlaat is geprepareerd, waar deze naar onze mening vernieuwd had moeten worden.
1.10.
Onder toezending van het expertiserapport heeft [eiser] [gedaagde] op 14 april 2016 gewezen op het verzaken van haar plicht om een goede auto af te leveren die geschikt is voor het wegverkeer. Daarbij heeft [eiser] gemeld zijn geld terug te willen, waarna de auto op kosten van [gedaagde] kan worden opgehaald.
1.11.
Op 20 april 2016 heeft [gedaagde] [eiser] laten weten de auto voor € 7.500,00 te hebben verkocht. Ook heeft [gedaagde] het voorstel gedaan de auto terug te nemen voor € 7.000,00 mits de auto daartoe bij haar wordt aangeleverd.
1.12.
Op 23 mei 2016 heeft [eiser] [gedaagde] bericht dat zij de auto bij hem kan ophalen voor € 7.500,00.
1.13.
Op 1 juni 2016 heeft [gedaagde] [eiser] laten weten dat zij bereid is de auto voor € 6.500,00 terug te kopen.
1.14.
Op 24 augustus 2016 heeft [eiser] [gedaagde] gesommeerd om binnen veertien dagen haar aansprakelijkheid te erkennen en alle gebreken zoals geconstateerd door Keizer te (laten) herstellen.
1.15.
Bij e-mail van 1 september 2016 heeft een schademanager van Schadenet Keizer Stadskanaal op vragen van [eiser] onder meer geantwoord:

U stelt mij de vraag of de auto van Dhr. [eiser] nog te herstellen is. Hierbij ook gelet op de herstelkosten en de waarde van de auto. Ik ben van mening dat gezien de waarde van de auto en de herstelkosten dat de auto niet meer te repareren is. Technisch gezien is het best mogelijk maar dat overstijgt de waarde van de auto. U vraagt of de auto in deze staat nog geschikt is voor het wegverkeer. Ik ben van mening dat de auto niet geschikt is voor het wegverkeer. Dit komt omdat er in het stuurhuis een defect zit waardoor hij niet meer automatisch in zijn midden positie terug komt.

vordering

2. [eiser] vordert, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, ontbinding van de door partijen op 23 januari 2016 aangegane koopovereenkomst en veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 8.397,50 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 november 2016 en de proceskosten.
3. Aan de vordering legt [eiser] ten grondslag dat [gedaagde] hem een non conforme auto heeft geleverd doordat de auto gebreken vertoonde die [eiser] niet hoefde te verwachten. Volgens [gedaagde] was de auto in uitstekende conditie en in goede staat. [gedaagde] heeft zich niet bereid verklaard om de bestaande gebreken te verhelpen voor zover mogelijk dan wel mee te werken aan ontbinding van de overeenkomst. [eiser] wil zijn aankoopbedrag terug. Dat was niet, zoals op de factuur vermeld, € 7.500,00 maar € 8.397,50. [eiser] doet afstand van de auto. [gedaagde] mag die bij hem op komen halen.

verweer

4. [gedaagde] voert verweer en stelt daartoe allereerst dat zij de auto heeft verkocht voor € 7.500,00. [gedaagde] betwist de meeste van de gestelde gebreken aan de auto. [eiser] heeft [gedaagde] nimmer in de gelegenheid gesteld de auto te onderzoeken en indien nodig te herstellen. Voor zover herstel geïndiceerd zou zijn, is dat gewoon mogelijk. Op de door Vos en Keizer genoemde gebreken valt heel wat af te dingen. Bovendien blijkt daaruit niet hoe de auto is gekocht; [eiser] heeft de auto zelf onder andere van Amsterdam naar [woonplaats] gereden. Daarnaast stelt [gedaagde] dat schadeverleden en mankementen nog niet maken dat daarmee van een afwijking van het overeengekomene kan worden gesproken. [eiser] wist dat hij zonder enige vorm van garantie een handelsauto kocht tegen een zeer lage prijs. Op de koper rust een onderzoeksplicht voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomst. [gedaagde] heeft voldaan aan haar informatieplicht onder meer door [gedaagde] expliciet te adviseren om een rijklaarpakket te nemen en om de auto goed te controleren.

beoordeling

5. De kantonrechter ziet zich ten eerste gesteld voor de vraag of de auto de eigenschappen bezit die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [gedaagde] heeft ter zitting verklaard dat [eiser] had kunnen zien, net als [gedaagde] zelf, dat de koplamp, de motorkap en de bumper niet recht lagen. [eiser] heeft verklaard dit niet te hebben opgemerkt. Op de foto bij de advertentie op autowereld.nl heeft [gedaagde] aangegeven dat dit te zien is, voor een oplettende kenner wellicht, maar naar het oordeel van de kantonrechter niet voor de onoplettende koper die leek is op het gebied van auto’s, zoals [eiser] . De kantonrechter leidt hieruit af dat [gedaagde] dit in ieder geval wel wist ten tijde van de koop. [gedaagde] heeft ter comparitie ook verklaard te hebben geweten dat de koplamp los zat en scheef stond, dat het stuur scheef stond, dat de airco niet goed functioneerde en dat onder de bumper een lijstje ontbreekt en te hebben geweten dat de auto in het verleden ‘wat had meegemaakt’. [gedaagde] heeft naar eigen zeggen de auto van een particulier gekocht die de auto heeft ingeruild en zal zich om die reden toch ook enigszins in de staat van de auto moeten hebben verdiept om de inruilwaarde te bepalen. Reeds uit de hiervoor genoemde gesteldheid van de auto – nog daargelaten of ook de andere door de garages van [eiser] geconstateerde punten aanwezig waren – is duidelijk dat de auto een schadeauto was waaraan een aantal ernstige en minder ernstige schades zaten.
6. Of [eiser] dit op basis van de overeenkomst had kunnen of moeten verwachten, wordt bepaald mede aan de hand van hetgeen partijen over en weer hebben afgesproken en de onderzoeksplicht van de koper en de mededelingsplicht van de verkoper. De prijsstelling was volgens de schriftelijke mededeling van [gedaagde] (als weergegeven onder 1.3.) laag, omdat de auto bedoeld was voor de handel. Dat de prijs zodanig veel lager was dat [eiser] reeds daarom moest vermoeden dat de auto ernstige mankementen had, is onvoldoende onderbouwd. [gedaagde] heeft (zoals onder 1.3. is weergegeven) schriftelijk vastgelegd ‘
het betreft geen nieuwe auto, historie van de auto is niet bekend bij ons, kan technische slijtage bevatten, een beurt nodig hebben, blijft mogelijk niet goed functioneren, bent bereid binnen 6 maanden te investeren in de auto vanwege een reparatie.’ Dit had op zichzelf voor [eiser] reden moeten zijn om verder door te vragen bij [gedaagde] en zelf nader onderzoek te (laten) doen naar de staat van de auto. Door dit niet te doen en zich ondanks deze schriftelijke mededeling te beperken tot een proefrit (en mogelijk de opmerking van [gedaagde] tijdens het eerste telefoongesprek dat de auto in goede staat was), heeft [eiser] de op hem rustende onderzoeksplicht geschonden. [gedaagde] heeft evenwel, ook met de voornoemde schriftelijke mededeling, niet aan de op hem rustende mededelingsplicht voldaan. Geschreven is wel dat de historie van de auto bij [gedaagde] niet bekend is, maar [gedaagde] wist wel dat het een schadeauto betrof waaraan diverse mankementen kleefden en dat het dus niet (alleen) om technische slijtage ging. Volgens vaste jurisprudentie kan een verkoper die zijn mededelingsplicht heeft geschonden de koper niet tegenwerpen dat hij te weinig onderzoek heeft gedaan (vgl. HR 14 november 2008, NJ2008/588). De kantonrechter ziet in het onderhavige geval geen reden om van dit uitgangspunt af te wijken.
7. Nu de auto aldus niet voldeed aan hetgeen [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten, is sprake van een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van [gedaagde] . Deze tekortkoming rechtvaardigt naar het oordeel van de kantonrechter de ontbinding van de koopovereenkomst. Er is geen sprake van schuldeisersverzuim in de zin van artikel 6:58 BW, zoals [gedaagde] heeft betoogd. Het is immers niet zo dat [eiser] nakoming van de overeenkomst heeft verhinderd. [gedaagde] had [eiser] immers uiterlijk bij het sluiten van de overkomst moeten vertellen wat hij over de staat van de auto wist.
8. Het voorgaande betekent dat [eiser] de auto terug moet geven aan [gedaagde] en dat [eiser] recht heeft op terugbetaling van de koopsom. Die koopsom was blijkens de factuur € 7.500,00. [eiser] heeft die factuur ook getekend. Dat hij in werkelijkheid meer heeft betaald, heeft hij onvoldoende onderbouwd. [gedaagde] zal dus worden veroordeeld € 7.500,00 aan [eiser] terug te betalen. De wettelijke rente over dat bedrag zal worden toegewezen als gevorderd. Gelet op het verwijt dat [gedaagde] treft zal zij de auto – die immers al ongeveer één jaar is geschorst – bij [eiser] dienen op te halen.
9. [gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Van rauwelijks dagvaarden is geen sprake. Er is tussen partijen over en weer gecommuniceerd over de kwestie. Het feit dat op de laatste brief van [gedaagde] door [eiser] niet is gereageerd, maakt dat niet anders. Dat [gedaagde] onvoldoende mogelijkheid is geboden om de kwestie op te lossen, vermag de kantonrechter niet in te zien. Partijen hebben gecorrespondeerd over een oplossing, maar hebben deze helaas niet bereikt.

BESLISSING

De kantonrechter:
ontbindt de koopovereenkomst tussen partijen;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 7.500,00 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2016 tot aan de voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op:
exploot € 98,51
salaris € 500,00
griffierecht € 223,00
-----------------
totaal € 821,51
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. K.G.F. van der Kraats, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 juni 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.