ECLI:NL:RBAMS:2017:3951
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in belastingfraudezaak met betrekking tot onjuiste aangiften omzetbelasting en valsheid in geschrifte
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is verdachte vrijgesproken van belastingfraude en valsheid in geschrifte. De zaak betreft de tenlastelegging van het opzettelijk indienen van onjuiste aangiften omzetbelasting en het vervalsen van facturen en vervoersdocumenten. Het onderzoek vond plaats tijdens de zittingen op 1 en 16 februari 2017, waarbij de officier van justitie, mr. C. Goedegebuure, de vordering indiende. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte, geboren in 1951, betrokken was bij een organisatie die zich bezighield met belastingfraude, maar niet kon bewijzen dat hij op de hoogte was van de criminele activiteiten. De verdediging stelde dat verdachte onwetend was en slechts handelde op verzoek van zijn stiefzoon, die de organisatie leidde. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat verdachte opzettelijk valse documenten had opgemaakt of dat hij wist dat zijn eenmanszaak werd gebruikt voor fraude. De rechtbank concludeerde dat de aangiften omzetbelasting niet onjuist waren, omdat verdachte niet wist dat de goederen niet daadwerkelijk waren geleverd. Uiteindelijk werd verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij opzettelijk handelde in strijd met de wet.