ECLI:NL:RBAMS:2017:3635
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemer
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 mei 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de stichting De Alliantie en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was sinds 1 januari 2009 in dienst als Medewerker woonfraude en had een salaris van € 3.395,60 bruto per maand. De Alliantie verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsverhouding, waarbij zij stelde dat de werknemer zich verzet tegen beslissingen van de organisatie en niet instemt met noodzakelijke veranderingen. De werknemer voerde verweer en betwistte dat de verstoring van de arbeidsrelatie zodanig was dat ontbinding gerechtvaardigd was. Hij gaf aan dat hij zich niet kon permitteren om zonder ander werk zijn huidige functie op te geven, vooral gezien zijn leeftijd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er vanaf het begin van het dienstverband problemen waren in de samenwerking en dat de werknemer onvoldoende onderbouwd had waarom hij altijd gelijk had. De rechter oordeelde dat de werkgever voldoende had aangetoond dat de arbeidsrelatie verstoord was en dat het niet redelijk was om deze voort te zetten. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 1 juli 2017, en de werknemer kreeg een transitievergoeding van € 10.390,54 bruto toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De beslissing werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.