ECLI:NL:RBAMS:2017:3934

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2017
Publicatiedatum
7 juni 2017
Zaaknummer
13/698310-16
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichting van een kwetsbaar slachtoffer door zich voor te doen als klusjesman

Op 6 juni 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 38-jarige man uit Amstelveen, die werd beschuldigd van oplichting van een 74-jarige vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich gedurende een periode van bijna een jaar heeft voorgedaan als klusjesman, onder de naam [naam 1], en de vrouw heeft misleid door haar te laten geloven dat hij haar kon helpen met verschillende problemen. De verdachte heeft de vrouw, die bij tijd en wijlen verward was, ertoe bewogen aanzienlijke bedragen aan hem te betalen, in totaal € 71.100,-. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en hem verplicht om schadevergoeding van bijna € 85.000,- aan het slachtoffer te betalen. De rechtbank heeft de ernst van de zaak benadrukt, gezien de kwetsbaarheid van het slachtoffer en het feit dat de verdachte eerder aan vermogensdelicten schuldig was.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/698310-16 (Promis)
Datum uitspraak: 6 juni 2017
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboortegegevens] 1979,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. S.M. Hoogerheide, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. S.L.J. Swart, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks het tijdsvlak van 10 januari 2015 tot en met 2 december 2015 te Amstelveen, althans in Nederland, meermalen althans eenmaal telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van geld (in totaal 84.680 euro of
daaromtrent), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] meegedeeld genaamd te zijn [naam 1] , en/of
- tegenover die [benadeelde 1] (die bij tijd en wijlen een verwarde indruk maakte) zich voorgedaan als een klusjesman en/of iemand die de problemen die [benadeelde 1] ervaarde met haar buurman zou kunnen oplossen en/of als iemand die haar hond uit het asiel zou halen (voor welke diensten, die slechts ter dele verricht zijn, een (aanzienlijk) hoger bedrag dan gebruikelijk voor dergelijke werkzaamheden in rekening kon bracht),
waardoor [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Nadere bewijsoverweging
4.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de oplichting van [benadeelde 1] voor het gehele ten laste gelegde bedrag kan worden bewezen op basis van (onder meer) de aangifte van [benadeelde 1] , de verklaringen van de diverse getuigen, de herkenning van verdachte door [benadeelde 1] en het proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek naar de financiële situatie van [benadeelde 1] in de periode dat verdachte onder de naam [naam 1] klusjes verrichtte.
4.1.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het ten laste gelegde feit wegens gebrek aan bewijs.
4.1.3
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde 1] heeft aangifte gedaan ter zake oplichting tegen een klusjesman, die zij kende onder de naam [naam 1] . De verklaring van [benadeelde 1] dat zij een klusjesman had die zichzelf zo noemde – die onder andere beveiligingswerkzaamheden voor haar verrichtte – en aan wie zij veel geld heeft betaald, wordt (onder meer) ondersteund door de getuigenverklaringen van haar dochter [benadeelde 2] , haar ex-man [benadeelde 3] en haar buurvrouw [naam 2] . Al deze getuigen hebben verklaard de klusjesman één of meermalen gezien te hebben en dat hij zich ook voorstelde met de naam [naam 1] . Zowel de ex-man als de buurvrouw van [benadeelde 1] hebben op haar verzoek geld overhandigd aan de klusjesman. Daarnaast zijn er diverse mutaties in het politiesysteem waaruit volgt dat [benadeelde 1] over een klusjesman genaamd [naam 1] heeft verklaard. Op basis hiervan gaat de rechtbank er vanuit dat [benadeelde 1] – hoewel zij blijkens het dossier af en toe een verwarde indruk maakte – daadwerkelijk veelvuldig gebruik heeft gemaakt van de diensten die werden aangeboden door een klusjesman die zich [naam 1] noemde. Uit de aangifte van [benadeelde 1] , de bevindingen van de wijkagent en de verklaringen van de dochter, de ex-man, de buurvrouw, en de sociaal werkers van [benadeelde 1] blijkt dat deze klusjesman [benadeelde 1] heeft opgelicht, door misbruik te maken van haar verwarde toestand en in reactie op de verhalen van [benadeelde 1] over haar buurman haar allerlei non-existente diensten aan te bieden, zoals het doen van aangifte tegen de buurman, het laten regelen dat de buurman gearresteerd zou worden, het beheren van door de buurman gestolen sieraden in een kluis, etcetera, waarvoor hij zich grof heeft laten betalen.
Dat verdachte de persoon is die zich uitgaf als klusjesman [naam 1] blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit het volgende.
Wijkagent [naam wijkagent] heeft tijdens een huisbezoek aan [benadeelde 1] op 23 februari 2015 een nota op naam van [naam 1] in haar woning zien liggen, waarop het telefoonnummer [nummer] stond vermeld. Bij het natrekken van dit telefoonnummer kwamen een aantal registraties naar voren waarin dit nummer was vermeld. Deze registraties bestonden voornamelijk uit aangiften of meldingen van oplichtingszaken waarin een klusser zich aanbood voor kluswerkzaamheden. Aan deze oplichtingszaken stond verdachte als verdachte gekoppeld.
Blijkens de getuigenverklaringen van de medewerksters van het Sociaal Team van de gemeente Amstelveen, [getuige 1] en [getuige 2] , waren zij op 28 oktober 2015 bij [benadeelde 1] toen [benadeelde 1] op haar huistelefoon werd gebeld door de klusjesman. Hij belde omdat hij
€ 300,- van [benadeelde 1] wilde hebben – volgens de verklaring van [getuige 1] – voor de betaling van de huur van een kluis waar de gestolen goederen van [benadeelde 1] in zouden zitten en voor benzine. Hij vroeg [benadeelde 1] om naar de [adres] te komen om het geld te betalen, maar [benadeelde 1] zei dat hij naar haar huis moest komen om het op te halen. Hierop zijn [getuige 1] en [getuige 2] in hun auto, die schuin tegenover de woning van [benadeelde 1] geparkeerd stond, blijven wachten tot de klusjesman zou verschijnen. Enige tijd later zagen zij een man naar binnen gaan in de woning van [benadeelde 1] . Ongeveer vijf minuten later zagen zij dat deze man de woning weer verliet. Zij geven een signalement dat past bij het uiterlijk van verdachte en een signalement van een vrouw die in de auto bleef zitten dat past bij de vrouw van verdachte. Vervolgens zagen zij de man wegrijden in een blauwe Seat Ibiza met kenteken [kenteken] . Zij zijn de man in deze auto gevolgd en zagen de auto uiteindelijk het woonwagenkampterrein op de [adres] te Amstelveen oprijden.
Uit onderzoek is gebleken dat de tenaamgestelde van het voertuig met kenteken [kenteken] [naam 3] is, de moeder van verdachte. Verder is gebleken dat verdachte woonachtig is op de [adres] .
Verdachte heeft verklaard dat hij de auto van zijn moeder wel eens leent en – na aanvankelijk ontkend te hebben dat hij de straat de [adres] , waar [benadeelde 1] woont, kende – dat hij bij [benadeelde 1] is geweest in verband met het dicht maken en ophangen van een brievenbus. Volgens verdachte kwam hij op 28 oktober 2015, toen [getuige 1] en [getuige 2] hem bij de woning van [benadeelde 1] hebben gezien, een bedrag van € 300,- ophalen voor de verrichte werkzaamheden aan de brievenbus. Deze verklaring acht de rechtbank echter niet geloofwaardig gelet op de verklaring van [getuige 1] , te weten dat de klusjesman geld kwam ophalen voor de betaling van de huur van een kluis en voor benzine.
Tot slot heeft [benadeelde 1] verdachte op een kopie van de pasfoto op zijn identiteitskaart herkend als haar klusjesman [naam 1] .
Op basis van voormelde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank bewezen dat verdachte degene is die zich uitgaf als klusjesman [naam 1] en die [benadeelde 1] heeft opgelicht.
Anders dan de officier van justitie, acht de rechtbank niet bewezen dat [benadeelde 1] door verdachte in de tenlastegelegde periode is opgelicht voor het gehele ten laste gelegde bedrag van € 84.680,-. Een deel van de in deze berekening meegenomen bedragen is immers door [benadeelde 1] opgenomen van haar rekening en de rekening van haar zoon voorafgaand aan de ten laste gelegde periode van 10 januari 2015 tot en met 2 december 2015.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [benadeelde 1] in de ten laste gelegde periode ten behoeve van verdachte een bedrag van € 31.420,- heeft opgenomen van haar eigen rekening en een bedrag van € 31.100,- van de rekening van haar zoon. Nu [benadeelde 1] heeft verklaard dat zij zelf nagenoeg alles giraal betaalt en het – conform de verklaring van [benadeelde 1] en haar dochter – veelal om grote, ronde bedragen gaat die in veel gevallen zijn opgenomen bij de pinautomaat aan de Van der Hooplaan in Amstelveen (postcode 1185 GC), gaat de rechtbank er vanuit dat al deze geldopnames aan verdachte zijn toegekomen. Voorts blijkt uit de bewijsmiddelen dat [benadeelde 1] ten behoeve van verdachte een bedrag van € 4.800,- heeft overgemaakt op een rekeningnummer van [naam 4] . Van haar dochter heeft [benadeelde 1] ten behoeve van verdachte in totaal een contant bedrag van € 2.780,- ontvangen en de ex-man van [benadeelde 1] heeft op haar verzoek een bedrag van € 1.000,- contant aan verdachte betaald. Deze op haar verzoek aan verdachte betaalde bedragen kunnen worden beschouwd als lening aan [benadeelde 1] en hetzelfde geldt voor de gelden die [benadeelde 1] aan de rekening van haar zoon heeft onttrokken teneinde betalingen aan verdachte te doen. De rechtbank concludeert op basis hiervan dat het totale bedrag waarvoor [benadeelde 1] door verdachte is opgelicht € 71.100,- bedraagt. Het ten laste gelegde zal in zoverre dus bewezen worden verklaard.
4.2
Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 5. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
in het tijdsvlak van 10 januari 2015 tot en met 2 december 2015 te Amstelveen, meermalen telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van geld, in totaal 71.100 euro of daaromtrent, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en in strijd met de waarheid:
- die [benadeelde 1] meegedeeld genaamd te zijn [naam 1] , en
- tegenover die [benadeelde 1] , die bij tijd en wijlen een verwarde indruk maakte, zich voorgedaan als een klusjesman en iemand die de problemen die [benadeelde 1] ervaarde met haar buurman zou kunnen oplossen en als iemand die haar hond uit het asiel zou halen, voor welke diensten, die slechts ter dele verricht zijn, een (aanzienlijk) hoger bedrag dan gebruikelijk voor dergelijke werkzaamheden door hem in rekening is gebracht,
waardoor [benadeelde 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Bewijs

Bewijsmiddelen

1.Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1300-2015251790-1 van

2 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (p. 03 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 1] , zakelijk weergegeven:
Ik wens aangifte te doen tegen [naam 1] terzake oplichting. Begin januari stond er een man voor de deur zie zich “de klusser” noemde. Hij vroeg mij: Wat kan ik voor u doen. [naam 1] hoorde mijn verhaal met betrekking tot mijn buren en vertelde me dat hij de buurman zou arresteren. [naam 1] zou ook weten waar de gestolen sieraden waren. Deze waren gestolen door mijn buren en volgens [naam 1] zou het ergens in een kluis liggen.
Voor al deze handelingen en werkzaamheden wilde [naam 1] geld hebben.
Ik heb hem ook gezegd dat ik het één en ander opgelost wilde hebben met betrekking tot mijn zoon, die tbs heeft. Mijn zoon heeft eerder geprobeerd om brand te stichten in mijn huis. De klusser reageerde hierop door te zeggen: dan ga ik eerst brandmelders en een brandalarmsysteem plaatsen. Rond 17 maart 2015 heb ik voor brandmelders en het brandalarmsysteem 4.800 euro betaald. Dit het ik via de giro overgemaakt naar dhr. [naam 4] , IBAN [nummer] .
Van januari tot november heb ik het salaris van [naam 1] betaald. Ik moest de huur betalen van de kluis waar de gestolen goederen lagen opgeslagen.
Op slinkse wijze probeerde hij me iedere keer geld afhandig te maken. Ik moest het dan pinnen en lijfelijk overhandigen. Meestal in de [adres] in Amstelveen. Hij belde me iedere keer op en zei me dat hij meer geld moest hebben, omdat anders de arrestatie van de buurman niet kon plaatsvinden. Ik heb dus iedere keer betaald, omdat ik [naam 1] geloofde. Hij gaf duidelijk aan en liet mij geloven dat hij veel voor mij kon regelen. Hij heeft wel het één en ander gedaan, maar veel dus niet, terwijl ik wel geld betaald heb.
Ik ben bewindvoerder van mijn zoon. Ik overhandig u de bankafschriften op zijn naam gesteld, maar waarvan ik geld gepind heb ten behoeve van [naam 1] .

2.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2015251790-2 van

4 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam wijkagent] (p. 21 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voormelde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 23 februari 2015 heb ik in mijn functie als wijkagent een huisbezoek afgelegd bij mevrouw [benadeelde 1] op haar woonadres [adres] . Tijdens dit huisbezoek verklaarde mevrouw [benadeelde 1] dat ze een klusjesman gevraagd had om haar huis te beveiligen. Deze klusjesman zou zijn genaamd [naam 1] . Tijdens dit gesprek zag ik een nota liggen van de klusjesman genaamd [naam 1] .
De informatie op de nota was: [naam 1] , [nummer] .
Dit telefoonnummer zou in gebruik zijn bij: [verdachte] .
Tussen 23 februari 2015 en 2 juni 2015 zijn er door [naam 5] van Vita Welzijn diverse bezoeken geweest. Uit dit contact kwam naar voren dat [naam 1] met grote regelmaat bij [benadeelde 1] kwam en daarbij zijn diensten aanbood.

3.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2015251790-3 van

11 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (p. 31).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voormelde verbalisant, zakelijk weergegeven:
De registraties waarin het nummer [nummer] was vermeld bestonden voornamelijk uit aangiften of meldingen van oplichtingszaken waarin een klusser zich aanbood voor kluswerkzaamheden. Aan deze oplichtingszaken stond ook een verdachte gekoppeld, dit betrof [verdachte] .

4.Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-2015251790-4 van

20 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (p. 32 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [getuige 1] , zakelijk weergegeven:
Op 28 oktober 2015 was ik met een collega bij mevrouw [benadeelde 1] . We hadden een gesprek met haar over de veiligheidsman, welke [naam 1] zou heten. [benadeelde 1] vertelde ons dat ze geld moest betalen voor de arrestatie van haar buurman. Op dat moment werd [benadeelde 1] op haar huistelefoon gebeld door [naam 1] . [naam 1] vertelde [benadeelde 1] dat hij 300 euro moest hebben. Dit geld was voor de betaling van de huur van een kluis, waar de gestolen goederen van [benadeelde 1] in zouden zitten en voor benzine. [benadeelde 1] moest naar de [adres] komen om dat geld te betalen of te pinnen. [benadeelde 1] zei echter dat hij maar naar haar huis moest komen.
Hierop besloten wij in onze auto te gaan zitten, welke schuin tegenover de woning van [benadeelde 1] stond geparkeerd. Rond 16.22 uur zagen we een man richting de woning van [benadeelde 1] lopen.
Deze man kan ik als volgt beschrijven (NN1):
Blanke huidskleur,
30 à 35 jaar oud,
ongeveer 1.80 m lang,
normaal/gespierd postuur,
kort gemillimeterd haar.
We zagen dat NN1 de woning van [benadeelde 1] binnen ging en om 16.28 uur weer verliet. In de tussentijd zijn wij naar de hoek van Rupel met de Watercirkel gegaan, omdat NN1 hiervandaan kwam lopen. We zagen daar een klein blauw autootje staan, met kenteken [kenteken] . We zagen dat NN1 plaatsnam achter het stuur. We zagen dat het voertuig ging rijden, waarna we deze gevolgd zijn. Het voertuig reed uiteindelijk het woonwagenkampterrein op de [adres] op.

5.Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-2015251790-5 van

20 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (p. 34 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [getuige 2] , zakelijk weergegeven:
Op 28 oktober 2015 was ik samen met mijn collega [getuige 1] op werkbezoek bij mevrouw [benadeelde 1] op de [adres] . Toen we bij [benadeelde 1] thuis zaten werd zij op haar huistelefoon gebeld. Uit het gesprek dat zij voerde maakten wij op dat ze de bewuste [naam 1] aan de telefoon had. Nadat [benadeelde 1] de telefoon ophing, beaamde ze ook dat ze zojuist [naam 1] aan de lijn had gehad en dat hij 300 euro wilde voor bepaalde diensten. [benadeelde 1] moest dit geld komen brengen op de [adres] in Amstelveen. [benadeelde 1] had echter gezegd dat hij het geld maar bij haar thuis moest komen halen.
Hierop besloten [getuige 1] en ik in de auto te gaan zitten, met zicht op de woning van [benadeelde 1] . Rond 16.20 uur zagen we een man aan komen, welke ook de woning van [benadeelde 1] betrad.
Ik kan de man als volgt omschrijven (NN1):
Blanke huidskleur,
35 à 38 jaar oud,
1.8
à 1.85 lang,
normaal postuur,
kort gemillimeterd haar.
Toen NN1 in de woning was, zijn wij een stukje verder gereden, waar we beter zicht hadden op de woning van [benadeelde 1] en waar NN1 vandaan was komen lopen. Hier zagen we een kleine blauwe auto staan, voorzien van het kenteken [kenteken] .
Na ongeveer 5 minuten zagen we NN1 richting de hierboven genoemde auto lopen en plaatsnemen achter het stuur. We zagen dat het voertuig ging rijden, waarop wij achter het voertuig aan zijn gereden. NN1 reed naar een woonwagenkamp.

6.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2015251790-6 van

24 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (p. 44 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voormelde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik stelde in de voor mij toegankelijke politiesystemen een onderzoek in naar het voertuig voorzien van kenteken [kenteken] . Ik zag dat dit het volgende voertuig betrof:
personenauto, Seat Ibiza, kleur blauw, kenteken [kenteken] .
Ik zag dat de tenaamgestelde van het voertuig de volgende persoon was:
[naam 3] . Ik zag dat [naam 3] de moeder is van de verdachte [verdachte] .
Uit de gemeentelijke basisadministratie Persoonsgegevens blijkt dat de verdachte [verdachte] woonachtig is op [adres] .

7.Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-2015251790-7 van

28 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (p. 42 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [naam 2] , zakelijk weergegeven:
[naam 1] is bij mij aan de deur geweest. Dat moet eind vorig jaar zijn geweest. Hij kwam hier om geld te halen. Mijn buurvrouw, [benadeelde 1] , heeft een hondje en die zat een tijdje in het asiel. [naam 1] zou het hondje in het asiel op gaan halen. Voor de dagen dat het hondje in het asiel zat, moest nog een rekening van 300 euro betaald worden. [benadeelde 1] heeft mij toen die 300 euro in een enveloppe gegeven, omdat [naam 1] dat dan hier op zou komen halen. En dat kwam hij inderdaad doen. [naam 1] deed heel erg angstig en vaag toen hij het geld kwam halen. Hij pakte het geld aan en liep meteen weer weg.
Ik weet dat die [naam 1] wel vaker bij [benadeelde 1] komt voor klusjes en dat zij hem daarvoor best veel geld geeft.
Ik kan [naam 1] als volgt omschrijven:
Blanke huidskleur,
40 jaar oud,
1.85
m à 1.90 m lang,
normaal postuur
blond haar.

8.Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-2015251790-12 van

26 april 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (p. 50 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 2] , zakelijk weergegeven:
Ik ben de dochter van [benadeelde 1] . In de zomer van 2015 vroeg mijn moeder of ik geld aan haar wilde geven voor haar klusjesman [naam 1] . Ik wilde mijn moeder helpen dus ik gaf haar dat geld. Het geld moest contant gegeven worden. Ik heb totaal 2.780,- euro gegeven verdeeld over 7 keer. Mijn moeder wilde dit omdat [naam 1] alleen contant geld wilde hebben. [naam 1] heeft ons opgelicht.
U vraagt mij of ik wel eens bij betalingen ben geweest aan [naam 1] . Ja, mijn moeder moest vaak 1000,- euro pinnen voor [naam 1] , die propte het geld dan in zijn zak. Er werd vaak bij de pinautomaat aan de Van der Hooplaan gepind. Ik was ook wel eens thuis bij de betalingen.
U vraagt mij hoe ik zeker ben van het gegeven bedrag. Ik schreef het per keer op een lijstje.

9.Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-2015251790-14 van

17 mei 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (p. 55 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 3] , zakelijk weergegeven:
Ik ben de ex-man van mevrouw [benadeelde 1] . [benadeelde 1] vertelde mij over een man die haar zou beschermen. Die man heet [naam 1] . [benadeelde 1] belde mij even voor 18 augustus 2015 een keer op met de vraag of ik geld voor [naam 1] klaar zou kunnen leggen. Ik wilde dit doen om [benadeelde 1] te helpen. Ik moest 1.000,- euro contant klaarleggen en [naam 1] zou dit bij mij op komen halen aan huis. Op 18 augustus 2015 kwam [naam 1] in de avond aan de deur. Hij stelde zich voor als [naam 1] en vroeg om 1000,-. Ik gaf hem het geld.
[naam 1] heeft een blanke huidskleur, ik dacht zeker meer dan 30 jaar oud, normaal postuur en een beetje haar.
10. Een proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 28 juli 2016 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik leen wel eens de auto van mijn moeder. Dat is een Seat Ibiza.

11.Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-2015251790-16 van

21 juni 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] (p. 66).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voormelde verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Ik heb van de gemeente een Kopie Aanvraag Reisdocument verkregen van [verdachte] . Hierop is een foto van [verdachte] te zien. Ik toonde de foto aan [benadeelde 1] , die verklaarde:
“U vraagt mij of ik deze man ergens van ken. Ja, ik zie gelijk wie dat is, dat is [naam 1] de klusjesman. Ik herken hem direct aan zijn langwerpige gezicht.”

12.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2015251790-13 van

26 april 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (p. 60 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 1] , zakelijk weergegeven:
U vraagt mij vanaf welke rekening(en) ik geld pinde voor [naam 1] . Ik pinde het vanaf mijn eigen rekeningnummer [nummer] en vanaf mijn zoon zijn rekening [nummer] . U vraagt mij hoe ik weet welke bedragen ik voor [naam 1] heb gepind. Ik moest meestal 1000,- euro voor hem pinnen of andere vrij grote ronde bedragen van bijvoorbeeld 300,- euro. U vraagt mij waar ik geld pinde voor [naam 1] . Meestal bij de Van der Hooplaan in Amstelveen.

13.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2015251790-15 van

22 juni 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (p. 63 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 1] , zakelijk weergegeven:
Nagenoeg alle geldopnames van mijn zoon zijn rekening zijn voor [naam 1] geweest.
U vraagt mij of de geldautomaatopnames vanaf mijn eigen rekening in voornoemde periode alleen betalingen aan [naam 1] zijn geweest of dat dit gepinde geld ook voor andere doeleinden werd gebruikt. Ik betaal eigenlijk nagenoeg alles met mijn pinpas en ik doe overboekingen naar andere rekeningen. Ook mijn boodschappen betaal ik middels mijn pinpas. Echt nagenoeg alle geldautomaatopnames zijn voor [naam 1] geweest.

14.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2015251790-18 van

26 juli 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] (p. 67 ev).

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voormelde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op dd 15 maart 2015 is een geldbedrag van € 4.800,- gestort op bankrekeningnummer [nummer] ten name van [naam 4] . Op diezelfde dag is dit geldbedrag contant opgenomen bij een geldautomaat.

15. Een geschrift, te weten een overzicht van transactiegegevens van bankrekeningnummer [nummer] op naam van [benadeelde 1]

(BOB-bijlage 5, p. 169 ev).

Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Omschrijving Mutcode Bedrag af
OPNAME ING-servicepunt
AMSTELVEEN-STADSPLEIN 8125
28-11-2015 10:44 GM -€ 850,00
OPNAME ING-servicepunt
AMSTELVEEN-STADSPLEIN 8125
26-11-2015 16:03 GM -€ 470,00
OPNAME ING-servicepunt
AMSTELVEEN-STADSPLEIN 8125
25-11-2015 12:15 GM -€ 850,00
OPNAME ING-servicepunt
AMSTELVEEN-STADSPLEIN 8125
24-11-2015 16:07 GM -€1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
03-11-2015 10:51 GM -€ 250,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
30-10-2015 13:39 GM -€ 660,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
28-10-2015 12:46 GM -€ 300,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
25-10-2015 13:39 GM -€700,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
23-10-2015 17:48 GM -€ 360,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
23-10-2015 17:55 GM -€ 120,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
25-09-2015 16:05 GM -€ 500,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
24-09-2015 14:58 GM -€ 1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
20-09-2015 17:33 GM -€ 150,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
09-09-2015 13:43 GM -€ 750,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
08-09-2015 13:26 GM -€ 50,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
01-09-2015 11:57 GM -€1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
29-08-2015 16:55 GM -€ 400,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
30-08-2015 12:30 GM -€ 1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
26-08-2015 10:40 GM -€ 1.000,00
GM -€500,00
GM -€300,00
GM -€100,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
31-07-2015 14:25 GM -€ 850,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
30-07-2015 16:23 GM -€ 600,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
27-07-2015 16:49 GM -€ 600,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
24-07-2015 14:02 GM -€ 100,00
ING>AMSTELVEEN>1183 HE 006151
22-07-2015 16:58 GM -€ 100,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
22-07-2015 15:42 GM -€ 400,00
ING>AMSTELVEEN>1183 HE 006151
18-07-2015 11:34 GM -€ 130,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
10-07-2015 14:17 GM -€ 500,00
ING>AMSTELVEEN>1186EX 55A079
08-07-2015 17:55 GM -€ 50,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
03-07-2015 18:28 GM -€ 750,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
29- 06-2015 15:17 GM -€750,00
27-06-2015 14:01 GM -€ 10,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
24-06-2015 11:05 GM -€ 50,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
20-06-2015 14:53 GM -€ 1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
18-06-2015 10:48 GM -€ 500,00
OPNAME ING-servicepunt
AMSTELVEEN-GROENHOF 9761
16-06-2015 12:03 GM -€ 950,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
11- 06-2015 18:21 GM -€ 900,00
ING>AMSTELVEEN>1183 HE 006151
09-06-2015 11:22 GM -€ 90,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
05-06-2015 11:02 GM -€ 750,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
26-05-2015 19:52 GM -€ 750,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
20-05-2015 15:01 GM -€ 1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1186EX S5A079
11-05-20 15 16:08 GM -€ 300,00
ING>AMSTELVEEN>1183 HE 006151
06-05-2015 15:46 GM -€ 50,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
05-05-2015 14:58 GM -€ 100,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
01-05-2015 15:40 GM -€ 750,00
ING>AMSTELVEEN>1186EX S5A079
29-04-2015 14:06 GM -€ 20,00
ING>AMSTELVEEN>11$6EX 55A079
29-04-2015 14:23 GM -€ 50,00
ING>AMSTELVEEN>1183 HE 006151
01-04-2015 18:04 GM -€ 40,00
OPNAME ING-servicepunt
AMSTELVEEN-GROENHOF 9761
30-03-2015 16:20 GM -€ 1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1186EX S5A079
25-03-2015 16:16 GM -€ 300,00
OPNAME ING-servicepunt
AMSTELVEEN-GROENHOF 9761
14-03-2015 15:26 GM -€ 600,00
ING>AMSTELVEEN>1186EX S5A079
10-03-2015 11:14 GM -€ 200,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
06-03-2015 17:54 GM -€ 1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1183 HE 006151
28-02-2015 13:55 GM -€ 80,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
20-02-2015 11:42 GM -€ 1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
17-02-2015 11:12 GM -€ 360,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376
17-02-2015 11:13 GM -€ 50,00
ING>AMSTELVEEN>1186EX S5A079
06-02-2015 14:28 GM -€ 40,00
ING BANK>AMSTELVEEN>118 S1A583
28-01-2015 15:03 GM -€ 1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1186EX S5A079
25-01-2015 16:14 GM -€ 600,00
ING>AMSTELVEEN>11S6EX S5A079
22-01-2015 11:25 GM -€ 40,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 006376,
15-01-2015 17:57 GM -€ 700,00
Totaal - € 31.420,-, rb

16. Een geschrift, te weten een overzicht van transactiegegevens van bankrekeningnummer [nummer] op naam van [naam 6]

(BOB-bijlage 8C, p. 187 ev).

Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Omschrijving Mutcode Bedrag af
OPNAME ING-servicepunt AMSTELVEEN-STADSPLEIN
28-11-2015 10:42 GM €-700,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 03-11-2015 10:53 GM € -500,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 17-10-2015 16:53 GM € -400,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 14-10-2015 15:25 GM € -300,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 11-10-2015 11:39 GM € -450,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 07-10-2015 13:47 GM € -250,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 06-10-2015 16:28 GM € -100,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 30-09-2015 11:38 GM € -230,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 28-09-2015 08:58 GM € -50,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 20-09-2015 17:31 GM € -950,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 17-09-2015 09:51 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 13-09-2015 10:31 GM €-1.000,00
GM € -500,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 24-07-2015 14:05 GM € -100,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 10-07-2015 14:16 GM € -750,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 26-06-2015 11:58 GM € -750,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 18-06-2015 10:47 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 11-06-2015 18:19 GM € -600,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 20-05-2015 15:02 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1186 EX 11-05-2015 16:06 GM € -700,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 05-05-2015 14:56 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1186 EX 29-04-2015 14:09 GM € -750,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 22-04-2015 13:25 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 21-04-2015 18:22 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 16-04-2015 17:29 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 10-04-2015 10:52 GM € -400,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 10-04-2015 10:50 GM € -600,00
ING>AM5TELVEEN>1185 GC 09-04-2015 15:45 GM € -600,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 08-04-2015 14:11 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 07-04-2015 15:38 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 04-04-2015 14:42 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 05-04-2015 16:05 GM € -1.000,00
OPNAME ING-servicepunt AMSTELVEEN-GROENHOF
30-03-2015 16:16 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1186 EX 25-03-2015 16:14 GM € -500,00
OPNAME ING-servicepunt AMSTELVEEN-GROENHOF
04-03-2015 14:46 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 17-02-2015 11:10 GM € -600,00
ING>AMSTELVEEN>1186 EX 16-02-2015 12:49 GM € -80,00
ING BANK AMSTELVEEN>118 29-01-2015 11:27 GM € -1.000,00
ING BANK>AMSTELVEEN>118 28-01-2015 15:01 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1186 EX 25-01-2015 16:12 GM € -600,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 17-01-2015 12:14 GM € -640,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 12-01-2015 08:59 GM € -1.000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 10-01-2015 10:21 GM € -1,000,00
ING>AMSTELVEEN>1185 GC 11-01-2015 11:07 GM € -1.000,00
Totaal € - 31.100,-, rb

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregel

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht bij de strafbepaling rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De raadsman heeft bepleit dat de vordering van de benadeelde partij afgewezen of niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, nu niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat deze bedragen aan verdachte zijn voldaan.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de strafoplegging
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van bijna één jaar schuldig gemaakt aan de oplichting van een – bij tijd en wijle verwarde – vrouw van destijds 74 jaar oud. Hij heeft zich voorgedaan als klusjesman en haar doen geloven dat hij allerlei zaken voor haar kon regelen, terwijl hij hier niets of nauwelijks iets van waar maakte of zelfs maar zou kunnen waarmaken. Zij moest hem in ruil hiervoor veel geld betalen. Hij vroeg daar vaak op dwingend toon om. De rechtbank neemt het verdachte bijzonder kwalijk dat hij het bewezen verklaarde feit heeft gepleegd, enkel en alleen ten behoeve van zijn eigen financieel gewin. Hij heeft een kwetsbaar slachtoffer gekozen, zowel qua leeftijd als qua psychische gesteldheid en ingespeeld op de omstandigheid dat zij zich bedreigd voelde door haar buurman en zoon. Tevens heeft hij op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zij in hem stelde. Verdachte deed dit enkel en alleen om er zelf financieel beter van te worden, waarbij hij zich niet heeft bekommerd om de (persoonlijke) schade die hij hiermee heeft aangericht. Blijkens de ter terechtzitting gegeven toelichting heeft het slachtoffer niet alleen materiële schade geleden, maar is het voor haar, mede gelet op het feit dat zij ten gevolge van haar leeftijd steeds meer afhankelijk wordt van de hulp van anderen, een traumatische ervaring geworden.
De oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) hanteren als uitgangspunt voor fraudedelicten waarbij het benadelingsbedrag is gelegen tussen de
€ 70.000,- en € 125.000,- een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 tot 9 maanden. Gelet op het benadelingsbedrag, zou uitgangspunt derhalve zijn een gevangenisstraf van vijf maanden. Er is hier evenwel sprake van twee zwaarwegende strafvermeerderende omstandigheden. In de eerste plaats is dat het feit dat, zoals uit zijn strafblad blijkt, verdachte zich eerder aan vermogensdelicten schuldig heeft gemaakt,. In de tweede plaats moet verdachte significant zwaarder worden gestraft gegeven de lange duur en de stelselmatigheid van de oplichting en de bijzondere kwetsbaarheid van het slachtoffer. Deze omstandigheden (het strafblad en de lange duur en de stelselmatige karakter van het delict) maken dat de rechtbank het recidive risico inschat als hoog.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals vermeld in het reclasseringsadvies van 9 november 2016. Ingevolge de ter terechtzitting gegeven toelichting door mevrouw De Jong, reclasseringswerker van verdachte, ziet de rechtbank aanleiding een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Volgens haar staat verdachte open voor hulpverlening en is de voortzetting van het in het kader van de schorsingsvoorwaarden opgelegde lopende reclasseringscontact van belang om te voorkomen dat verdachte in de toekomst opnieuw de fout in gaat.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en oplegging van na te melden bijzondere voorwaarden passend en geboden. Gelet op het hoge recidiverisico en de ernst van het feit acht de rechtbank een langere proeftijd dan doorgaans wordt opgelegd op zijn plaats.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd.
Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert € 84.680,- aan materiële schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente.
Vast staat dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Zoals hiervoor overwogen gaat de rechtbank er op grond van de bewijsmiddelen vanuit dat de door [benadeelde 1] van haar eigen rekening en van de rekening van haar zoon opgenomen bedragen aan verdachte zijn toegekomen. Dat zelfde geldt voor de bedragen die namens haar door haar dochter en ex-man zijn betaald. De rechtbank verwerpt dus het verweer dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat deze bedragen aan verdachte zijn voldaan. Nu overigens tegen de hoogte van de vordering geen verweer is gevoerd, is deze volledig toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. De raadsman van [benadeelde 1] heeft ter terechtzitting de aanvankelijk gevorderde proceskosten ingetrokken, zodat de kosten tot op heden zullen worden begroot op nihil.
In het belang van [benadeelde 1] voornoemd wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4.2 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Oplichting
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot
4 (vier) maanden, van deze gevangenisstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijlater anders wordt gelast.
Stelt daarbij een
proeftijdvan
3 (drie) jarenvast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. Veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd van 3 jaren melden bij Reclassering Nederland, Wibautstraat 12 te Amsterdam en zich telkens weer melden zo vaak en zolang deze reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht.
2. Veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd van 3 jaren houden aan de aanwijzingen van Reclassering Nederland zolang deze reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht.
Geeft aan genoemde instelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Vordering benadeelde partij
Wijst de vordering van
[benadeelde 1], wonende op het adres [adres] , toe voor het bedrag van
€ 84.680,- (vierentachtigduizendenzeshonderdentachtig euro),te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 1] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1]
€ 84.680,- (vierentachtigduizendenzeshonderdentachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening, aan de Staat te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting door hechtenis van
365 (driehonderd vijfenzestig) dagenvervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.A.J. Purcell, voorzitter,
mrs. R.H.C. Jongeneel en M. Vaandrager, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.F.E.M. Mes, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 juni 2017.