ECLI:NL:RBAMS:2017:3772

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 mei 2017
Publicatiedatum
31 mei 2017
Zaaknummer
C/13/628315 / KG ZA 17-498
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Informatievoorziening bij centrale loting en matching van leerlingen in het voortgezet onderwijs

Op 31 mei 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding tussen een groep ouders van schoolgaande kinderen en de vereniging OSVO, die verantwoordelijk is voor de centrale loting en matching van leerlingen aan middelbare scholen in Amsterdam. De eisers, vertegenwoordigers van hun kinderen, vorderden dat OSVO hen inzage zou geven in bepaalde documenten met betrekking tot de lotingsprocedure, omdat zij van mening waren dat hun kinderen niet correct waren geplaatst in het voortgezet onderwijs. De ouders stelden dat OSVO onvoldoende had gezorgd voor de noodzakelijke voorwaarden voor een succesvolle matching en dat dit had geleid tot het niet plaatsen van hun kinderen op een school van hun voorkeur.

Tijdens de zitting op 24 mei 2017 hebben de eisers hun vordering toegelicht, terwijl OSVO verweer voerde. De rechtbank oordeelde dat de eisers geen recht hadden op de gevraagde informatie, omdat zij niet om specifieke documenten vroegen, maar om antwoorden op vragen. De rechtbank stelde vast dat de eisers hun vordering niet hadden onderbouwd met concrete feiten en omstandigheden, en dat hun verzoek meer leek op het zoeken naar informatie dan op het verkrijgen van specifieke documenten.

De rechtbank weigerde de gevraagde voorziening en veroordeelde de eisers in de proceskosten, die aan de zijde van OSVO werden begroot op € 1.434,--. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor ouders om hun vorderingen goed te onderbouwen en om specifieke documenten te verzoeken in plaats van algemene informatie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/628315 / KG ZA 17-498 FB/EB
Vonnis in kort geding van 31 mei 2017
in de zaak van

1.[eiser 1] , in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [kind 1] ,

2.
[eiser 2], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 2],
3.
[eiseres 3], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 3],
4.
[eiser 4], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 4],
5.
[eiser 5], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 5],
6.
[eiser 6], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 6],
7.
[eiser 7], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 7],
8.
[eiser 8], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 8],
9.
[eiseres 9], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 9],
10.
[eiser 10], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 10](in de dagvaarding per abuis [kind 10] genoemd),
11.
[eiser 11], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 11],
12.
[eiser 12], in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[kind 12],
allen wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding van 17 mei 2017 en exploot van oproeping van 17 mei 2017,
advocaat mr. E.E. Sprenkeling te Amsterdam,
tegen
de vereniging
VERENIGING OSVO,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. C. van Oosten te Leiden.
Partijen zullen hierna eisers en OSVO worden genoemd.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 24 mei 2017 hebben eisers gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. OSVO heeft verweer gevoerd, met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Partijen hebben producties in het geding gebracht en OSVO tevens een conclusie van antwoord. Partijen hebben hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aan de zijde van eisers in elk geval aanwezig de ouders [eiser 1] , [eiser 2] , [eiser 7] , [eiser 11] , alsmede hun advocaat mr. Sprenkeling. Aan de zijde van OSVO waren aanwezig [naam 1] (voorzitter) en [naam 2] (bestuurslid), alsmede de advocaten mrs. Van Oosten en Kampschreur.

2.De feiten

2.1.
Eisers zijn ouders van schoolgaande kinderen in Amsterdam die in het schooljaar 2017-2018 zullen beginnen met een opleiding in het voortgezet onderwijs.
2.2.
OSVO is een vereniging waarvan nagenoeg alle scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in Amsterdam lid zijn. OSVO is opgericht in 2006 en heeft ten doel initiatiefnemer en eindverantwoordelijke te zijn voor de gezamenlijke beleidsvorming en uitvoering in het voortgezet (speciaal) onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs op regionaal niveau. Haar werkgebied is Amsterdam.
2.3.
In Amsterdam kampen categorale VWO-scholen al jaren met meer aanmeldingen dan plaatsen en tot 2014 konden veel leerlingen niet terecht op de school van hun eerste voorkeur. Zij moesten na uitloting opnieuw zoeken naar scholen die nog plaatsen vrij hadden, waarbij niet zelden opnieuw werd geloot. Dit systeem had strategisch inschrijven tot gevolg, waarbij de leerling de inschrijving baseerde op zijn/haar inschatting van de kans om te worden ingeloot. Vanwege onvrede over dat systeem is gezocht naar een nieuwe aanmeldingsprocedure die leerlingen meer invloed zou geven op de plaatsing. Eind 2014 heeft OSVO in samenspraak met de gemeente Amsterdam en het primair onderwijs de zogenaamde Kernprocedure vastgesteld. Doel van deze Kernprocedure is te komen tot plaatsing van zoveel mogelijk leerlingen op een school die een zo groot mogelijke voorkeur van de geplaatste leerling geniet. Sinds de invoering van de Kernprocedure dienen leerlingen minimaal twaalf scholen op te geven, in volgorde van hun daadwerkelijke voorkeur. Vervolgens wordt een zogenoemde proefmatching uitgevoerd met gebruikmaking van de
deferred acceptance-methode (een algoritme). De uitkomst van de proefmatching wordt niet aan de leerlingen bekend gemaakt. Deze matching is bedoeld om een globaal overzicht te krijgen in de voorkeuren, het aantal leerlingen per onderwijssoort en per school, en de procentuele uitkomsten van de matching. Op basis van de proefmatching kunnen scholen ervoor kiezen om extra klassen te realiseren of juist te laten vervallen.
Voor de definitieve matching krijgen de leerlingen in het bijzijn van een notaris een lotnummer toegewezen door een computer. De leerlingen worden geplaatst op volgorde van dat lotnummer. Leerlingen die na de definitieve matching niet geplaatst zijn op een school uit hun top 12, worden op die scholen op de reservelijst geplaatst. Deze leerlingen dienen opnieuw een voorkeurslijst te maken van de middelbare scholen die nog wel beschikbare plekken hebben en die dus niet behoorden tot de twaalf voorkeursscholen van de desbetreffende leerling. In een tweede centrale loting en matching wordt getracht deze leerlingen alsnog te plaatsen op een van de scholen met beschikbare plekken.
2.4.
Eisers hebben zich door ondertekening van het aanmeldformulier akkoord verklaard met de voorwaarden van de Kernprocedure.
2.5.
Bij de definitieve matching voor het schooljaar 2017-2018 is van de 7.638 leerlingen 85,31% geplaatst op de school van eerste voorkeur, 95,59% binnen de top drie van hun voorkeur, 97,72% binnen de top vijf van hun voorkeur en 2,28% op een school die in mindere mate hun voorkeur had, in het meest extreme geval de dertiende voorkeur. Door plaatsgebrek op de meest populaire scholen zijn 44 leerlingen echter in het geheel niet geplaatst op enige school van hun voorkeur(slijst). Een aantal van die leerlingen had geen twaalf scholen opgegeven, maar de kinderen van eisers hadden wel (tenminste) twaalf scholen opgegeven, en zijn toch niet geplaatst.

3.Het geschil

3.1.
Eisers 3, 6 en 8 hebben ter zitting hun vordering ingetrokken, omdat hun kinderen een, na het uitbrengen van de dagvaarding, gedaan aanbod tot plaatsing alsnog hebben geaccepteerd. De overige eisers vorderen, kort gezegd, dat OSVO wordt geboden hun een afschrift te verstrekken van de in punt 24 en 25 van de dagvaarding genoemde bescheiden.
3.2.
Eisers stellen, kort gezegd, dat OSVO onvoldoende heeft gezorgd voor de noodzakelijke voorwaarden voor een succesvolle matching door de afgelopen jaren geen extra capaciteit te creëren op het categoraal VWO. Zij stellen daarom belang erbij te hebben te weten wat er binnen het computergestuurde lotingsalgoritme zo is misgegaan dat hun kinderen tussen wal en schip zijn geraakt.
3.3.
OSVO voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 843a lid 1 Rv kan hij die daarbij een rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft.
4.2.
Tussen partijen bestaat een rechtsbetrekking, te weten een overeenkomst tot deelname aan de aanmeldingsprocedure en de bijbehorende matching. Een rechtmatig belang bij de gevraagde gegevens hebben eisers ook. De onderliggende vordering is gebaseerd op de stelling dat OSVO steken heeft laten vallen bij de uitvoering van de aanmeldingsprocedure en de matching en raakt daarmee aan de kern van de verplichting van OSVO jegens eisers.
4.3.
De gevraagde voorziening stuit echter erop af dat het moet gaan om “bepaalde bescheiden”. Eisers hebben hun vordering geconcretiseerd door te verwijzen naar de punten 24 en 25 van de dagvaarding. Die punten zijn hieronder weergegeven.
4.4.
Aldus vorderen eisers geen afgifte van bepaalde bescheiden, maar beantwoording van een reeks vragen. Daarop geeft artikel 843a Rv hun geen aanspraak; een zodanig aanspraak kan ook niet op enige andere wetsbepaling worden gebaseerd. Reeds op deze grond zal de bij dagvaarding verlangde voorziening worden geweigerd.
4.5.
Bovendien hebben eisers hun stelling dat OSVO niet heeft voldaan aan haar inspanningsverplichting om alle leerlingen te plaatsen op een school van hun zo groot mogelijke voorkeur, niet gebaseerd op concrete feiten en omstandigheden. Onder deze omstandigheden komt de gevraagde voorziening neer op het hengelen naar informatie. Ook dat is een grond voor weigering daarvan.
4.6.
Eisers hebben hun eis ter zitting gepreciseerd door mede te vragen om de resultaten van de proefmatching, waaruit zij verwachten te kunnen afleiden dat OSVO onvoldoende heeft geanticipeerd op waarschijnlijk bij de proefmatching al gebleken scheefgroei tussen de vraag naar, en het aanbod van categoraal VWO-onderwijs. Concreet wensten zij de resultaten te verkrijgen van:
  • i) De berekening tijdens de proefmatching waaruit blijkt welke aanpassingen nodig waren om te zorgen dat geen leerlingen met voldoende lange voorkeurslijsten zonder plek zouden overblijven; en
  • ii) De resultaten van de proefmatching om inzichtelijk te maken of tijdens de proefmatching reeds duidelijk was hoeveel leerlingen met voldoende lange voorkeurslijsten ongeplaatst zouden blijven.
OSVO heeft hierop toegelicht dat de proefmatching de vorm heeft van een door een computer gegenereerde serie nummers waaraan geen naam is gekoppeld; overigens wordt bij de matching geen onderscheid gemaakt tussen categorale gymnasia en ander VWO onderwijs. De resultaten van de proefmatching kunnen weliswaar eenvoudig op schrift worden aangeleverd, maar die resultaten kunnen om de genoemde redenen niet dienen ter beantwoording van de bij eisers levende vragen, aldus nog steeds OSVO. In reactie hierop heeft mr. Sprenkeling zich op het standpunt gesteld geen stukken te willen opvragen waaraan eisers niets hebben. De onderhavige gepreciseerde vordering is dus ter zitting (niet alleen ingesteld, maar ook) ingetrokken, zodat daarop niet behoeft te worden beslist.
4.7.
Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van OSVO worden begroot op:
- griffierecht € 618,00
- salaris advocaat €
816,00
Totaal € 1.434,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorziening,
5.2.
veroordeelt eisers (met uitzondering van eisers 3, 6 en 8) in de proceskosten, aan de zijde van OSVO tot op heden begroot op € 1.434,--,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.B. Bakels, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2017. [1]

Voetnoten

1.type: eB