In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 31 mei 2017 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zijn vrouw en dochter met de dood heeft bedreigd. De verdachte, geboren in Turkije in 1975, is gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis. Tijdens de zitting op 17 mei 2017 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. M.E. Woudman, en de verdediging van de raadsman, mr. F.M.M.M. Vogels, gehoord. De tenlastelegging omvatte bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en diefstal van een geldbedrag van 1.200 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstal, omdat niet bewezen kon worden dat hij het geldbedrag met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen. De verdachte dacht dat het geld van hem en zijn vrouw was, omdat het op een plek lag waar zij vaker spaargeld bewaarden. Echter, de rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zijn vrouw en dochter heeft bedreigd. De bedreigingen waren ernstig en hebben geleid tot gevoelens van onveiligheid bij de slachtoffers. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychische problemen van de verdachte en de noodzaak voor behandeling.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie dagen, met aftrek van voorarrest, en een voorwaardelijke taakstraf van twintig uur. De proeftijd voor de taakstraf is vastgesteld op twee jaar. De rechtbank heeft ook de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf met een jaar verlengd, zodat de verdachte zijn behandeling kan voortzetten. De beslissing is genomen op basis van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte.