ECLI:NL:RBAMS:2017:4318

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 juni 2017
Publicatiedatum
20 juni 2017
Zaaknummer
13/728046-16
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis van Bulgaarse verdachte met voorwaarden voor verblijf en meldplicht in Bulgarije

Op 13 juni 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen over de schorsing van de voorlopige hechtenis van een Bulgaarse verdachte, geboren in 1988 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. De rechtbank heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis in overweging genomen, waarbij zij het dossier en de behandeling van de strafzaak ter terechtzitting heeft bekeken. De rechtbank oordeelt dat er termen aanwezig zijn om de voorlopige hechtenis te schorsen, onder bepaalde voorwaarden die de verdachte moet naleven.

De voorwaarden voor de schorsing zijn onder andere dat de verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis onttrekt, dat hij zich aan de tenuitvoerlegging van een eventuele andere straf houdt, en dat hij zich gedurende de schorsing niet aan strafbare feiten schuldig maakt. Daarnaast moet de verdachte verblijven op een specifiek adres in Bulgarije en moet hij de rechtbank en de officier van justitie op de hoogte stellen van eventuele adreswijzigingen.

De verdachte moet Bulgarije verlaten en terugkeren naar zijn woonland, waar toezicht op de schorsingsvoorwaarden zal worden gehouden. Hij mag Bulgarije niet verlaten, behalve om gevolg te geven aan een oproeping van justitie of politie in Nederland. De verdachte moet zich ook regelmatig melden bij de politie in Bulgarije en mag geen contact onderhouden met de slachtoffers of zich bemoeien met het werk van prostituees. De schorsing gaat in op het moment dat de erkenningsbeslissing van Bulgarije door het Internationaal Rechtshulp Centrum Haarlem is ontvangen en duurt tot de inhoudelijke behandeling van de strafzaak begint.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/728046-16
BESLISSING
De rechtbank heeft kennis genomen van het ter terechtzitting gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] (Bulgarije) op [geboortedatum]1988 ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
adres in het buitenland: [woonadres] (Bulgarije),
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [P.I.] .
De rechtbank heeft acht geslagen op het dossier, waaronder de stukken die op de voorlopige hechtenis van verdachte betrekking hebben. Voorts heeft zij de behandeling van de strafzaak tegen verdachte ter terechtzitting van 13 juni 2017 in aanmerking genomen.
De rechtbank acht termen aanwezig de schorsing van de voorlopige hechtenis van voornoemde verdachte te bevelen, onder na te noemen voorwaarden, waarover verdachte heeft verklaard bereid te zijn die na te leven.

BESLISSING:

Beveelt de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte
met ingang van het moment waarop de erkenningsbeslissing van de tenuitvoerleggingsstaat (Bulgarije) door het Internationaal Rechtshulp Centrum Haarlem is ontvangenen
tot het moment waarop de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen verdachte begintonder de voorwaarden:
1. verdachte zal zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis onttrekken, als het bevel tot schorsing wordt opgeheven;
2. indien verdachte wegens het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen, tot een andere straf dan vervangende vrijheidsstraf wordt veroordeeld, zal verdachte zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet onttrekken;
3. verdachte zal aan iedere oproeping in deze zaak van de kant van justitie of politie gevolg geven;
4. verdachte zal zich gedurende de schorsing niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
5. verdachte zal verblijven op het adres: [woonadres] (Bulgarije);
6. verdachte zal de rechtbank en de officier van justitie schriftelijk van iedere adreswijziging op de hoogte stellen;
7. verdachte zal
binnen drie dagenvolgend op de inwerkingtreding van de schorsing van de voorlopige hechtenis Nederland verlaten en terugkeren naar Bulgarije, binnen welke lidstaat van de Europese Unie toezicht op de schorsingsvoorwaarden zal worden gehouden;
8. verdachte zal Bulgarije niet verlaten, anders dan om gevolg te geven aan een oproeping van justitie of politie in Nederland;
9. verdachte zal zich
binnen vijf dagenvolgend op de inwerkingtreding van de schorsing van de voorlopige hechtenis voor de eerste keer melden bij het, nader door de officier van justitie te bepalen, bureau van politie in zijn woonplaats in Bulgarije;
10. verdachte zal zich vervolgens tweemaal per week melden op voornoemd bureau van politie; de specifieke dagen en tijdstippen waarop hij zich moet melden dienen te worden afgestemd met de officier van justitie en de politie op voornoemd politiebureau;
11. verdachte zal op geen enkele wijze (middellijk of onmiddellijk) contact onderhouden met [slachtoffers] ;
12. verdachte zal op geen enkele wijze bemoeienis hebben met het werk van prostituees, dus ook geen geld of goederen daaruit ontvangen.
Deze beslissing is genomen op 13 juni 2017 door:
mr. K.A. Brunner, voorzitter,
mrs. B.E. Mildner en M.T.C. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.C. Lieberwirth, griffier,
en is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de oudste rechter en de griffier.