ECLI:NL:RBAMS:2017:4351

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 maart 2017
Publicatiedatum
22 juni 2017
Zaaknummer
623104 / HA RK 17-33
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestuurders van Stichting Luminore op verzoek van het Openbaar Ministerie

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 maart 2017 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) tot schorsing van de bestuurders van de stichting Luminore. De stichting, opgericht op 12 augustus 2015, heeft als doel het verkrijgen en administreren van aandelen. Het OM verzocht om schorsing van de bestuurders, omdat er ernstige twijfels bestonden over de wijze waarop het bestuur van Luminore werd gevoerd. Dit verzoek volgde op een eerdere beschikking van de voorzieningenrechter, waarin de bestuurders waren bevolen om binnen twee weken de boeken en bescheiden van de stichting beschikbaar te stellen. Deze bevelen waren echter niet nageleefd.

De rechtbank overwoog dat, gezien de ernst van de beschuldigingen en het niet voldoen aan de eerdere bevelen, het noodzakelijk was om de bestuurders van Luminore te schorsen in afwachting van de verdere procedure. De rechtbank stelde vast dat er aanwijzingen waren voor wanbeheer en dat de huidige bestuurders mogelijk betrokken waren bij een schijnconstructie. De beslissing om de bestuurders te schorsen werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de schorsing onmiddellijk van kracht was, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking zouden worden aangewend.

De rechtbank benadrukte dat de bestuurders op een later moment in de procedure de gelegenheid zouden krijgen om hun standpunt kenbaar te maken met betrekking tot de voorlopige voorziening. Deze beschikking is openbaar uitgesproken en is een belangrijke stap in de procedure tegen de bestuurders van Luminore.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/623104 / HA RK 17-33
Beschikking van 16 maart 2017
in de zaak van
OPENBAAR MINISTERIE IN HET ARRONDISSEMENTSPARKET AMSTERDAM,
verzoekster,
namens deze mr. O.J.M. van der Bijl, Officier van Justitie
en

1.[belanghebbende sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[belanghebbende sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
3. de stichting
STICHTING LUMINORE,
gevestigd te Amsterdam,
belanghebbenden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 31 januari 2017.
1.2.
De beschikking is bepaald op heden. Verzoekster is van de beschikkingsdatum op de hoogte gesteld.

2.De feiten

2.1.
De stichting Stichting Luminore (hierna: Luminore), gevestigd te Amsterdam, is bij akte van 12 augustus 2015 opgericht. Op 13 augustus 2015 heeft inschrijving in het handelsregister plaatsgevonden.
2.2.
Artikel 2 van de statuten van Luminore luidt:
“De stichting heeft ten doel het ten titel van administratie verkrijgen en administreren van de aandelen, alsmede het verrichting van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.”.
2.3.
Uit een uittreksel van het handelsregister blijkt dat de secretaris van Luminore de heer [belanghebbende sub 2] (hierna: [belanghebbende sub 2] ) en dat de voorzitter van Luminore de heer [belanghebbende sub 1] (hierna: [belanghebbende sub 1] ) is.
2.4.
Bij beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 10 januari 2017 zijn [belanghebbende sub 2] en [belanghebbende sub 1] , in hun hoedanigheid van bestuurder van Luminore, bevolen om binnen twee weken na betekening van de beschikking de boeken, de bescheiden en andere gegevensdragers van Luminore beschikbaar te stellen aan verzoeker en om de waarde van Luminore aan te tonen. Dit om beantwoording van de vragen gesteld in de brief van 2 december 2016 mogelijk te maken.
2.5.
De beschikking van de voorzieningenrechter is op 12 januari 2017 aan belanghebbenden betekend. Aan dit bevel is niet voldaan.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekster verzoekt om een voorlopige voorziening op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek (BW), zijnde de schorsing van het bestuur van Luminore, hangende het onderzoek.
3.2.
Verzoeker legt hieraan het volgende ten grondslag.
Blijkens een rapport van de politie kan worden vastgesteld dat er sprake is een doen of nalaten van belanghebbenden in strijd met wet en de statuten. Tevens is, volgens dat rapport, ernstige twijfel ontstaan of het bestuur van Luminore wel naar behoren wordt gevoerd.
3.3.
Omtrent Luminore zijn geen aantoonbare (sociale) (media) activiteiten te vinden, op de registratie in het handelsregister na. Activiteiten om het doel te realiseren zijn niet bij verzoeker bekend. Ook is niet bekend op welke aandelen wordt gedoeld in de doelstelling. Het huidige bestuur is de opvolger van het oorspronkelijke bestuur, te weten: de heren [naam 1] (hierna: [naam 1] ) en [naam 2] (hierna: [naam 2] ). Deze laatste was samen met [belanghebbende sub 1] eveneens bestuurder van een andere stichting, te weten: Stichting Betuwse Evenementen. [naam 1] komt veelvuldig voor in de politiesystemen, hij staat bekend als een fiscale wanbetaler. Tevens is [naam 1] een van de huidige bestuursleden van de Stichting Betuwse Evenementen en van de Stichting Nederlandse Evenementen. Voor deze stichting zijn ook verzoeken ex artikelen 2:298 en 2:301 BW ingediend. Deze stichtingen zijn eigenaar van voertuigen welke gerelateerd zijn aan criminele activiteiten. Ook Luminore is eigenaar van een voertuig. Dat het huidige bestuur van Luminore de opvolgers van [naam 1] en [naam 2] zijn en dat [belanghebbende sub 1] eveneens bestuurder van de Stichting Betuwse Evenementen is sterkt het vermoeden dat er sprake in van een schijnconstructie en wanbeheer.

4.De beoordeling

4.1.
Artikel 19 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalt dat de rechter partijen over en weer in de gelegenheid stelt hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich uit te laten over elkaars standpunten en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, één en ander tenzij wet anders voortvloeit. Dit artikel staat er echter niet aan in de weg dat de rechter met het oog op de ernst van de aan het verzoek tot schorsing van bestuurders ten grondslag gelegde feiten of de spoedeisendheid van de verzochte voorzieningen tot het treffen daarvan overgaat zonder de bestuurders te horen (zie HR 20 april 2007, NJ 2007, 241). Bij de verdere behandeling van het gelijktijdig door verzoeker ingediende verzoek tot ontslag van het bestuur van Luminore kan dan worden beoordeeld of de gronden tot het treffen van de voorlopige voorzieningen toereikend waren en of de noodzaak tot het handhaven daarvan nog steeds bestaat. Het bestuur van Luminore zal op een later tijdstip in de procedure ex artikel 2:298 lid 1 BW in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt met betrekking tot de voorlopige voorziening kenbaar te maken.
4.2.
Gelet op het feit dat de bestuurders niet hebben voldaan aan het bevel van de voorzieningenrechter om inlichtingen te verschaffen en de ernst van de hiervoor bedoelde bedenkingen jegens het bestuur van Luminore zal de rechtbank voornoemde bestuurders van Luminore, in afwachting van de uitspraak op het verzoek tot hun ontslag, schorsen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
schorst hangende het onderzoek [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] als bestuurder van de stichting Stichting Luminore, gevestigd te Amsterdam,
5.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking aan het handelsregister doet toekomen.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.T. Beuving en in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2017. [1]

Voetnoten

1.type: