ECLI:NL:RBAMS:2017:4350

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 april 2017
Publicatiedatum
22 juni 2017
Zaaknummer
618919 / HA RK 16-429
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestuurders van stichtingen op verzoek van het Openbaar Ministerie

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 april 2017 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) tot schorsing van de bestuurders van twee stichtingen. Het verzoek is ingediend door mr. O.J.M. van der Bijl, Officier van Justitie, en betreft de stichtingen Stichting Nederlandse Evenementen en Stichting Betuwse Evenementen. De procedure begon met de indiening van verzoekschriften op 18 november 2016, gevolgd door herziene versies op 17 januari 2017, en culminerend in een mondelinge behandeling op de datum van de beschikking.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestuurders niet hebben voldaan aan een bevel om inlichtingen te verschaffen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft een van de bestuurders verklaard dat de stichtingen worden gebruikt om de werkelijke eigenaars van voertuigen te verhullen door deze op naam van de stichtingen te registreren. Gezien de ernst van de feiten en de spoedeisendheid van de situatie, heeft de rechtbank besloten om de bestuurders te schorsen in afwachting van de uitspraak op het verzoek tot hun ontslag.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is opgedragen om een afschrift van de beschikking aan het handelsregister te doen toekomen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. B.T. Beuving.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/618919 / HA RK 16-429
Beschikking van 25 april 2017
in de zaak van
OPENBAAR MINISTERIE IN HET ARRONDISSEMENTSPARKET AMSTERDAM,
verzoekster,
namens deze mr. O.J.M. van der Bijl, Officier van Justitie
en

1.[belanghebbende sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[belanghebbende sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
verschenen in persoon,
3. de stichting
STICHTING NEDERLANDSE EVENEMENTEN,
gevestigd te Amsterdam
belanghebbenden.
en in de zaa
zaaknummer / rekestnummer : C/13/618931 / HA RK 16-430 en
OPENBAAR MINISTERIE, ARRONDISSEMENTSPARKET AMSTERDAM,
namens deze mr. O.J.M. van der Bijl, Officier van Justitie,
verzoeker
en

1.[belanghebbende sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
2.
[belanghebbende sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
verschenen in persoon,
3. de stichting
STICHTING BETUWSE EVENEMENTEN,
gevestigd te gemeente Overbetuwe,
belanghebbenden.
Belanghebbende sub 1 in beide zaken wordt hierna [belanghebbende sub 1] genoemd. Belanghebbende sub 2 in beide zaken wordt hierna [belanghebbende sub 2] genoemd. Belanghebbende sub 3 in beide zaken wordt hierna de stichtingen genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschriften met bijlagen, ingekomen ter griffie op 18 november 2016;
  • de herziene versies van de verzoekschriften, ingekomen ter griffie op 17 januari 2017;
  • de mondelinge behandeling van de verzoeken op 25 april 2017.
1.2.
De beschikking is bepaald op heden.

2.Het verzoek

2.1.
Verzoeker verzoekt om een voorlopige voorziening op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek (BW), zijnde de schorsing van het bestuur van de stichtingen.

3.De beoordeling

3.1.
Artikel 19 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalt dat de rechter partijen over en weer in de gelegenheid stelt hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich uit te laten over elkaars standpunten en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, één en ander tenzij wet anders voortvloeit. Dit artikel staat er echter niet aan in de weg dat de rechter met het oog op de ernst van de aan het verzoek tot schorsing van bestuurders ten grondslag gelegde feiten of de spoedeisendheid van de verzochte voorzieningen tot het treffen daarvan overgaat zonder de bestuurders te horen (zie HR 20 april 2007, NJ 2007, 241). Bij de verdere behandeling van het gelijktijdig door verzoeker ingediende verzoek tot ontslag van het bestuur van de stichtingen kan dan worden beoordeeld of de gronden tot het treffen van de voorlopige voorzieningen toereikend waren en of de noodzaak tot het handhaven daarvan nog steeds bestaat. Het bestuur van de stichtingen heeft op de mondelinge behandeling van heden in de persoon van [belanghebbende sub 2] gebruik gemaakt van de gelegenheid om hun standpunten duidelijk te maken.
3.2.
Gelet op het feit dat de bestuurders niet hebben voldaan aan het bevel van de voorzieningenrechter om inlichtingen te verschaffen en het feit dat bestuurder [belanghebbende sub 2] ter terechtzitting heeft verklaard dat de stichtingen door hem en anderen worden gebruikt om te verhullen wie de daadwerkelijke eigenaars zijn van auto’s door deze auto’s op naam van de stichtingen te stellen. De rechtbank zal voornoemde bestuurders van de stichtingen, in afwachting van de uitspraak op het verzoek tot hun ontslag, schorsen.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
schorst [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] als bestuurders van de stichting Stichting Nederlandse Evenementen, gevestigd te Amsterdam en als bestuurders van de stichting Stichting Betuwse Evenementen, gevestigd te gemeente Overbetuwe,
4.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
4.3.
bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking aan het handelsregister doet toekomen.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.T. Beuving en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2017.