ECLI:NL:RBAMS:2017:3944

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 juni 2017
Publicatiedatum
7 juni 2017
Zaaknummer
5627281 CV EXPL 17-454
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over bewijsvoering in bouwgeschil tussen JSD Bouw B.V. en bewoners van Amsterdams pand

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 juni 2017 een tussenuitspraak gedaan in een civielrechtelijk geschil tussen de besloten vennootschap JSD Bouw B.V. en de bewoners van een Amsterdams pand. JSD Bouw vorderde betaling van een openstaande factuur van € 7.195,05, terwijl de gedaagden in reconventie schadevergoeding eisten wegens tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden. De procedure begon met een dagvaarding op 30 december 2016, gevolgd door een comparitie op 4 mei 2017. Tijdens deze comparitie zijn beide partijen gehoord en hebben zij vragen van de kantonrechter beantwoord. JSD Bouw stelde dat de gedaagden niet hadden betaald voor de geleverde diensten, terwijl de gedaagden betwistten dat er een overeenkomst was over de hoogte van de kosten en dat zij te veel hadden betaald.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onderhandelingen hebben plaatsgevonden over een aannemingsovereenkomst, maar dat er geen definitieve overeenstemming is bereikt. De rechter heeft de feiten en omstandigheden rondom de werkzaamheden en de facturering in detail onderzocht. JSD Bouw heeft een offerte gepresenteerd waarin de kosten voor hak- en breekwerk zijn gespecificeerd, maar de gedaagden hebben betwist dat deze kosten correct zijn en dat er geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over extra werkzaamheden.

De kantonrechter heeft JSD Bouw de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren van haar stellingen, met betrekking tot de extra werkzaamheden en de prijsafspraken. De eindbeslissing over de overige geschilpunten is aangehouden, en de rechter heeft een datum vastgesteld voor de volgende zitting op 22 juni 2017, waar JSD Bouw haar bewijsvoering kan presenteren.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 5627281 CV EXPL 17-454
vonnis van: 8 juni 2017

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap JSD Bouw B.V.

gevestigd te Edam-Volendam
eiseres
nader te noemen: JSD Bouw
gemachtigde: mr. J.C.I. Veerman
t e g e n

1. [gedaagde sub 1]

2. [gedaagde sub 2]

beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
nader te noemen: [gedaagden]
gemachtigde: mr. M.W.R. Koch.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- dagvaarding van 30 december 2016 met producties;
- antwoord/eis in reconventie met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling comparitie;
- antwoord in reconventie.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 4 mei 2017. Voor JSD Bouw is verschenen [naam 1] , directeur, vergezeld door zijn gemachtigde. [gedaagden] is in persoon verschenen, vergezeld van zijn gemachtigde. Voorafgaand aan de comparitie heeft JSD Bouw nog bewijsstukken ingediend. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
Partijen hebben vanaf medio mei 2016 onderhandelingen gevoerd om te komen tot een aannemingsovereenkomst inzake het uitvoeren van diverse sloop- en bouwwerkzaamheden in de woning van [gedaagden] Tot overeenstemming is het niet gekomen.
1.2.
In een op 14 juli 2016 gedateerde offerte (hierna: de Offerte) is voor ‘hak en breekwerk’ (nader gespecificeerd) € 6.236,- begroot.
1.3.
Op 27 augustus 2016 heeft tussen partijen een bespreking plaatsgevonden waarbij is overeengekomen dat JSD Bouw op maandag 29 augustus 2016 zou beginnen met voorbereidende hak- en breekwerkzaamheden. [gedaagden] heeft aan JSD Bouw hierover een e-mail gezonden met onder meer de volgende inhoud:
“(…) Om de omvang van de werkzaamheden geen vertraging te laten oplopen hebben we afgesproken dat jullie aanstaande maandag 29 augustus zullen beginnen met de voorbereidende (sloop-) werkzaamheden. (…) We spraken af aanstaande dinsdag 30 augustus nader overleg te voeren over de offerte waarbij we ernaar streven dan overeenstemming te bereiken over de offerte en de hoogte van de vergoeding/aanneemsom. (…).”
1.4.
JSD Bouw heeft op 29 augustus 2016 een (voorschot)factuur voor de werkzaamheden aan [gedaagden] verzonden van € 7.500,00 exclusief BTW, welke nota door [gedaagden] is voldaan.
1.5.
Partijen hebben op 2 september 2016 opnieuw overleg met elkaar gehad over de hoogte van de offerte voor de bouwwerkzaamheden, waarbij geen overeenstemming is bereikt. In de offerte van die datum is voor ‘hak- en breekwerk € 6.580,- begroot, exclusief 21 % btw, parkeerkosten en ‘AK 7%, w/r 3% en CAR-verz.’
1.6.
Op 5 september 2016 heeft [gedaagden] per e-mail aan JSD Bouw laten weten dat er niet verder gewerkt mocht worden zonder overeenstemming over de hoogte van de aanneemsom.
1.7.
JSD Bouw heeft op 6 september 2016 het aan haar toebehorende materiaal en materieel uit de woning weggehaald.
1.8.
JSD Bouw heeft op 21 september 2016 een eindfactuur (tot en met 21 september 2016) gezonden voor de verrichte werkzaamheden en bijkomende kosten. Daarop staat:
- arbeidsloon (zie bijlage) € 7.272,57
- kosten onderaannemers/leveranciers (zie bijlage) € 5.212,01
- parkeergeld € 183,00
- huur verreiker € 500,00
- huur kango € 20,00
- profielen stellen € 8,00
- transport materieel € 85,00
- lijmen muur € 198,00
- reeds gefactureerd middels factuur 16700462 - € 7.500,00
Inclusief btw bedraagt het bedrag dat volgens de factuur moet worden voldaan € 7.195,65
1.9.
[gedaagden] heeft deze factuur niet voldaan.
In conventie

Vordering

2. JSD Bouw vordert dat [gedaagden] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 7.195,05 aan hoofdsom;
b. € 889,09 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. rente over € 7.195,05 vanaf 12 november 2017;
d. de proceskosten.
JSD Bouw stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat [gedaagden] ondanks aanmaningen niet tot betaling van de onder 1.8. genoemde openstaande factuur overgaat. Volgens JSD Bouw is er in de Offerte een splitsing gemaakt tussen de arbeidsuren voor de sloopwerkzaamheden (€ 6.580,- exclusief btw) en daarmee samenhangende kosten (waaronder ontheffingen, precario, afvoer en stortkosten bouwafval, klein gereedschap, parkeervergunning, etc.). Deze kosten worden daarom apart gefactureerd en komen voor rekening van [gedaagden]

Verweer

3. [gedaagden] heeft aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat de in de offerte opgenomen som voor hak- en breekwerkzaamheden als vaste aanneemsom moet worden beschouwd, zoals gefactureerd met de onder 1.4 genoemde factuur, die is voldaan. [gedaagden] was zich er niet van bewust dat met de geoffreerde som van € 6.580,-- exclusief BTW slechts arbeidsloon van JSD Bouw werd bedoeld. Dit is niet besproken en een uurtarief is ook nooit overeengekomen. [gedaagden] heeft zelfs een bedrag van € 1.113,20 inclusief BTW te veel betaald. [gedaagden] heeft ter zitting erkend dat er wel een aantal bijkomende kosten zijn gemaakt zoals parkeerkosten, precario en afvalkosten, maar niet tot de door JSD Bouw in haar factuur genoemde hoogte. Er is slechts 4-5 dagen gewerkt in plaats van meerdere maanden.

In reconventie

Vordering

4. [gedaagden] vordert dat JSD Bouw bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 21,43 uit hoofde van onverschuldigde betaling;
b. € 10.192,76 aan schade;
c. rente over € 10.214,19 vanaf 9 maart 2017;
d. de proceskosten.
5. [gedaagden] stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat zij met de voldoening van de voorschotnota een bedrag van € 21,43 te veel heeft betaald. Voorts stelt [gedaagden] schade hebben geleden, doordat JSD Bouw het afgesproken werk niet af heeft gemaakt en tekort is geschoten in de uitvoering. Voor het afmaken van het hak- en breekwerk en de afvoer van het sloopafval heeft [gedaagden] een bedrag van € 2.190,00 moeten voldoen aan een derde. Omdat JSD Bouw niet alle leidingen had afgedopt, is er gruis in de leidingen terecht gekomen, reden waarom de meeste leidingen moesten worden vervangen. Hiervoor heeft [gedaagden] een bedrag van € 860,00 exclusief BTW moeten betalen. Als gevolg van het doorknippen van de aan- en afvoerleidingen en de elektriciteitskabels waren de airco’s niet meer te gebruiken en moesten deze worden vervangen. De kosten hiervoor bedragen € 4.611,00 exclusief BTW. Tenslotte stelt [gedaagden] dat er cilinders vervangen moesten worden waarmee een bedrag van € 471,10 inclusief BTW gemoeid is.

Verweer

6. JSD Bouw heeft aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat [gedaagden] tijdens de bespreking tussen partijen op vrijdagmiddag 2 september 2016 geen op- en/of aanmerkingen heeft geuit over niet (juist) uitgevoerde werkzaamheden. Nadat [gedaagden] op 5 september 2016 via de mail had medegedeeld geen verdere werkzaamheden door JSD Bouw te willen laten uitvoeren, heeft JSD Bouw haar werknemers het nog aanwezige materiaal en materieel op dinsdag 6 september 2016 laten weghalen. [gedaagden] heeft pas bij brief van 13 oktober 2016 aan JSD Bouw medegedeeld dat werkzaamheden niet juist zouden zijn uitgevoerd en niet alle hak- en breekwerkzaamheden waren afgerond, dit is niet binnen bekwame tijd aldus JSD Bouw.

Beoordeling in conventie

7. [gedaagden] heeft JSD Bouw opdracht gegeven om een aanvang te maken met hak- en sloopwerk, voordat partijen overeenstemming hadden bereikt over een totale prijs voor de werkzaamheden die [gedaagden] door JSD Bouw wilde laten doen. In de Offerte die bij aanvang van de werkzaamheden op tafel lag, was voor hak- en sloopwerk een bedrag van € 6.580,- begroot, exclusief 21 % btw, parkeerkosten en ‘AK 7%, w/r 3% en CAR-verz.’ Bij gebreke van aanknopingspunten op grond waarvan van een andere prijs moet worden uitgegaan, zal de kantonrechter dit bedrag beschouwen als zijnde de overeengekomen aanneemsom voor het hak- en sloopwerk, zoals gespecificeerd in de Offerte. JSD Bouw heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er tussen partijen een uurtarief is afgesproken. De hoogte van het gestelde uurtarief is ook nergens vermeld. Evenmin is er iets over meerwerk opgenomen in de Offerte.
8. Voor zover JSD Bouw stelt dat de in rekening gebrachte arbeidskosten mede betrekking hebben op extra werkzaamheden (zoals het bouwen van een scheidingswand) waarvoor door [gedaagden] opdracht is gegeven, wordt door [gedaagden] betwist dat daarvoor opdracht is gegeven. JSD Bouw heeft bewijs door middel van getuigen aangeboden van haar stelling, zodat zij in de gelegenheid zal worden gesteld om bewijs te leveren. JSD Bouw zal ook moeten bewijzen dat voor die extra werkzaamheden prijsafspraken met [gedaagden] zijn gemaakt.
Kosten onderaannemers
9. Er bestaat tussen partijen discussie over de € 5.212,01 door JSD Bouw in rekening gebrachte kosten voor ‘onderaannemers/leveranciers’. In een bijlage bij de factuur zijn deze kosten gespecificeerd. Er zijn bedragen opgenomen die JSD Bouw aan derden heeft betaald voor vervoer van de verreiker, het verwijderen van de airco’s en het afdoppen van leidingen. Voorts zijn er aan de Gemeente Amsterdam bedragen betaald voor ‘parkeervergunning en borden’ en voor ‘precario parkeervakken’. De bijlage bevat verder een opsomming van aangeschafte gereedschappen, materialen en bouwmaterialen en van kosten voor afvoer van bouw- en sloopafval.
10. JSD Bouw heeft de kosten die zij voor gereedschappen en bouwmaterialen heeft betaald aan de firma Groenhart en BMN Bouwmaterialen onderbouwd met nota’s. [gedaagden] heeft aangevoerd dat niet is aangetoond dat deze materialen nodig waren voor het hak- en breekwerk. In de Offerte staat voor sloopgereedschap € 45,00 begroot en voor persoonlijke beschermingsmiddelen € 63,00. Gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagden] had van JSD Bouw mogen worden verwacht dat zij de noodzaak van de in rekening gebrachte materialen nader had onderbouwd. Nu zij dat niet heeft gedaan zullen slechts de voornoemde geoffreerde bedragen (totaal € 108,-) worden toegewezen.
11. Voor het transport van de verreiker is in de offerte tweemaal € 300,- opgenomen. Dit bedrag, en dus niet de in rekening gebrachte bedragen (tweemaal € 360,00) zal worden toegewezen.
12. De kosten voor het U-profiel met bijbehorende spaanplaatschroeven, onderbouwd met een nota van Nieuw Leven, zijn gemaakt voor de plaatsing van een scheidingswand, waarvan [gedaagden] betwist dat daarvoor opdracht is gegeven. Of deze kosten zijn verschuldigd, hangt daarom af van de uitkomst van de bewijsopdracht als genoemd onder 5. Dit geldt ook voor de kosten voor ‘lijmen muur’ en ‘profielen stellen’ die afzonderlijk op de nota staan vermeld.
13. In de Offerte is onder de post hak- en breekwerk inbegrepen het afvoeren en opruimen van onder meer puin. JSD Bouw heeft aangevoerd dat dit de werkzaamheden betreft die door haar zijn verricht om het puin van de woning naar de containers te vervoeren en dat voor de afvoer door derden naar de stortplaats extra moet worden betaald. In de Offerte is voor ‘stortkosten puin’ € 130,- begroot, voor ‘stortkosten hout € 155,00’ en voor ‘stortkosten gemixd’ €1.158,-. JSD Bouw heeft de daarvoor door haar op de nota vermelde kosten van € 1.158,00 onderbouwd met nota’s van de firma Tol Milieu. [gedaagden] heeft de stellingen van JSD Bouw niet, althans onvoldoende betwist. Deze kosten dient [gedaagden] dan ook te voldoen.
14. Het ‘afdoppen sanitair’ is in de Offerte eveneens onder de post hak- en breekwerk genoemd. Erachter staat vermeld: ‘incl. loodg.’ JSD Bouw heeft ter zitting toegelicht dat daarmee werd bedoeld dat die kosten apart door de loodgieter in rekening zouden worden gebracht. [gedaagden] heeft terecht aangevoerd dat zij dit niet zo heeft kunnen begrijpen. Daar komt bij dat op de specificatie van het loodgieterswerk deze post niet is opgenomen. Dit bedrag hoeft [gedaagden] dan ook niet te voldoen.
15. [gedaagden] betwist dat zij opdracht heeft gegeven voor het verwijderen airco’s. Wel heeft zij opdracht gegeven voor het verplaatsen daarvan. In de Offerte is daarvoor € 695,00 begroot. De airco’s zijn niet meer teruggeplaatst. [gedaagden] heeft onbetwist aangevoerd dat de airco’s in een ruimte hingen waarin gesloopt moest worden, zodat ze verwijderd moesten worden om daarna te worden teruggeplaatst. De kosten van deze verwijdering, een bedrag van € 168,00, waarvan de hoogte door [gedaagden] niet wordt betwist, dient [gedaagden] te voldoen.
Parkeergeld
16. De kosten voor parkeren zijn in de Offerte begroot op € 1.075,00. Voor het plaatsen van borden is € 353,- geoffreerd en voor precario ten behoeve van gebruik parkeervak € 1.470,-. In de nota is € 183,00 parkeergeld in rekening gebracht, € 353,00 voor ’parkeervergunning + borden’ en € 1.470,- aan ‘precario parkeervakken’. JSD Bouw heeft een en ander onderbouwd met een nota van de gemeente Amsterdam van € 231,50 voor de vergunning en een nota van Parkmobile van € 112,50 voor parkeergeld. Voor de kosten van precario ontbreekt een factuur. [gedaagden] heeft de in rekening gebrachte kosten betwist. Zij voert aan dat in de offerte rekening is gehouden met een langere periode voor de bouw- en sloopwerkzaamheden dan de week die JSD Bouw feitelijk aan hak- en breekwerk heeft besteed. De nota van Parkmobile bevat geen data en er is niet te zien waar deze betrekking op heeft. De parkeervergunning is voor drie weken afgegeven, terwijl er maar een week is gewerkt. De kantonrechter acht de geoffreerde en in rekening gebrachte kosten voor precario en parkeervergunning + borden toewijsbaar, doch niet de parkeerkosten, nu die onvoldoende gespecificeerd zijn. Het is begrijpelijk dat JSD Bouw de precario en parkeervergunning voor de gehele verwachte bouwperiode heeft voldaan. Dat de werkzaamheden van JSD Bouw korter hebben geduurd dan aanvankelijk werd verwacht, komt voor rekening van [gedaagden]
Huur verreiker
17. De door JSD Bouw overgelegde offerte van Boels Rental ziet niet op de huur van de verreiker voor [gedaagden] Ter zitting heeft JSD Bouw immers erkend dat zij over een eigen verreiker beschikt en die heeft gebruikt. In de Offerte is voor de huur van een verreiker € 200,- per week opgenomen. Nu de hak- en sloopwerkzaamheden slechts een week hebben geduurd zal daarvoor € 200,- worden toegewezen.
Huur kango
18. Tegen de kosten voor ‘huur kango’ heeft [gedaagden] geen verweer gevoerd, zodat die zullen worden toegewezen.
Transport materieel
19. [gedaagden] heeft tegen de in rekening gebrachte kosten voor ‘transport materieel’ aangevoerd dat deze niet zijn gespecificeerd en ook niet te begrijpen zijn, aangezien ook al voor transport van de verreiker en transport van afval kosten in rekening zijn gebracht. Dit verweer slaagt. Deze kosten hoeft [gedaagden] niet te voldoen.
20. De slotsom van het voorgaande luidt tot nu toe, dat JSD Bouw € 6.580,00 plus € 4.077,00 exclusief btw aan kosten terecht in rekening heeft gebracht, waarvan
€ 7.500,00 inclusief btw reeds is voldaan. JSD Bouw zal in de gelegenheid worden gesteld om bewijs te leveren van haar stelling dat [gedaagden] haar opdracht heeft gegeven voor andere werkzaamheden dan alleen hak- en breekwerk, zoals het bouwen van een scheidingswand, en dat daarover prijsafspraken zijn gemaakt. De eindbeslissing over de overige geschilpunten zal worden aangehouden.

Beoordeling in reconventie

21. Gelet op hetgeen in conventie is overwogen, is er geen sprake van dat [gedaagden] te veel heeft betaald. De vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling zal daarom worden afgewezen.
21. [gedaagden] heeft naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming waardoor zij schade heeft geleden. De door haar overgelegde foto’s zijn daarvoor niet voldoende.
23. Dat de hak- en breekwerkzaamheden niet waren afgerond na het vertrek van JSD Bouw wordt door JSD Bouw gemotiveerd betwist en kan aan de hand van de overgelegde foto’s niet worden vastgesteld. Wel heeft JSD Bouw erkend dat er nog een radiator moest worden afgevoerd. In de overgelegde offerte van het bedrijf dat [gedaagden] vervolgens heeft ingehuurd om het werk af te maken, is daarvoor geen (duidelijke) post opgenomen. In deze offerte is wel een aantal posten opgenomen die betrekking hebben op sloop, maar niet kan worden vastgesteld of - zoals [gedaagden] stelt - de sloop van de hier genoemde onderdelen was inbegrepen in de opdracht aan JSD Bouw. Overigens heeft [gedaagden] bij e-mail van 5 september 2016 aan JSD Bouw te kennen gegeven dat zij niet verder mocht gaan met de werkzaamheden, zodat het eventueel niet gereed zijn van hak- en breekwerk voor rekening van [gedaagden] komt.
24. Ten aanzien van de schade wegens het niet afdoppen van leidingen overweegt de kantonrechter als volgt. JSD Bouw heeft betwist dat zij de leidingen niet heeft afgedopt. Maar zelfs al zou zij niet alle leidingen hebben afgedopt, dan staat niet vast dat daarom de (meeste) leidingen moeten worden vervangen. De stelling van [gedaagden] dat er wellicht gruis in de leidingen is gekomen, is daartoe onvoldoende. Voor de gestelde schade, met name de noodzaak van vervanging, is onvoldoende aangevoerd.
25. Dat de airco’s niet meer herbruikbaar waren is evenmin komen vast te staan. Het (volgens [gedaagden] onprofessioneel) doorknippen van kabels leidt er nog niet toe dat de airco’s in zijn geheel onbruikbaar zijn geworden. Het verweer van JSD Bouw, dat de airco’s met vervanging van kabels opnieuw hadden kunnen worden geplaatst treft doel. Dit blijkt immers ook uit de door [gedaagden] overgelegde offerte (productie 7), waarin staat:
“(…)Er zijn 2 gedateerde split airconditioners aanwezig. Vanzelfsprekend kunnen wij deze (her)monteren en koeltechnisch aansluiten. (…)”.De kosten voor vervanging van de gedateerde airco’s door geheel nieuwe airco’s kunnen niet als schade worden opgevoerd.
26. De Fermacell vloer is volgens [gedaagden] door JSD Bouw beschadigd, zo zou blijken uit overgelegde foto nr. 9. JSD Bouw weerspreekt dit. Zij heeft in opdracht van [gedaagden] de spaanplaten van de vloer verwijderd, omdat er op de reeds aanwezige ondervloer een nieuwe vloer zou worden geplaatst. Door de verwijdering van de spaanplaten was de ondervloer niet langer beschermd. Op de ondervloer kan echter volgens JSD Bouw probleemloos een nieuwe vloer worden gelegd. De kantonrechter acht onvoldoende aangetoond dat de Fermacell vloer, die kennelijk als ondervloer dient en waarop een nieuwe vloer zou worden gelegd, door toedoen van JSD Bouw is beschadigd. Op de overgelegde foto is slechts een klein hoekje van de vloer, naast de deurpost, zichtbaar en uit de overgelegde offerte van de opvolgend aannemer valt niet op te maken welke kosten gemoeid zijn met herstel van die schade.
27. [gedaagden] stelt dat JSD Bouw zonder daartoe opdracht te hebben gekregen en bovendien op de verkeerde plek een muurtje heeft gebouwd. Volgens JSD Bouw heeft zij van [gedaagden] opdracht gekregen voor de bouw van de muur op die plek. Dit wordt betwist door [gedaagden] De bewijslevering als hiervoor genoemd onder overweging 20 ziet mede op deze gestelde opdracht. Voor de beoordeling van de schadevordering van [gedaagden] is de uitkomst daarvan echter niet van belang. [gedaagden] heeft immers onvoldoende onderbouwd wat de schade is die zij hierdoor heeft geleden. De overgelegde offerte van de opvolgend aannemer bevat daarvoor geen aparte post. De vordering is op dit punt dan ook onvoldoende onderbouwd.
28. Ten slotte heeft [gedaagden] vergoeding van de kosten voor vervanging van cilindersloten gevorderd, omdat JSD Bouw de sleutels niet zou hebben ingeleverd. JSD Bouw betwist dat zij de sleutels niet heeft ingeleverd en zegt dat zij ze heeft achtergelaten in de woning. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagden] voor de noodzaak tot vervanging van de cilindersloten onvoldoende heeft gesteld. Een set sleutels kan immers eenvoudig worden bijgemaakt.
29. Uit het voorgaande volgt dat de gevorderde schade zal worden afgewezen. In afwachting van de bewijslevering in conventie, zal de eindbeslissing worden aangehouden.

BESLISSING

De kantonrechter:
laat JSD Bouw toe te bewijzen hetgeen onder overweging 20 in dit vonnis als te bewijzen is geformuleerd;
bepaalt dat ter openbare terechtzitting van
22 juni 2017 te 10.00 uuraan JSD Bouw de gelegenheid wordt geboden om te kennen te geven of, en zo ja, op welke wijze van die bewijsopdracht gebruik zal worden gemaakt, of daartoe getuigen zullen worden gehoord en zo ja, welke getuigen worden voorgedragen, waarna daarvoor dag en uur zullen worden bepaald;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. I.H.J. Konings, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 juni 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.