Op 25 januari 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag, belediging van verbalisanten en wederspannigheid. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 18 juli 2016 in Amsterdam, waarbij de verdachte geprobeerd heeft zijn zus van het leven te beroven door haar keel dicht te knijpen. Tijdens het incident beledigde hij ook twee ambtenaren van de politie door in hun gezicht te spugen en verzet zich tegen hun rechtmatige uitoefening van hun taak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met meer dan geringe kracht handelde en dat zijn opzet gericht was op de dood van het slachtoffer. De rechtbank achtte de poging tot doodslag bewezen, evenals de belediging van de verbalisanten en de wederspannigheid. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en bijzondere voorwaarden. De rechtbank volgde deze eis en legde de verdachte een gevangenisstraf op van 18 maanden, met een voorwaardelijk deel en bijzondere voorwaarden, waaronder verplicht contact met een casusregisseur van de politie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen rechtvaardigingsgronden aanwezig waren.