ECLI:NL:RBAMS:2017:3728
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een pand na sluiting door de burgemeester wegens openbare orde
In deze zaak vorderde de verhuurder ontruiming van een pand dat aan Heineken was verhuurd, waarin een café werd geëxploiteerd. De burgemeester van Amsterdam had het café gesloten na de vondst van een handgranaat, maar na enkele maanden werd de sluiting opgeheven. De verhuurder, [eiser], wilde het pand ontruimen, maar de huurder, Heineken, verzet zich hiertegen. De kantonrechter heeft in kort geding de vordering tot ontruiming afgewezen. De rechter oordeelde dat de verhuurder de huurovereenkomst buitengerechtelijk had willen ontbinden op basis van artikel 7:231 lid 2 BW, omdat de burgemeester het café had gesloten vanwege een ernstige verstoring van de openbare orde. Echter, de rechter concludeerde dat de omstandigheden niet zodanig waren dat de ontbinding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De rechter weegt daarbij mee dat Heineken al sinds 2003 huurt en dat er geen eerdere incidenten waren. Ook de belangen van BO&T Productions, de onderhuurder, werden in de overwegingen meegenomen. De rechter oordeelde dat de subsidiaire gronden voor ontruiming, zoals slecht huurderschap en andere tekortkomingen, niet konden worden aangenomen. De vorderingen van de verhuurder werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Heineken en BO&T.