Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewijs
1. Een proces-verbaal aangifte met nummer PL1300-2017003363-1 van 5 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1] (pagina B1 en B2).
2. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-201700363-4 van 5 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2] (pagina B8 en B9).
3. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-201700363-33 van 5 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 3] (pagina B16 t/m B19).
4. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2017003363-20 van 5 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 4] en [opsporingsambtenaar 5] (pagina B12 en B13).
5. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2017003363-38 van 6 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 3] (pagina B25).
6. Een proces-verbaal aangifte met nummer PL1300-2017003415-1 van 5 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 6] (pagina B4 t/m B6).
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Beslag
10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstraf van 120 (honderdtwintig) dagen.
25 (vijfentwintig) dagen, van deze gevangenisstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijlater anders wordt gelast.
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.
[persoon 1]toe tot
€ 1.126,93 (elfhonderd zesentwintig euro en drieënnegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 5 januari 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 1.126,93 (elfhonderd zesentwintig euro en drieënnegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 5 januari 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening, te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van
21 (eenentwintig) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.