ECLI:NL:RBAMS:2017:373

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 januari 2017
Publicatiedatum
25 januari 2017
Zaaknummer
C/13/608522 / HA ZA 16-518
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen een warenhuis en een leverancier over schadevergoeding wegens chroom VI in geleverde producten

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen een warenhuis, HEMA B.V., en een leverancier van lederen producten, aangeduid als [eiseres]. De leverancier vordert betaling van facturen, terwijl HEMA zich beroept op schadevergoeding wegens een te hoge concentratie chroom VI in de geleverde producten, wat in strijd zou zijn met een door de leverancier gegeven garantie. De rechtbank moet beoordelen of de overconcentratie het gevolg is van omstandigheden die binnen de risicosfeer van de leverancier liggen, zoals het looiproces, of dat het te wijten is aan omstandigheden binnen de risicosfeer van HEMA, zoals opslag of transport. De rechtbank heeft een bewijsopdracht aan HEMA gegeven om aan te tonen dat de garantie is geschonden. De zaak is complex en omvat verschillende aspecten van het civiele recht, waaronder de toepasselijkheid van algemene voorwaarden en de verplichtingen van partijen bij de levering van producten. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor bewijsvoering en verdere beslissingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/608522 / HA ZA 16-518
Vonnis van 25 januari 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te [plaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. H. Loonstein te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HEMA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. P.G.M. Brouwer te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Hema worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 20 juli 2016
  • het proces-verbaal van comparitie van 14 december 2016,
  • de brief van de griffier van 29 december 2016,
  • de faxbrief van mr. Brouwer van 6 januari 2017,
  • het rolbericht van mr. Loonstein van 11 januari 2017,
  • het rolbericht van mr. Brouwer van 13 januari 2017,
  • de brief van de griffier van 16 januari 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De onderneming die sinds 2009 vanuit de vennootschap [eiseres] handelt, levert producten bestemd voor de winkels van Hema, waaronder, voor zover hier van belang, lederen handschoenen (zwart en bruin, maten S, M, L en XL) en lederen babyslofjes (blauw en roze). Elk jaar worden tussen [eiseres] en Hema losse koopovereenkomsten gesloten met betrekking tot de door [eiseres] te leveren producten, die tot het basisassortiment van Hema behoren. [eiseres] laat de producten maken in Pakistan en draagt het transportrisico.
2.2.
Vooruitlopend op Europese regelgeving per 1 mei 2015 hanteert Hema vanaf 2011 voor haar leveranciers de eis dat de maximale concentratie aan Chroom VI in geleverde producten 3 mg/kg bedraagt. [eiseres] heeft zich aan die eis geconformeerd.
2.3.
Op 6 maart 2015 heeft de Duitse warenautoriteit een paar zwarte lederen handschoenen (maat XL) voor onderzoek meegenomen uit een Hema-filiaal in Duitsland. Uit het onderzoek resulteerde dat het paar handschoenen een concentratie Chroom VI van 22 mg/kg bevatte. Dit was hoger dan de toen in Duitsland geldende norm.
2.4.
Op 28 mei 2015 heeft de Duitse warenautoriteit Hema bevolen de handschoenen uit de handel te nemen. Vervolgens heeft de Duitse warenautoriteit een zogenoemde
Rapid Alertmelding gedaan, bedoeld voor andere warenautoriteiten in de Europese Unie.
2.5.
Op 20 juli 2015 heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zich gemeld bij Hema naar aanleiding van de
Rapid Alertmelding.
2.6.
Op 27 juli 2015 heeft de NVWA aan Hema een verkoopverbod opgelegd voor het gebied van de gehele Europese Unie met betrekking tot de relevante
batchesproducten. De NVWA heeft daarbij medegedeeld dat het Hema vrijstaat om door middel van tests met een voldoende steekproef aan te tonen dat de rest van de relevante
batchesvoldoet aan de norm voor Chroom VI.
2.7.
In de tweede helft van 2015 heeft Hema in samenspraak met [eiseres] de volgende producten van [eiseres] op de aanwezigheid van Chroom VI laten testen door SGS, met de volgende resultaten:
Test 1:20 paar zwarte handschoenen, geleverd in de jaren 2012, 2013 en 2014
Resultaat:4/20 paar: Chroom VI aanwezig boven de norm
4/20 paar: Chroom VI aanwezig, maar binnen de norm
12/20 paar: géén Chroom VI aanwezig
Test 2:4 paar zwarte handschoenen (S, M, L resp. XL), nog te leveren in 2015
Resultaat:4/4 paar: géén Chroom VI aanwezig
Test 3:4 paar bruine handschoenen (S, M, L resp. XL), nog te leveren in 2015
Resultaat:2/4 paar (de M en de XL): Chroom VI aanwezig boven de norm
2/4 paar (de S en de L): Chroom VI aanwezig, maar binnen de norm
Test 4:4 paar babyslofjes (2 blauwe, 2 roze), nog te leveren in 2015
Resultaat:2/4 paar (de 2 roze): Chroom VI aanwezig boven de norm
2/4 paar (de 2 blauwe): géén Chroom VI aanwezig
2.8.
Uit de volgende tussen partijen over en weer gestuurde facturen:
  • factuur 5005 van 26 augustus 2015 van [eiseres] aan Hema ad € 72.710,72,
  • factuur CR 5005 van 26 augustus 2015 van [eiseres] aan Hema ad € 23.987,04 -/-,
  • factuur 2700019412 van 12 oktober 2015 van Hema aan [eiseres] ad € 4.246,65,
  • factuur 5013 van 14 oktober 2015 van [eiseres] aan Hema ad € 47.643,75,
  • factuur 2700020514 van 12 januari 2016 van Hema aan [eiseres] ad € 2.382,19,
volgt per saldo een aan [eiseres] toekomend bedrag van € 89.738,59.
2.9.
Hema en [eiseres] hebben overleg gehad over de situatie. Uiteindelijk heeft Hema bij brief van 1 maart 2016 schadevergoeding van [eiseres] gevorderd, als volgt (het genoemde schadebedrag is later door Hema gecorrigeerd):
(…)
Ten aanzien van de door [eiseres] geleverde artikelen heeft HEMA haar schade thans begroot op
EUR 243.067,=voor welke schade HEMA [eiseres] volledig aansprakelijk houdt. De schade is op dit moment als volgt begroot: schade door gederfde winst (10% EBITDA van netto omzet, aanschafprijs artikelen, extra personeelskosten, marketingkosten en kosten testrapporten SGS. Hier komen nog de kosten van vernietiging bij alsmede eventuele andere schades en kosten voor welke HEMA [eiseres] ook aansprakelijk houdt, tevens vermeerderd met de wettelijke rente.
HEMA behoudt zich het recht voor om meer en andere schade te vorderen dan de schade die uiteen is gezet in deze brief.
Met het oog op de schade heeft HEMA conform artikel 15.5 uit de HEMA Algemene Inkoopvoorwaarden gebruik gemaakt van haar recht op verrekening. De openstaande betalingen ad € 89.738,59 zijn dan ook opgeschort. Daar deze facturen niet tegemoet komen aan het volledige schadebedrag verzoekt, en voor zover nodig sommeert, HEMA het resterende bedrag
ad EUR 153.328,41 binnen drie weken na hedenover te maken op de rekening van HEMA (…)
(…)
2.10.
Op 6 juli 2016 heeft Hema aan [eiseres] verklaard te ontbinden de koopovereenkomsten die zien op:
  • de leveringen van de bruine en zwarte lederen handschoenen in 2012, 2013 en 2014;
  • de leveringen van de bruine lederen handschoenen in 2015 en
  • de leveringen van de roze babyslofjes in 2015.
2.11.
Hema gebruikt in relatie tot haar leveranciers de volgende algemene voorwaarden (‘Algemene Inkoopvoorwaarden HEMA’), voor zover hier van belang:
(…)
3. Kwaliteitseisen
3.1.
Verkoper staat ervoor in dat alle door hem aan HEMA geleverde zaken en diensten voldoen aan de door HEMA gestelde kwaliteitseisen en identiek zijn aan door HEMA goedgekeurde referentiemonsters en specificaties en voldoen aan wat HEMA overigens redelijkerwijs mag verwachten. Verkoper staat er tevens voor in dat diensten en zaken aan HEMA zullen worden geleverd conform de overeenkomst tussen partijen.
3.2.
Verkoper staat ervoor in dat de door hem aan HEMA te leveren en geleverde zaken en diensten voldoen aan de daarvoor ingevolge internationale, Europese en Nederlandse wetgeving geldende eisen, waaronder mede begrepen eisen ter bescherming van de gezondheid, eisen terzake van de veiligheid van een zaak of dienst, de voorgeschreven aanduidingen en etikettering, de milieu-aspecten van de verpakking en de productaansprakelijkheid. Verkoper zal HEMA onverwijld schriftelijk op de hoogte stellen zodra hij over informatie beschikt dat het geleverde niet voldoet aan een van deze eisen.
3.3.
Indien naar het oordeel van HEMA (een deel van) het door Verkoper onder een overeenkomst geleverde niet voldoet aan de door HEMA gestelde eisen en/of wat HEMA redelijkerwijs mag verwachten, niet identiek is aan door HEMA goedgekeurde referentiemonsters en/of specificaties en/of verpakkingen en/of overigens niet is geleverd overeenkomstig het bepaalde in de overeenkomst, dan wel niet voldoet aan de in artikel 3.2 bedoelde eisen, zal HEMA Verkoper hiervan op de hoogte stellen en is HEMA gerechtigd het gebrekkig geleverde op kosten van Verkoper te retourneren, dan wel zal Verkoper op eerste schriftelijk verzoek van HEMA dit op eigen kosten terugnemen, dan wel kan HEMA het geleverde op kosten van Verkoper (laten) vernietigen. Indien HEMA al heeft betaald voor wat gebrekkig is geleverd, zal Verkoper op eerste verzoek van HEMA het betreffende bedrag aan HEMA terugbetalen, ook in het geval HEMA gebruik maakt van haar recht het geleverde te (laten) vernietigen. Tevens heeft HEMA het recht de overeenkomst met onmiddellijke ingang per aangetekende brief en zonder nadere ingebrekestelling te ontbinden of op te zeggen, onverminderd alle overige rechten van HEMA terzake, waaronder het recht op schadevergoeding.
(…)
4. Tekortkoming in de nakoming en beëindigingrecht
4.1
Indien Verkoper tekort komt in de nakoming van enige overeenkomst, heeft HEMA het recht door een schriftelijke mededeling aan Verkoper één of meer andere met Verkoper gesloten overeenkomsten met onmiddellijke ingang te ontbinden of op te zeggen, zonder dat HEMA daarvoor enige schadevergoeding verschuldigd is. Deze bevoegdheid komt HEMA toe ook al bestaat er geen samenhang tussen de tekortkoming en de andere overeenkomsten die HEMA ontbindt.
4.2
Indien HEMA overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.3 of 4.1 de overeenkomst ontbindt of opzegt, of alsnog overeenkomstig artikel 3.4 nakoming van de overeenkomst verlangt, is HEMA gerechtigd iedere prestatie die zij uit welke hoofde dan ook aan Verkoper verschuldigd is, op te schorten totdat het ontbrekende is geleverd en de uit de tekortkoming voor HEMA voortvloeiende kosten en schade te verrekenen met enig bedrag dat HEMA uit welke hoofde ook aan Verkoper verschuldigd is.
(…)
5. Recall
(…)
5.2
Indien HEMA op enig moment constateert dat het geleverde (mogelijk) onveilig is, is HEMA gerechtigd alle maatregelen te treffen die zij noodzakelijk acht ter voorkoming of beperking van schade aan HEMA en/of derden. (…)
5.3
Het bepaalde in dit artikel laat alle aan HEMA toekomende rechten ingevolge van toepassing zijnde regelgeving en de Algemene Voorwaarden onverlet. De kosten van een product recall, waaronder maar niet uitsluitend de kosten van retour en/of herstel, vervoer, publiciteit en de gemiste en/of gederfde marge van HEMA, zijn geheel voor rekening van Verkoper en zullen op eerste verzoek aan HEMA worden vergoed.
5.4
In geval van een product recall is HEMA gerechtigd - in aanvulling op haar overige rechten - de producten die onderwerp zijn van de product recall (ongeacht of haar logo op deze producten en/of de verpakking van deze producten is weergegeven) op kosten van Verkoper te (laten) vernietigen. Dit recht behoudt HEMA ook na ontbinding of anderszins beëindiging van de overeenkomst met Verkoper. Het recht op vernietiging en het gebruik van dit recht door HEMA laat de overige ongedaanmakingsverplichtingen van partijen in geval van ontbinding onverlet.
(…)
12 Boetebeding
(…)
12.2
Verkoper is in geval van een product recall zoals bedoeld in artikel 5 aan HEMA een direct opeisbare, niet voor verrekening vatbare boete verschuldigd van € 50.000,-, onverminderd het recht van HEMA op vergoeding van de geleden en te lijden schade en op nakoming.
(…)
14 Tijdstip van levering
14.1
De op de door HEMA geplaatste order vermelde datum van levering (de “originele CDD”) geldt als fatale termijn en de Verkoper is in verzuim indien deze termijn wordt overschreden.
(…)
15 Prijs en betaling
(…)
15.6
HEMA is nimmer gehouden tot vergoeding van incassokosten over te gaan.
(…)
19. Uitoefening van opschorting-, ontbindings-, verrekenings- en vernietigingsrechten door HEMA
19.1.
Indien HEMA op basis van de omstandigheden die haar op dat moment bekend zijn, een beroep doet op een opschortings-, ontbindings-, verrekenings- en/of vernietigingsrecht dat zij in alle redelijkheid meent te kunnen uitoefenen, is HEMA niet gehouden tot betaling van de wettelijke (handels)rente, indien later zou komen vast te staan dat zij bedoeld(e) recht(en) niet rechtsgeldig heeft uitgeoefend.
(…)

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres] vordert, uitvoerbaar bij voorraad, Hema te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van (i) € 89.737,87 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente telkens vanaf 30 dagen na factuurdatum, (ii) € 1.815,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en (iii) de kosten van het geding.
3.2.
Hema voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
Na wijziging van eis vordert Hema, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • i) te verklaren voor recht dat de overeenkomsten met [eiseres] zijn ontbonden, voor zover het de producten betreft die [eiseres] heeft geleverd maar die niet door Hema zijn verkocht en de producten die [eiseres] in strijd met haar verplichtingen niet heeft geleverd;
  • ii) te verklaren voor recht dat Hema haar vordering op [eiseres] uit hoofde van de ongedaanmakingsverbintenis die op [eiseres] rust en haar schadevergoedingsvordering rechtsgeldig kan verrekenen met de vordering van [eiseres] op Hema;
  • iii) [eiseres] te veroordelen om een bedrag van € 132.463,85 aan Hema te betalen uit hoofde van de ongedaanmakingsverbintenissen die op [eiseres] rusten, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 juli 2016, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
  • iv) [eiseres] te veroordelen om de resterende schade van Hema van € 234.439,82 te vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente, waarvan de ingangsdata zijn weergegeven in productie 32, althans door de rechtbank in goede justitie te bepalen ingangsdata, althans [eiseres] te veroordelen om aan Hema een bedrag te vergoeden door de rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente;
  • v) [eiseres] te veroordelen in de (na)kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na vonniswijzing.
3.5.
[eiseres] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Hema doet een beroep op haar algemene (inkoop)voorwaarden en stelt dat deze toepasselijk zijn omdat ze voor alle hier in het geding zijnde koopovereenkomsten steeds van toepassing zijn verklaard in het via een webportaal verlopend orderproces. Hema heeft ter illustratie een aan [eiseres] gerichte order uit dat systeem overgelegd, waarop staat vermeld dat op alle overeenkomsten en orders de algemene voorwaarden van Hema van toepassing zijn. [eiseres] heeft van haar kant aangevoerd dat de algemene voorwaarden niet zijn overeengekomen en dat zij (althans haar bestuurder, de heer [eiseres] ) geen herinnering heeft aan de door Hema ter illustratie overgelegde order. Deze blote ontkenning oordeelt de rechtbank als een te magere betwisting. De algemene voorwaarden worden dan ook beschouwd als behorend tot de overeenkomsten.
in conventie voorts
4.2.
De door [eiseres] gevorderde hoofdsom van € 89.737,87 betreft het saldo van de onder de feiten aangehaalde facturen ad € 89.738,59.
Het kleine verschil van € 0,72 is kennelijk ontstaan door een rekenfout, geen nadeel voor Hema opleverend.
4.3.
Hema betwist niet dat zij het door [eiseres] gevorderde saldo der facturen is verschuldigd. Hema betoogt echter dat zij voldoening van die schuld kan opschorten ter verrekening met haar eigen, in reconventie ingestelde, vorderingen op [eiseres] , daarbij wijzende op artikel 4.2 van de algemene voorwaarden. Over de vorderingen van Hema zal hierna nog worden overwogen, welke overwegingen uitmonden in een tussenvonnis.
4.4.
[eiseres] heeft aangevoerd dat artikel 4.2 van de algemene voorwaarden aan Hema geen opschortings- en verrekeningsbevoegdheid geeft ter zake van de vordering van [eiseres] , nu de overeenkomsten waaruit die vordering voortvloeit niet door Hema zijn ontbonden of opgezegd. De rechtbank leest het genoemde artikel aldus dat aan Hema wél de bevoegdheid wordt gegeven om haar vorderingen, zoals in reconventie ingesteld, te verrekenen met het factuursaldo, maar niet de bevoegdheid om op te schorten. Die opschortingsbevoegdheid wordt echter wel gegeven door artikel 6:52 BW.
4.5.
[eiseres] heeft ter comparitie verzocht om in elk geval in conventie reeds een eindvonnis te wijzen. Gelet op het zojuist overwogene zal de beslissing in conventie evenwel worden aangehouden totdat is vastgesteld in hoeverre de vorderingen van Hema toewijsbaar zijn en derhalve verrekening moet plaatsvinden.
4.6.
Wat betreft de door [eiseres] over de hoofdsom gevorderde wettelijke rente beroept Hema zich op artikel 19.1 van de algemene voorwaarden. Dit beroep slaagt.
Hema doet op basis van de omstandigheden die haar op dit moment bekend zijn, een beroep op (opschorting ter) verrekening, dat zij in alle redelijkheid kan menen te kunnen uitoefenen, gelet op de uitkomsten van de onder 2.7 bedoelde testen. Ook als later zou worden vastgesteld dat dit beroep niet terecht is, is gelet op artikel 19.1 van de algemene voorwaarden dus geen wettelijke rente verschuldigd.
4.7.
Hema voert tegen de vordering van buitengerechtelijke kosten het verweer dat Hema dergelijke kosten op grond van artikel 15.6 van de algemene voorwaarden niet verschuldigd is. Dit verweer slaagt. Het artikel is duidelijk en [eiseres] heeft de juistheid van het verweer niet weersproken. De vordering van buitengerechtelijke kosten zal te zijner tijd worden afgewezen.
4.8.
Iedere beslissing in het geding in conventie zal worden aangehouden.
in reconventie voorts
4.9.
Hema grondt haar vorderingen op schending van de in de artikelen 3.1 en 3.2 van de algemene voorwaarden opgenomen garantie, die voor zover hier van belang inhoudt dat [eiseres] producten levert met een maximale concentratie van 3 mg/kg aan Chroom VI. Dat [eiseres] die garantie heeft gegeven, is niet geschil. [eiseres] heeft wél gemotiveerd betwist dat de garantie is geschonden. De discussie tussen partijen komt hierop neer. Hema stelt dat de overconcentratie van Chroom VI, voor zover daarvan sprake is in de producten van [eiseres] , is veroorzaakt door de wijze waarop het desbetreffende leer is gelooid. [eiseres] onderkent van haar kant dat een verkeerd looiproces tot de aanwezigheid van Chroom VI kan leiden (doordat Chroom III reageert naar Chroom VI), maar zij betwist gemotiveerd dat hiervan sprake is geweest, mede door te wijzen op de testrapporten vanuit Pakistan (de plaats van productie) en door erop te wijzen dat de aanwezigheid van Chroom VI ook heel wel ná het looiproces kan ontstaan, bijvoorbeeld door de wijze waarop de producten worden blootgesteld aan hitte, licht en vocht gedurende door Hema verzorgde opslag en transportbewegingen (kortom de
handlingder producten zijdens Hema).
4.10.
[eiseres] heeft verder het verweer gevoerd dat Hema te laat heeft geprotesteerd tegen gebreken in de door [eiseres] geleverde producten, waar het moment van levering van de producten aan Hema geldt als het moment waarop de protesttermijn gaat lopen. [eiseres] stelt nadeel van het late protesteren te hebben ondervonden in de zin dat zij daardoor is benadeeld in de bewijspositie. Dit verweer slaagt niet. Hema heeft terecht erop gewezen dat in deze zaak, waarin het gaat om schending van een garantie, het moment van daadwerkelijke ontdekking geldt als startmoment van de bekwame termijn waarbinnen van het gebrek kennis moet worden gegeven aan de wederpartij (artikel 7:23 lid 1 BW). Niet in geschil is dat Hema in zoverre voldoende voortvarend heeft gehandeld.
4.11.
[eiseres] heeft verder aangevoerd dat niet is aangetoond dat de door de Duitse warenautoriteit onderzochte handschoen van [eiseres] afkomstig was, in plaats van een andere leverancier. [eiseres] heeft verder aangevoerd dat de testrapporten uit Pakistan uitwijzen dat de producten voldoen aan de door Hema gestelde norm voor Chroom VI. Deze door [eiseres] naar voren gebrachte stellingen laten echter onverlet de mogelijkheid dat de aan Hema gegeven garantie is geschonden.
4.12.
Bij deze stand van zaken zal Hema, die zich beroept op de rechtsgevolgen van haar stelling dat de garantie is geschonden, worden toegelaten tot het bewijs dat in de door [eiseres] geleverde producten een concentratie van Chroom VI van hoger dan 3 mg/kg is opgetreden als gevolg van omstandigheden die behoren tot de risicosfeer van [eiseres] , dat wil zeggen omstandigheden die zich hebben voorgedaan in de periode tot aan de levering van de producten aan Hema. Dat bewijs volgt nu nog niet uit de overgelegde stukken. Met name wordt daaruit nog onvoldoende duidelijk onder welke omstandigheden Chroom VI kan ontstaan nà afronding van het looiproces.
Wat betreft de wijze van bewijslevering wordt als volgt overwogen. Om proceseconomische redenen zal de bewijsvoering door middel van het horen van getuigen worden gesplitst van de bewijsvoering door middel van geschrift (waaronder schriftelijke verklaringen van getuigen of deskundigen). Eerst krijgt Hema gelegenheid voor schriftelijke bewijsvoering. In dat kader ligt het in de rede dat zij een rapport van een deskundige in het geding brengt waarin concreet wordt ingegaan op de vraag of Chroom VI na het looiproces kan ontstaan, en zo ja, onder welke omstandigheden. Voorts dient dan te worden uiteengezet of die omstandigheden zich (kunnen hebben) voorgedaan na de aflevering van de producten aan Hema, bijvoorbeeld bij de opslag en distributie. Indien de hieruit volgende bewijswaardering niet leidt tot de conclusie dat Hema is geslaagd in het bewijs, zal in een volgend tussenvonnis aan Hema de mogelijkheid worden gegeven nader bewijs (door getuigen) te leveren.
4.13.
Ingeval Hema in het bewijs slaagt, en dus vast staat dat [eiseres] de garantie heeft geschonden, geldt het volgende.
4.13.1.
Hema heeft gemotiveerd gesteld dat [eiseres] in verzuim is geraakt, omdat een ingebrekestelling op grond van de artikelen 3.3, 4.1 en 14.1 van de algemene voorwaarden althans de artikelen 6:83 sub a en c Burgerlijk Wetboek (BW) niet was vereist. [eiseres] heeft dit niet gemotiveerd betwist, immers slechts zonder nadere toelichting aanvoerende dat een ingebrekestelling nog wel nodig was. De rechtbank neemt de aanwezigheid van verzuim dan ook aan.
4.13.2.
De onder (i) en (ii) gevorderde verklaringen voor recht zullen toewijsbaar zijn.
4.13.3.
[eiseres] heeft de omvang van de schade betwist. Het debat hierover zal te zijner tijd worden voortgezet.
4.14.
Concluderend zal de zaak worden verwezen naar de rol voor bewijsvoering. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
houdt iedere beslissing aan,
in reconventie
5.2.
laat Hema toe te bewijzen dat, voor zover de onder 2.7 genoemde tests een concentratie van Chroom VI boven de norm van 3 mg/kg hebben uitgewezen, die overconcentratie is opgetreden als gevolg van omstandigheden die behoren tot de risicosfeer van [eiseres] , dat wil zeggen die zich hebben voorgedaan in de periode tot aan de levering van de producten aan Hema,
5.3.
verwijst de zaak naar de rol van
woensdag 8 maart 2017voor akte aan de zijde van Hema houdende bewijslevering door middel van geschrift,
5.4.
bepaalt dat [eiseres] vervolgens op een roltermijn van zes weken antwoordakte zal kunnen nemen,
5.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. de Vries en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2017. [1]

Voetnoten

1.type: BvB