ECLI:NL:RBAMS:2017:3453

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 mei 2017
Publicatiedatum
19 mei 2017
Zaaknummer
C/13/594110 / HA ZA 15-853
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake effectenkredietovereenkomst tussen Woestduin Holding N.V. en ABN AMRO Bank N.V. met betrekking tot dekkingstekort en zorgplicht

In deze zaak vordert Woestduin Holding N.V. dat de rechtbank ABN AMRO Bank N.V. veroordeelt tot nakoming van de kredietovereenkomst en schadevergoeding wegens toerekenbare tekortkoming en onrechtmatig handelen. De zaak betreft een effectenkredietovereenkomst waarbij ABN AMRO een kredietlimiet van € 45 miljoen had verstrekt aan Woestduin Holding, met als onderpand aandelen Fugro N.V. Door een daling van de aandelenkoers ontstond er een dekkingstekort, waarop ABN AMRO op 31 oktober 2014 overging tot verkoop van de aandelen om het tekort aan te zuiveren. Woestduin Holding stelt dat ABN AMRO haar zorgplicht heeft geschonden door deze verkoop zonder rekening te houden met alternatieve oplossingen die door haar zijn aangedragen. De rechtbank oordeelt dat ABN AMRO voldoende zorgvuldigheid in acht heeft genomen en dat de verkoop van de aandelen gerechtvaardigd was gezien de omstandigheden. De rechtbank wijst de vorderingen van Woestduin Holding af en veroordeelt haar in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/594110 / HA ZA 15-853
Vonnis van 31 mei 2017
in de zaak van
de naamloze vennootschap
WOESTDUIN HOLDING N.V.,
gevestigd te Curaçao,
eiseres,
advocaat mr. K. Rutten te Utrecht,
tegen
de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.P.H. Visser te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Woestduin Holding en Abn Amro genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 september 2015 van Woestduin Holding, met producties,
  • de conclusie van antwoord van Abn Amro, met producties,
  • de conclusie van repliek, tevens houdende akte wijziging en vermeerdering van eis van Woestduin Holding,
  • de conclusie van dupliek van Abn Amro,
  • de akte wijziging c.q. vermeerdering van eis, tevens houdende akte overlegging producties,
  • het verkort proces-verbaal van de zitting d.d. 23 januari 2017 ter gelegenheid van het houden van pleidooien en daarbij overgelegde pleitaantekeningen,
  • de brief van Woestduin Holding d.d. 7 februari 2017 met opmerkingen ten aanzien van het verkort proces-verbaal
  • de brief van Abn Amro d.d. 13 februari 2017 in reactie op de brief van Woestduin Holding d.d. 7 februari 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Woestduin Holding en haar bestuurder [naam 1] (hierna: [naam 1] ) bankieren sinds jaar en dag (onder meer) bij Abn Amro. Onderdeel van de relatie was een effectenkredietovereenkomst uit hoofde waarvan Abn Amro aan Woestduin Holding een krediet in rekening courant verleende bij wijze van bevoorschotting op een door Woestduin Holding bij Abn Amro aangehouden aandelenportefeuille, uitsluitend bestaande uit aandelen Fugro N.V.
2.2.
Op 20 december 2012 heeft Abn Amro aan Woestduin Holding en [naam 1] een kredietovereenkomst toegezonden. In de begeleidende brief staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“(…) Zoals met u besproken achten wij van belang dat u gelet op uw verplichtingen in relatie tot uw vermogenspositie over voldoende liquiditeiten beschikt. U heeft in dit verband aangegeven dat u voornemens bent een liquiditeitsbuffer aan te houden van rond de EUR 20.000.000. (…)”
2.3.
Op 31 januari 2014 is tussen Woestduin Holding en [naam 1] en Abn Amro opnieuw een kredietovereenkomst tot stand gekomen ter wijziging van de bestaande kredietovereenkomst. Partijen zijn hierbij, voor zover hier van belang, het volgende overeengekomen:
“(…)Rekening-courant faciliteit (gewijzigd)
Kredietlimiet EUR 45.000.000
Op 1 oktober 2014 verlaagt de bank dit bedrag tot EUR 40.000.000.
(…)
4. Overige afspraken
Voor deze financiering gelden de volgende overige afspraken:
(…)
-
De aandelen Fugro in het depot Woestduin Holding N.V. worden door de bank m.i.v. 1 februari 2014 voor 45% bevoorschot tot een maximum van EUR 45.000.000,00(gewijzigd)(…)”
2.4.
Artikel 2 van de op de kredietovereenkomst van toepassing zijnde Algemene Bankvoorwaarden van Abn Amro luidt als volgt:

Artikel 2 Zorgplicht bank en cliënt
1. De bank neemt bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de cliënt. Geen van de bepalingen van deze algemene bankvoorwaarden of van de door de bank gebruikte bijzondere voorwaarden kan aan dit beginsel afbreuk doen.
2. De cliënt neemt jegens de bank de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de bank. De cliënt stelt de bank in staat haar wettelijke en contractuele verplichtingen na te kunnen komen en haar dienstverlening correct te kunnen uitvoeren. De cliënt mag van de diensten en/of producten van de bank geen oneigenlijk of onrechtmatig gebruik (laten) maken, waaronder mede begrepen gebruik dat strijdig is met wet- en regelgeving, dienstbaar is aan strafbare feiten of schadelijk is voor de bank of haar reputatie of voor de integriteit van het financiële stelsel.”
2.5.
Artikel 9.4 van de op de kredietovereenkomst van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden Beleggen van Abn Amro luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

9.4. Wat houdt de 5-dagen procedure in?
1. Heeft u volgens de bank een dekkingstekort? Dan waarschuwt de bank u hiervoor. Dit doet de bank schriftelijk en soms ook telefonisch.
2. De 5-dagen procedure begint op de dag die als datum staat op de brief waarmee de bank u waarschuwt voor uw dekkingstekort. Die dag is dus al de eerste dag van de procedure. Ook als u de brief later ontvangt gaat de eerste dag in op de datum die op de brief staat.
3. U heeft vier werkdagen de tijd om uw dekkingstekort op te heffen. Deze vier dagen zijn inclusief de eerste dag van de procedure. U kunt uw dekkingstekort opheffen door bijvoorbeeld:
> al uw beleggingsproducten te verkopen of een deel daarvan;
> de bank te vragen uw kooporders tegen te houden (…)
> geld bij te storten op uw betaalrekening.
4. Wilt u uw dekkingstekort zelf opheffen? Dan moet u ervoor zorgen dat u aan het begin van de vijfde werkdag geen dekkingstekort meer heeft op uw betaalrekening.
(…)
6. Heeft u aan het begin van de vijfde werkdag toch nog een dekkingstekort? Dan zal de bank maatregelen nemen om uw dekkingstekort op te heffen. De bank mag zelf besluiten welke maatregelen dat zijn. De bank kan bijvoorbeeld:
> al uw beleggingsproducten verkopen of een deel daarvan; (…)
De bank zal deze maatregelen zo veel mogelijk nemen op de vijfde dag bij opening van de beurs. (…)
2.6.
In de loop der jaren, onder meer in 2014, is er op verschillende momenten sprake geweest van (dekkingstekorten onder het krediet. Eind oktober 2014 ontstond wegens de dalende beurskoers van het aandeel Fugro opnieuw een dekkingstekort, waarvan Abn Amro bij brief 27 oktober 2014 mededeling heeft gedaan aan Woestduin Holding. Hiermee ving een 5-dagen procedure aan. De brief luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…) U heeft een dekkingstekort op uw betaalrekening die bij uw beleggingsrekening hoort. (…) Een dekkingstekort is niet toegestaan. Daarom zit u in de 5-dagenprocedure. Wij vragen u om uw dekkingstekort zo snel mogelijk op te heffen. Uiterlijk binnen 5 werkdagen met ingang van de datum van deze brief. In deze brief leest u hoe dat doet.
Wat moet u doen?
U heft uw dekkingstekort zo snel mogelijk op. Dit tekort kan groter zijn dan het tekort dat in deze brief wordt vermeld. Uw betaalrekening mag op 31-10-2014 op geen enkel moment een dekkingstekort hebben.
U kunt hiervoor bijvoorbeeld:
  • geld overboeken naar uw betaalrekening
  • beleggingsproducten verkopen
  • orders laten vervallen (royeren)
  • geschreven opties terugkopen
Wat gebeurt er als u uw dekkingstekort niet opheft?
Op 30-10-2014 en 31-10-2014 kijken wij ’s ochtends één keer of er nog een dekkingstekort is. Als er op beide momenten een tekort is, dan bepalen wij op 31-10-2014 welke maatregelen wij nemen om uw tekort van dat moment op te heffen. Wij kunnen bijvoorbeeld beleggingsproducten verkopen, geschreven opties terugkopen of orders laten vervallen. (…)
Wat was het dekkingstekort op 27-10-2014?
Het tekort was op de volgende wijze samengesteld:
  • het saldo van uw betaalrekening EUR - 21.171.914,65
  • (…)
  • De dekkingswaarde van uw beleggingsproducten EUR 17.543.767,63
  • (…)
Dekkingstekort EUR 3.628.147,02
(…)”
2.7.
In 2014 hebben Abn Amro en [naam 1] veelvuldig gesproken over verschillende dekkingstekorten en het aanzuiveren daarvan. In de door Abn Amro daarvan opgemaakte gespreksverslagen staat daarover het volgende vermeld, voor zover hier van belang:
Gespreksverslag 14-7-2014:

Dringend geadviseerd aan [naam 1] [ [naam 1] ] om meer remweg en liquiditeiten aan te houden. Bij verdere daling Fugro start vijfdagen procedure opnieuw en zullen we Fugros verkopen als dekkingstekort niet wordt aangezuiverd.”
Gespreksverslag 15-7-2014:
“(…) Gevraagd hoe [naam 1] om denkt te gaan met een scenario waarin de koers van Fugro verder daalt. [naam 1] geeft aan dat dan Fugro aandelen verkocht moeten worden.”
Gespreksverslag 18-8-2014:
“Samen met [naam 2] de heer [naam 1] ontvangen. Aanleiding voor deze meeting is de koersvorming rondom Fugro van de afgelopen weken. (…)
Nogmaals uitgelegd wat de vijfdagen procedure inhoudt. Indien er geen bijstorting plaatsvindt zullen we tot verkoop van aandelen Fugro overgaan. [naam 1] geeft aan dat zijn liquiditeiten nagenoeg op zijn en bevestigt dat verkoop dan de enige optie is. Immers zijn violencollectie is illiquide en het verkopen van schilderijen is lastig te realiseren binnen vijf dagen (…)
Aangegeven dat wij de vijfdagen periode strikt zullen volgen en de kredietcie niet bereid zal zijn tot uitstel, overigens in hoofdzaak ingegeven door de zorgplicht naar [naam 1] voor zijn vermogenspositie. Ter bescherming van [naam 1] ”
Gespreksverslag 10-9-2014:
“De heer [naam 1] update gegeven over koers. [naam 1] geeft aan dat wij beleid te strikt hanteren en heeft geen zin in afspraak. Aangegeven dat wij juist vanwege onze zorgplicht dit beleid strak hanteren, uiteindelijk ter bescherming van zijn vermogenspositie, immers er is geen zekerheid hoe de koers van Fugro zich ontwikkelt. Weinig begripvol, onredelijk en dreigt wederom met rechter en kort geding. (…)”
Gespreksverslag 22-10-2014:
“Expliciet vermeld in het gesprek dat er een dekkingstekort is van circa EUR 2,2 mio en de lening uitsluitend bedoeld is om het dekkingstekort in te lossen. Daarnaast aangegeven dat wij bij een dekkingstekort Fugro aandelen zullen verkopen ook in de gesloten periode. [naam 1] geeft aan dat Van Lanschot [Bankiers] niet tot verkoop zal overgaan in de gesloten periode. Benadrukt dat wij dit wel doen. Overigens zal dit niet nodig zijn als [naam 1] de offerte ondertekent, immers er is dan een extra remweg (…)”
Verslag naar aanleiding van een brief/email aan [naam 1] 24-10-2014:
Hierbij bevestigen wij u hetgeen zojuist door u is besproken met de heer [naam 3] van onze bank.
1. U heeft aangegeven geen gebruik te willen maken van ons aanbod voor tijdelijke financiering van uw kunst ad EUR 5.000.000,-- conform ons aanbod hiertoe d.d. 22 oktober jl.
2. heeft aangegeven dat u op korte termijn geld beschikbaar krijgt om het dekkingstekort aan te zuiveren. Het dekkingstekort op basis van de slotkoers per vandaag 23 oktober ad EUR 19,80 bedraagt afgerond EUR 3.400.000,--
Voor de goede orde bevestigen wij u hierbij dat aanstaande maandag 27 oktober de reguliere 5-dagen procedure van kracht zal zijn.”
Gespreksverslag 29-10-2014:
“Samen met [naam 4] en [naam 2] [naam 1] gebeld en update gegeven over dekkingstekort. Dekkingstekort bedraagt nu EUR 7,2 mio op basis van de koers van EUR 15,50 en aangegeven dat we in de derde dag van de vijfdagen procedure zitten. (…) [naam 1] gaf aan dat hij nog het pe [private equity] project in Australië aan kan bieden, echter dit is geen liquide investering, aangegeven dat vrijdag het tekort opgelost moet zijn anders zullen we verkopen. Kans op verkoop is groot daar er geen mogelijkheid is voor [naam 1] om tekort aan te zuiveren.”
2.8.
Op 29 oktober 2014 heeft Abn Amro telefonisch contact opgenomen met Woestduin Holding. Abn Amro heeft het volgende voicemailbericht achter gelaten:

Meneer [naam 1] met [naam 5] , als u in de gelegenheid bent om terug te bellen heel graag, ehm u heeft de koers van Fugro ook gezien, flink onderuit, door eh de profit warning en een dividend wat gecanceld is onder andere. Betekent heel concreet dat het dekkingstekort op dit moment 6.5 miljoen bedraagt we zitten in de 5 dagen procedure dus we willen in ieder geval even overleg met u. Als u mij terug kunt bellen heel graag. Ik ben tot 11 uur goed bereikbaar. Tot horens.”
2.9.
Op 30 oktober 2014 tussen 14:30 en 15:54 uur heeft tussen [naam 1] van Woestduin Holding en [naam 3] en [naam 2] van Abn Amro een telefoongesprek plaatsgevonden. Volgens de transcriptie van dit gesprek, waarin de deelnemers respectievelijk als [naam 1] , [naam 3] en [naam 2] zijn aangeduid, is het volgende gezegd, voor zover hier van belang:

[naam 1] : Eh [naam 3] , wil jij [naam 6] bellen en dan krijg je een garantie voor het uitstaande bedrag.
[naam 3] : Wil ik [naam 6] bellen? Wacht even, nu gaan we eventjes goed eh…
[naam 1] : Twee dagen geleden heb je [naam 6] gesproken en als je hem nu belt…
[naam 3] : Ja?
[naam 1] : … Dan krijg je een mondelinge garantie voor het uitstaande bedrag.
[naam 3] : Oke?
[naam 1] : Er worden dus geen aandelen verkocht.
[naam 3] : Er worden geen aandelen verkocht en we krijgen een garantie van [naam 6] voor het eh bedrag. Nou ik wil natuurlijk graag [naam 6] bellen ik ken hem goed, kan ik zo meteen doen.
[naam 1] : Ik weet dat je hem goed kent, ik heb met [naam 6] gesproken. [naam 6] eh is het met me eens dat er geen aandelen verkocht worden en hij staat garant voor het bij jullie uitstaande bedrag.
[naam 3] : Oké. Nou wij gaan daar eh ik zal er even induiken, als ik nog vragen heb, ik zal met hem bellen. Ik zal eventjes hier intern afstemmen en dan hem bellen en dan bij jou daarna eventjes als ik hem gesproken heb met jou weer bellen.
[naam 1] : Ja, nee maar dat is prima, maar ik kan me niet anders voorstellen dan dat je dit een zeer charmante oplossing vindt.
[naam 3] : Nou ja, ik vind dit een ongelofelijke oplossing. (…) het verrast mij enigszins, dat begrijp je (…) maar het lijkt een hele charmante oplossing.
(…)
[naam 1] : En ik denk dat de bank geen betere garantie kan krijgen.
[naam 3] : Nee dat eh lijkt me at first sight.. We denken er even over na. Ik ga in ieder geval [naam 6] bellen zo meteen en ik geef jou daarna feedback als ik hem gesproken heb.
(…)
[naam 1] : Het bedrag dat ik [naam 6] genoemd heb is drie-en-een-half miljoen euro want ik weet niet precies wat die ponden zijn
(…)
[naam 3] : Dus drie-en-een-half miljoen, want (…) ik dacht dat je zei dat ie garant zou staan voor het hele bedrag. Dus jij zegt drie-en-een-half miljoen?
[naam 1] : Nee jullie bedrag, maar ik weet niet wat er uit staat op het ogenblik, want dat varieert met de minuut hè
(…)
[naam 2] : (…) tegen de huidige koers en dan ga ik even uit van eh 13.20, 13.30 ongeveer. Eh is het uitstaande bedrag om en nabij de zeven miljoen.
[naam 1] : Bij jullie? Nee, maar dan heb je die ponden niet afgetrokken.
[naam 2] : Wel, daar zijn de ponden al af meneer [naam 1] .
[naam 1] : Oh.. Dan is dat weer enorm toegenomen.
(…)
[naam 1] : Dan moet je maar even overwegen dat je eh een vijfdagenperiode morgen laat beginnen eh [naam 3] .
[naam 3] : Nou eh dat wordt denk ik erg moeilijk. Ehm dus jij hebt, dus je hebt de afspraak met [naam 6] , nou dan moet ik even gaan denken, dat zullen we ook wel doen. De afspraak met [naam 6] is drie-en-half miljoen.
[naam 1] : Ja, drie-en-half of vier miljoen.
[naam 3] : Drie-en-half of vier miljoen.
(…)
[naam 3] : Oké, nou wij gaan even de sommen maken, wij gaan even [naam 6] bellen eh en we komen bij je terug. Maar eh ik eh we hebben dus nog steeds een gat waar we over moeten nadenken en eh daar gaan wij ook intern even eh onze gedachten over ordenen en dan komen we bij je terug.
[naam 1] : Nee, nee, nee, maar dat eh dat snap ik volledig en ik kan me voorstellen dat je enigszins verrast bent. Eh dat zou ik ook zijn als ik op jouw stoel zat.
(…)
[naam 3] : Nou ja, wij gaan eventjes nu ook nadenken en we komen… Ik bel je later in de middag even terug.
[naam 1] : Hartstikke goed, bedankt [naam 3] . (…)
2.10.
Op 30 oktober 2014 heeft Abn Amro tussen 14:30 en 15:54 uur telefonisch contact opgenomen met Woestduin Holding. Abn Amro heeft het volgende voicemailbericht achter gelaten:

[naam 1] , [naam 3] . Ik bel je terug naar aanleiding van ons eh gesprek zojuist. Ik heb nog niet met eh [naam 6] gebeld omdat ik toch nog eh wel wat vragen heb (…) over de voorgestelde structuur en wij willen daar toch nog (…) even met jouw over van gedachten wisselen voordat we eh eh volgende stappen gaan zetten dus zou je me kunnen terugbellen? Dankjewel.
2.11.
Op 30 oktober 2014 om 15:54 uur heeft tussen [naam 1] van Woestduin Holding en [naam 3] van Abn Amro een telefoongesprek plaatsgevonden. Volgens de transcriptie van dit gesprek, waarin de deelnemers respectievelijk als [naam 1] en [naam 3] zijn aangeduid, is voor zover hier van belang het volgende gezegd:

(…)
[naam 3] : We hebben er hier intern even over zitten praten en we hebben toch een aantal eh kanttekeningen bij eh de afspraak die je hebt bij [naam 6] . Eh dat zijn eigenlijk drie opmerkingen.
(…)
[naam 3] : Eén is dat het voor ons praktisch gezien heel moeilijk is om die garantiestructuur eh op korte termijn te creëren om te zorgen dat we dat eh mee kunnen nemen in het obligo, want het heeft een invloed op het arrangement. Dus eigenlijk zou het wat ons betreft moeten zijn in ieder geval voorlopig in de vorm van gewoon een betaling, een lening die we dan eventueel later kunnen omzetten in een garantie eh maar dus een cashbetaling in de rekening, want dan weten we zeker dat we het eh ook goed eh binnen het arrangement kunnen arrangeren. Da’s één.
Het tweede punt eh is dat we eigenlijk zeggen eh dat we in onze visie zou het van belang zijn dat je je leverage reduceert, maar in feite doe je dat dus niet, want je vervangt je bank leverage door de leverage bij eh eh eh bij [naam 6] . Eh en eigenlijk verhoogt dat je risicoprofiel en de vraag is of dat in jouw belang is.
(…)
[naam 1] : Nee, nee, nee. Daar staat natuurlijk een garantie tegenover, dingen die jullie niet meenemen. He zoals die belegging bij (Damen) om er één te noemen. (…)”
2.12.
Op 30 oktober 2014 om 15:54 uur heeft tussen [naam 1] van Woestduin Holding en [naam 3] en [naam 2] van Abn Amro een telefoongesprek plaatsgevonden. Volgens de transcriptie van dit gesprek, waarin de deelnemers respectievelijk als [naam 1] , [naam 3] en [naam 2] zijn aangeduid, is het volgende gezegd, voor zover hier van belang:

(…)
[naam 3] : Derde punt was dat het tekort op de rekening nu ongeveer 7,5 miljoen is, 7 tot 7,5 miljoen, en dat we dus met die 3,5 tot 4 van [naam 6] eigenlijk ook niet uitkomen: en dat betekent eigenlijk dat we zeggen dat we dus toch morgen of maandag zouden gaan beginnen met verkopen. Wij hebben er dus van onze kant grote moeite mee om de vijfdagenprocedure en eigenlijk hebben wij gezegd dat we vinden we niet verstandig dat gaan we niet doen, die vijfdagenprocedure opnieuw laten starten maandag, eh vrijdag.
[naam 1] : Nou ja, je collega’s bij [naam 3] doen dat wel en dat geeft ons ook de gelegenheid om een juiste verklaring met eh tussen de bank en samen of met mij te doen, en daarmee zijn we van het probleem af.
(…)
[naam 2] : Meneer [naam 1] , we zouden dat op moment van het probleem af zijn ervan uitgaande dat de koers zich inderdaad herstelt dan wel, dan wel....
[naam 1] : Nee, ook als de koers gelijk blijft. Maar je moet even iemand de gelegenheid geven om dit even uit te werken. Niemand heeft deze koersval verwacht, jullie ook niet, wij ook niet, niemand.
(…)
[naam 2] : Ja, dat begrijp ik. Wij hebben het eerder over gehad tussen u, [naam 5] en mijzelf, dat het stuk zorgplicht van de bank er ook in gelegen is u te behoeden (…) voor de risico’s die een eventueel voorstelbare verdere koersval tot gevolg hebben voor uw vermogen, en in dat kader stellen we toch dat we ons aan die vijfdagenprocedure moeten houden, omdat ik en eigenlijk niemand kan voorspellen wat er precies gaat gebeuren. Maar we moeten ons kunnen voorstellen dat bijvoorbeeld de koers nog verder wegzakt waardoor het effect op uw vermogen nog groter wordt. En daarom stellen we ons toch op het standpunt dat we ons houden aan de vijfdagenprocedure en dat betekent feitelijk dat einde vandaag het tekort voldaan moet zijn en anders voor dat wat er overblijft, zullen we gaan verkopen.
[naam 1] : Nou, dan zal ik toch eerst met [naam 6] moeten praten. (…)
[naam 2] : (…) ook is het maar helemaal de vraag waar het nieuwe level zit waar Fugro op zal handelen. (…) maar stel nou even dat het de helft van de koers van vandaag uiteindelijk is. Ja, dan zitten we toch in een hele lastige situatie met elkaar.
[naam 1] : Als dat zo zou zijn, ja (…)
[naam 3] : Ik zou eigenlijk – als ik jou mag adviseren – zou ik het volgende doen, en dat is contact opnemen met [naam 6] , nog even stilstaan bij de afspraak die je met hem gemaakt hebt, duidelijkheid creëren over het bedrag – is het 3 miljoen, is het 4 miljoen, is het hele bedrag wat, als we niet willen verkopen – het hele bedrag wat het ook wordt (…) op het moment dat dan het hele plaatje duidelijk is, aan beide kanten met elkaar afspreken want dit is inderdaad de afspraak die wij maken en dan zijn wij bereid natuurlijk als bank om dat te executeren. (…)
2.13.
Op 30 oktober 2014 om 17:20 uur heeft tussen [naam 1] van Woestduin Holding en [naam 3] , [naam 2] , [naam 4] en [naam 5] van Abn Amro een telefoongesprek plaatsgevonden. Volgens de transcriptie van dit gesprek, waarin de deelnemers respectievelijk als [naam 1] , [naam 3] , [naam 2] , [naam 4] en [naam 5] zijn aangeduid, is het volgende gezegd, voor zover hier van belang:

(…)
[naam 3] : (…) Ik denk dat het heel belangrijk is dat er duidelijkheid komt tussen jou en [naam 6] vanavond in het gesprek dat jullie gaan hebben en …
[naam 1] : (…) [naam 6] zegt terecht (…) als je vijf miljoen doet, met alle genoegen doen we in de vorm van een bankgarantie dan komen we in de komende twee drie dagen wel uit met de bank eh even aannemende dat de bank accepteert dat als die met jou praat en jij zegt je weet dat er een bankgarantie van 2,5 miljoen aankomt dat dat afgetrokken wordt van de obligo, hè, laten we dat even aannemen eh dat dat gebeurt, eh als dat het geval is dan moet jij morgenochtend wel die 2,5 miljoen van het obligo aftrekken.
[naam 3] : Nou ja als we (…) met [naam 6] gesproken hebben en we hebben overeenstemming over die bankgarantie dan denk ik dat wij [naam 6] goed genoeg kennen om dat te eh eh accepteren (…) als we dus morgen rond 9 uur met [naam 6] eh eh zo’n gesprek kunnen hebben (…)
[naam 1] : Ja, [naam 6] zei dat ie in zijn agenda keek en hij had tot 10 uur morgenochtend nodig (…)
… en [naam 6] wordt in alle gevallen afgetrokken van het geheel alleen als jij en [naam 6] het over de telefoon met elkaar eens bent dat hij een bankgarantie stelt van een bedrag van X.
[naam 3] : Oké, nou laten we voorlopig even ik beloof niks en we praten morgen. (…) Ik zal het bespreken en we komen er morgen op terug. (…) En morgen is morgen tussen 9 en 10, hebben wij contact en dan eh eh bepalen we gewoon de actie.
2.14.
Op 31 oktober 2014 rond 10:00 uur heeft tussen [naam 1] van Woestduin Holding en [naam 3] van Abn Amro een telefoongesprek plaatsgevonden. Volgens de transcriptie van dit gesprek, waarin de deelnemers respectievelijk als [naam 1] en [naam 3] zijn aangeduid, is, voor zover hier van belang het volgende gezegd:
“(…)
“(…) [naam 1] : Ik heb je net een email gestuurd over de positie, eh zoals die nu is.
[naam 3] : (…) die heb ik niet gezien. (…) Ja, ik heb hem binnen gekregen, ik zit eventjes snel doorheen te lezen.. (…) Oh, die heeft zijn aanbod ingetrokken… [naam 6] ?..Oké.
[naam 1] : Ja, want die wil geen cash betalen, dus dat kan niet hè…?
[naam 3] : Nee maar we hadden later in de middag gezegd dat het eventueel toch die bankgarantie zou kunnen zijn.
[naam 1] : Dat is bij mij niet duidelijk geworden. (…)
[naam 3] : Luister, in tweede instantie hebben we gezegd dat als het een bankgarantie is, dan zijn we ook nog bereid daar naar te kijken. Eh, nou, jij zou gisterenavond contact hebben met [naam 6] en we zouden daar vanochtend over doorpraten (…)
[naam 1] : Ja dat doen we ook
[naam 3] : Dan zouden we te horen krijgen wat de omvang van de garantie van [naam 6] zou zijn. En eh… die zouden we aftrekken van het netto dekkingstekort, en dan zouden we op basis van wat er dan overblijft aan tekort onze (…) opmars bepalen. En dat zou de opmars zijn in de lijn die gisteren werd aangegeven door [naam 2] (…)
[naam 1] : Ja.
[naam 3] : (…) heeft het ook geen zin als ik [naam 6] nog bel? Of (…) kunnen we het beter gewoon laten zoals het is en ik (…) neem dus jouw briefje voor kennisgeving aan en wij (…) gaan doen wat eh wij denken dat noodzakelijk is in dit geval.
[naam 1] : ja…eh, ik kan jullie moeilijk stoppen om aandelen te verkopen. (…) Je hebt 24 miljoen aandelen in handen, en je hebt 18 miljoen schuld dus eh jullie gaan die 18 miljoen nu ongetwijfeld naar 0 terugbrengen en dan eh merk ik het wel. (…)”
2.15.
In de e-mail d.d. 31 oktober 2014 van [naam 1] aan Abn Amro, waarover in voormeld telefoongesprek werd gesproken, is voor zover hier van belang het volgende geschreven:
“(…) Aan het eind van de vijf dagen periode is door mij i.v.m. de onderdekking op mijn krediet aangeboden deze door middel van een garantie van de heer [naam 6] te neutraliseren.
U hebt gister laat in de middag aan mij meegedeeld dat slechts een cashbetaling voor vanmorgen 10.00 als tegenwaarde kan gelden.
De heer [naam 6] is niet bij machte op dergelijke korte termijn iets anders te organiseren dan een garantiestelling en heeft dien te gevolge zijn aanbod ingetrokken. Enige discussie met u over een verlenging van de vijf dagen periode of de verstrekking van ander onderpand dan Fugro aandelen heeft tot niets geleid.
Door nu in een zeer onrustige markt met verkoop van Fugro aandelen te starten, richt u grote schade aan aan mijn vermogenspositie en aan het bedrijf Fugro wanneer dit bekend wordt in de markt.
Ik verzoek u met klem niet over te gaan tot verkoop van de verpande Fugro aandelen (waarde ca 24 mio) en voor 10.00 vandaag met mij in overleg te treden over alternatieven om de onderdekking ten opzicht van het krediet (thans ca 18 mio) op te vangen.(…)”
2.16.
Op 4 november 2014 heeft tussen [naam 1] van Woestduin Holding en [naam 2] van Abn Amro een telefoongesprek plaatsgevonden over de opnieuw aangevangen vijf dagen periode. Volgens de transcriptie van dit gesprek, waarin de deelnemers respectievelijk als [naam 1] en [naam 2] zijn aangeduid, is voor zover hier van belang het volgende gezegd:
“(…)
[naam 2] : (…) Ik durf echt niet te zeggen (...) waar dit eh dit dalen van de koers stopt (…)
[naam 1] : (…) hij is toch van twaalf naar elf gegaan, waarvoor ik heb verkocht vrijdag (…) Hij staat nou onder de tien.
[naam 2] : Ja, ja, hij staat nu onder de tien en en niets wijst erop dat, op dit moment, dat de daling stopt. (…)
[naam 1] : (…) Kan je twee dingen voor me doen: kan je die resterende aandelen verkopen? (…) Dat is 554.777.
[naam 2] : (…) Dat is gewoon alle resterende aandelen.
[naam 1] : Oké, goed zo. En eh, dan heb ik geen schuld aan de bank meer en dat is dan een stuk helderder (…)

3.Het geschil

3.1.
Woestduin Holding vordert, na wijziging van eis, - samengevat - dat de rechtbank voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair
  • verklaart voor recht dat Abn Amro toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de Kredietovereenkomst;
  • en Abn Amro veroordeelt tot levering (op straffe van een dwangsom) van aandelen Fugro zoveel als gelijk is aan € 9.256.766,56 dan wel tot betaling van voornoemd bedrag, alsmede tot betaling van de door Woestduin Holding te lijden belastingschade en kosten voor juridische bijstand op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
  • bepaalt dat Abn Amro aansprakelijk is voor de uit de toerekenbare tekortkoming voortvloeiende schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
subsidiair
  • verklaart voor recht dat Abn Amro onrechtmatig heeft gehandeld jegens Woestduin Holding;
  • en Abn Amro veroordeelt tot levering (op straffe van een dwangsom) van aandelen Fugro zoveel als gelijk is aan € 9.256.766,56 dan wel tot betaling van voornoemd bedrag, alsmede tot betaling van de door Woestduin Holding te lijden belastingschade en kosten voor juridische bijstand op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
  • bepaalt dat Abn Amro aansprakelijk is voor de uit het onrechtmatige handelen voortvloeiende schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente;
meer subsidiair
  • verklaart voor recht dat Abn Amro toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de Kredietovereenkomst dan wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens Woestduin Holding;
  • bepaalt dat Abn Amro aansprakelijk is voor de hieruit voortvloeiende schade, op te maken bij staat en de vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
en voorts
Abn Amro veroordeelt de Kredietovereenkomst met een kredietlimiet van € 45 miljoen, althans € 40 miljoen onverkort na te komen, althans in stand te laten;
alles met veroordeling van Abn Amro in de proceskosten en de nakosten, beide te vermeerderen met de wettelijke rente;
3.2.
Woestduin Holding legt aan haar vordering ten grondslag dat Abn Amro toerekenbaar tekort is geschoten, althans onrechtmatig heeft gehandeld, door op 31 oktober 2014 ongeveer 1.400.000 aandelen Fugro te verkopen ter aanzuivering van het toenmalige dekkingstekort van ongeveer € 8,6 miljoen. Abn Amro heeft de op haar uit hoofde van haar functie in het maatschappelijk verkeer rustende zorgplicht geschonden, althans in strijd met artikel 6:248 lid 2 BW dan wel artikel 3:13 BW gehandeld. Ondanks dat Abn Amro op geen enkel moment (krediet)risico heeft gelopen, is zij overgegaan tot de verkoop van de aandelen ter opheffing van het dekkingstekort op het effectenkrediet. Zij heeft dit gedaan zonder te beoordelen of de zeer strikte toepassing van de vijfdagenprocedure gelet op de belangen van Woestduin Holding, afgezet tegen die van Abn Amro, gerechtvaardigd was. Abn Amro heeft daarbij de alternatieve oplossingen van Woestduin Holding ongemotiveerd van de hand gewezen. Aldus steeds Woestduin Holding.
3.3.
Abn Amro voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Aan de orde is de vraag of Abn Amro is tekortgeschoten in haar zorgplicht jegens Woestduin Holding door op 31 oktober 2014 over te gaan tot de verkoop van de aandelen Fugro ter aanzuivering van het toenmalige dekkingstekort.
4.2.
Niet in geschil is dat op de tussen partijen gesloten kredietovereenkomst de Algemene Bankvoorwaarden en de Algemene Voorwaarden Beleggen van Abn Amro van toepassing zijn. In artikel 2 van de Algemene Bankvoorwaarden is bepaald dat de bank bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht dient te nemen en daarbij naar beste vermogen rekening zal houden met de belangen van de cliënt. Daarnaast heeft te gelden dat, naar vaste rechtspraak, op de bank, als bij uitstek deskundig te achten professionele financiële dienstverlener een (bijzondere) zorgplicht rust die mede ertoe strekt de cliënt te beschermen tegen de gevaren van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht. Deze zorgplicht volgt uit hetgeen waartoe de eisen van redelijkheid en billijkheid een financiële dienstverlener, in aanmerking genomen haar maatschappelijke functie en haar deskundigheid, verplichten. De omvang van die zorgplicht is steeds afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waaronder ook de van toepassing zijnde publiekrechtelijke regels. Deze zorgplicht behelst onder meer dat de bank, mede afhankelijk van de aard en complexiteit van het te verstrekken advies en of te adviseren product, vooraf voldoende onderzoek moet doen naar de financiële mogelijkheden, de deskundigheid en doelstellingen van de cliënt, om in te kunnen schatten of en, zo ja, in hoeverre en op welke wijze zij de cliënt dient te informeren over de werking en kenmerken van een voorgenomen transactie of toegepaste constructie en hem moet waarschuwen voor de (bijzondere) risico’s die daaraan verbonden zijn, alsook voor het feit dat een door hem voorgenomen op toegepaste (beleggings-)strategie mogelijk niet past bij zijn financiële mogelijkheden of doelstellingen, zijn risicobereidheid of zijn deskundigheid (vgl. HR 3 februari 2012, BU4914).
4.3.
Vast staat dat Abn Amro een rekening-courant faciliteit ter beschikking heeft gesteld met een kredietlimiet van € 45 miljoen op basis van een bevoorschotting van 45% van de aandelen Fugro in het depot Woestduin Holding. Op deze kredietovereenkomst zijn de Algemene Voorwaarden Beleggen van toepassing verklaard waarin onder 9.4 uitvoerig staat toegelicht wat de 5-dagen procedure inhoudt en dat de bank de bevoegdheid heeft beleggingsproducten te verkopen indien de klant niet tijdig het dekkingstekort opheft. Hoewel Woestduin Holding stelt dat deze procedure slechts dient voor het veiligstellen van de zekerheidspositie van de bank, dient deze tevens, zoals Abn Amro terecht aanvoert, ter bescherming van de cliënt tegen haar eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft Abn Amro te kennen gegeven dat zij het van belang acht, gezien de verplichtingen van Woestduin Holding in relatie tot haar vermogenspositie, dat Woestduin Holding over voldoende liquiditeiten beschikt en dat laatstgenoemde in dit verband heeft aangegeven voornemens te zijn een liquiditeitsbuffer aan te houden van € 20 miljoen. Weliswaar is niet gebleken dat dit als voorwaarde in de kredietovereenkomst is opgenomen, maar het geeft wel aan dat Abn Amro te kennen heeft gegeven dat zij een dergelijke buffer van belang acht.
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat de koers van het aandeel Fugro in de loop van 2014 enorm is gedaald. Onbetwist is gesteld (door dan wel Woestduin Holding dan wel Abn Amro) dat de slotkoers op 9 juli 2014 € 40,76 bedroeg, op 1 september 2014 € 27,49, op 27 oktober € 19,51, op 29 oktober € 14,42 en op 30 oktober € 11,95, dat Woestduin Holding in de periode van 15 juli 2014 tot 29 oktober 2014 in totaal circa € 23 miljoen heeft betaald ter inlossing van de dekkingstekorten en dat zij diverse hoeveelheden aandelen heeft Fugro verkocht.
4.5.
Uit de onder 2.7 vermelde gespreksverslagen blijkt voorts, zoals Abn Amro stelt en niet (voldoende) gemotiveerd door Woestduin Holding wordt betwist, dat Abn Amro Woestduin Holding in ieder geval in de betreffende periode van juli 2014 tot en met oktober 2014 meermalen heeft geadviseerd meer liquiditeiten aan te houden teneinde mogelijke dekkingstekorten in te kunnen lossen en dat Abn Amro meermalen heeft gewaarschuwd dat zij juist vanwege de zorgplicht de 5-dagen procedure strikt zal handhaven en tot verkoop van de aandelen Fugro zal overgaan als Woestduin Holding haar dekkingstekorten niet tijdig inlost.
4.6.
Gezien het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat Abn Amro in het kader van haar zorgplicht voldoende informatie heeft verstrekt over de gevolgen van een dekkingstekort, over haar bevoegdheid tot het verkopen dat de onderliggende aandelen en over de strikte toepassing van de procedure en daarnaast voldoende heeft gewaarschuwd dat zij ook werkelijk tot verkoop van de aandelen zou overgaan als Woestduin Holding een dekkingstekort niet tijdig zou inlossen. Gezien het verloop van de koers van de aandelen Fugro, waarbij de koers eind oktober binnen een week nagenoeg halveerde, hetgeen binnen een week leidde tot een stijging van het dekkingstekort van € 3,6 miljoen naar € 8,6 miljoen, en nu er geen aanleiding was om te veronderstellen dat de koers weer zou stijgen heeft Abn Amro, in beginsel, terecht en in overeenstemming met haar zorgplicht op 31 oktober 2014 de aandelen verkocht.
4.7.
Woestduin Holding verwijt Abn Amro dat zij (desondanks) de aandelen niet had mogen verkopen, omdat zij één van de door Woestduin Holding geboden alternatieven had moeten accepteren. Zij stelt dat Abn Amro de 5-dagen procedure opnieuw had moeten laten aanvangen op 31 oktober 2014 zodat de garantie van [naam 6] kon worden uitgewerkt, dan wel akkoord had moeten gaan met het hanteren van een ondergrens c.q. minimum bij het bepalen van het dekkingstekort c.q. verkopen van aandelen dan wel het Australische beursfonds mee moeten rekenen bij het bepalen van het dekkingstekort dan wel de volgens Woestduin Holding onbelaste onroerend goed portefeuille, de vioolcollectie of de schilderijen als zekerheid moeten accepteren. Door geen van deze voorstellen te accepteren heeft Abn Amro geen rekening gehouden met de belangen van Woestduin Holding, terwijl er feitelijk voor Abn Amro geen risico was.
4.8.
Abn Amro betwist dat de door Woestduin Holding genoemde alternatieven geschikt waren om het dekkingstekort op te heffen. Het beursfonds in Australië was niet acceptabel omdat het, zoals [naam 1] (aldus Abn Amro) zelf heeft gezegd, maanden zou duren deze investering liquide te kunnen maken. Voor de violen, schilderijen en de onroerende goed portefeuille, van welke Abn Amro overigens betwist dat die grotendeels onbelast was, geldt eveneens dat deze illiquide waren en daarmee niet acceptabel. Het hanteren van een ondergrens of minimum zou betekenen dat de bank, in afwijking van de contractuele afspraken en de wet, een ongedekt, blanco krediet zou verstrekken, waartoe Abn Amro nimmer via een beroep op de zorgplicht gedwongen zou kunnen worden. Het verlengen van de termijn was evenmin verantwoord gezien de alsmaar dalende koers. Tot slot heeft Abn Amro Woestduin Holding wel degelijk de gelegenheid gegeven, zij heeft het zelfs voorgesteld, om een bankgarantie met [naam 6] te regelen, maar het was Woestduin Holding die daar zelf de stekker uit heeft getrokken. Aldus steeds Abn Amro.
4.9.
De rechtbank volgt Abn Amro in haar betoog dat zij Woestduin Holding de gelegenheid heeft gegeven middels een bankgarantie van [naam 6] (een deel van) het dekkingstekort op te heffen. Uit de transcripties van de telefoongesprekken blijkt dat [naam 1] op 30 oktober 2014 in de loop van de middag met de mededeling is gekomen dat [naam 6] bereid was een garantie te geven voor het uitstaande bedrag. Abn Amro reageerde hierop verrast en antwoordde dat zij het zou gaan onderzoeken en [naam 6] zou bellen. [naam 1] deelde mee dat hij met [naam 6] over € 3,5 à € 4 miljoen had gesproken, waarop Abn Amro zei dat het tekort inmiddels was opgelopen tot circa € 7 miljoen, dat er dan ook een gat zou overblijven waarvoor een oplossing gezocht moest worden en dat zij er later in de middag op terug zou komen. Enige tijd later belde Abn Amro [naam 1] met het bericht dat de persoonlijke garantie van [naam 6] om verschillende redenen niet acceptabel was, dat zij [naam 6] daarom ook niet had gebeld, maar dat een betaling via een lening wel acceptabel zou zijn. Na een langdurig gesprek kwamen Abn Amro en [naam 1] overeen dat een bankgarantie van [naam 6] ook een acceptabele oplossing zou zijn, dat [naam 1] daartoe contact moest opnemen met [naam 6] , dat [naam 1] en [naam 6] samen moesten afstemmen wat de hoogte van de bankgarantie zou zijn, dat Abn Amro de volgende ochtend voor tien uur met [naam 1] contact zou hebben om te vernemen wat de afspraak met [naam 6] was geworden en dan zou de verdere actie worden bepaald. Het standpunt van [naam 1] dat hij niet heeft begrepen dat de bank akkoord zou gaan met een bankgarantie in plaats van een cash betaling acht de rechtbank niet geloofwaardig nu partijen uitvoerig over de bankgarantie hebben gesproken en [naam 1] tijdens het telefoongesprek op 30 oktober 2014 om 17:20 zelf heeft gezegd:
[naam 6] zegt terecht (…) als je vijf miljoen doet, met alle genoegen doen we in de vorm van eenbankgarantiedan komen we in de komende twee drie dagen wel uit met de bank eh even aannemende dat de bank accepteert dat als die met jou praat en jij zegt je weet dat er eenbankgarantievan 2,5 miljoen aankomt dat dat afgetrokken wordt van de obligo, hè, laten we dat even aannemen eh dat dat dat gebeurt, eh als dat het geval is dan moet jij morgenochtend wel die 2,5 miljoen van het obligo aftrekken. [onderstreping rechtbank]
4.10.
Voor zover [naam 1] op 30 oktober 2014 werkelijk niet zou hebben begrepen dat het om een bankgarantie zou gaan in plaats van een cashbetaling geldt bovendien dat Abn Amro in het gesprek van 31 oktober 2014 rond 10:00 uur, nadat zij kennis had genomen van de e‑mail van [naam 1] waarin hij aangaf dat [naam 6] zijn aanbod had ingetrokken, (nogmaals) aan [naam 1] heeft uitgelegd dat zij de dag daarvoor hadden gesproken over een bankgarantie, dat [naam 1] met [naam 6] zou kortsluiten wat de omvang van de bankgarantie zou zijn en dat Abn Amro en [naam 1] die ochtend naar gelang de omvang van de bankgarantie zouden bepalen welke verdere stappen zouden worden genomen. Abn Amro heeft vervolgens aan [naam 1] de keuze voorgelegd alsnog [naam 6] te bellen of dat de bank de stappen zou nemen die zij noodzakelijk achtte. [naam 1] heeft hierop geantwoord dat hij de bank moeilijk kon stoppen om de aandelen te verkopen en dat hij het wel zou merken. Het is naar het oordeel van de rechtbank dan ook Woestduin Holding geweest die, zoals Abn Amro terecht aanvoert, de stekker er uit heeft getrokken.
4.11.
Wellicht had Woestduin Holding nog iets kunnen regelen met [naam 6] als Abn Amro de 5-dagen termijn had verlengd, maar dit zou naar het oordeel van de rechtbank gezien de alsmaar dalende koersen en het ontbreken van enig concreet aanbod van de zijde van [naam 6] in strijd zijn geweest met haar zorgplicht jegens Woestduin Holding.
4.12.
Voor wat de betreft de overige alternatieven, te weten het akkoord gaan met het hanteren van een ondergrens c.q. minimum bij het bepalen van het dekkingstekort c.q. verkopen van aandelen c.q. het mee rekenen van het Australische beursfonds bij het bepalen van het dekkingstekort dan wel het accepteren van de onroerend goed portefeuille, de vioolcollectie of de schilderijen als zekerheid, heeft Woestduin Holding, mede in het licht van het verweer van Abn Amro, onvoldoende onderbouwd waarom dit een acceptabele oplossing zou zijn ter opheffing van het dekkingstekort. Partijen waren contractueel overeengekomen dat de aandelen Fugro voor 45% zouden worden bevoorschot. Door de koersdaling bevoorschotte Abn Amro op 31 oktober 2014 feitelijk, zoals zij onbetwist heeft gesteld, 85% van de aandelen. In dit licht is het volkomen onduidelijk op welke grond Abn Amro daarbij ook nog gehouden zou zijn een ondergrens of minimum te accepteren. Dit geldt ook voor het meerekenen van het Australische beursfonds. [naam 1] heeft ter zitting verklaard dat het fonds niet snel liquide gemaakt kon worden, zodat ook dit geen soelaas had kunnen bieden. Evenmin heeft Woestduin Holding, gezien het verweer van Abn Amro, voldoende onderbouwd op welke grond Abn Amro gehouden zou zijn de onroerend goed portefeuille, de vioolcollectie of de schilderijen als zekerheid te accepteren en in hoeverre dit soelaas had kunnen bieden voor het dekkingstekort.
4.13.
Gezien het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat Abn Amro haar zorgplicht niet heeft geschonden. Zij is terecht overgegaan tot de verkoop van de aandelen ter opheffing van het dekkingstekort op het effectenkrediet. Deze strikte toepassing van de 5-dagen procedure was gerechtvaardigd nu zij door de koersdaling van het aandeel Fugro op 31 oktober 2014 reeds 85% in plaats van de overeengekomen 45% bevoorschotte. Woestduin Holding kwam niet met afdoende concrete voorstellen zodat Abn Amro niet anders kon dan tot verkoop over te gaan. Het standpunt van Woestduin Holding dat hierdoor haar aandeel in Fugro zodanig was aangetast dat zij niet meer terug kon naar een 5% aandeel en zodoende op 4 november 2014 gedwongen was alle aandelen Fugro te verkopen is voor de rechtbank onbegrijpelijk. Met de verkoop op 31 oktober 2014 was het belang in Fugro teruggebracht naar 2,9% (zoals Abn Amro onbetwist heeft gesteld). [naam 1] heeft ter terechtzitting verklaard dat Woestduin Holding een termijn had van 2 jaar om terug te komen op een belang van 5%, dat Woestduin Holding dan wel [naam 1] onroerend goed bezat dat kon worden ondergezet, een belang in Australië om te gelde te maken en violen en schilderijen bezat die verkocht konden worden. Met al haar vermogensbestanddelen die volgens Woestduin Holding circa € 60 miljoen waard waren en de na 31 oktober 2014 nog immer dalende koers van het aandeel Fugro is het voor de rechtbank niet te volgen dat het voor Woestduin Holding onmogelijk zou zijn aandelen Fugro terug te kopen tot een belang van 5%.
4.14.
Tot slot dient nog de vraag te worden beantwoord of Abn Amro in strijd heeft gehandeld met artikel 6:248 lid 2 BW dan wel artikel 3:13 BW. Gelet op het belang van Woestduin Holding bij het in stand houden van de aandelenportefeuille had Abn Amro naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet tot verkoop van de aandelen Fugro over mogen gaan, aldus Woestduin Holding.
4.15.
Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was dat Abn Amro is overgegaan tot de verkoop van de aandelen Fugro. Zoals hiervoor reeds overwogen had Woestduin Holding ervaring met de 5 dagenprocedure en de strikte wijze waarop de bank deze toepaste. Daar is Woestduin Holding meermalen voor gewaarschuwd en in dat kader hebben partijen ook besproken dat het van belang was dat er een liquiditeitsbuffer van € 20 miljoen werd aangehouden. Toen de koers Fugro in 2014 begon te dalen heeft Woestduin Holding, hoewel hij beschikte over violen, schilderijen en onroerend goed, de keuze gemaakt deze niet (voldoende) liquide te maken en geen constante liquiditeitsbuffer aan te houden. Van het eerder door Abn Amro aangeboden overbruggingskrediet heeft Woestduin Holding geen gebruik gemaakt. De door Abn Amro geboden mogelijkheid om het dekkingstekort op te heffen middels een bankgarantie van [naam 6] heeft Woestduin Holding evenmin benut. Nu Woestduin Holding geen van de voorgestelde, gewenste dan wel aangeboden voorzieningen heeft getroffen, Abn Amro geen verplichting had om violen of schilderijen of de Australische deelneming als zekerheid aan te nemen, de aangeboden onroerend goed portefeuille volgens Abn Amro al belast was, de koers van Fugro van juli 2014 tot eind oktober 2014 met bijna 80 % was gedaald en het niet duidelijk was of het einde van de koersdaling al in zicht was heeft zij naar het oordeel van de rechtbank niet onaanvaardbaar gehandeld door met gebruikmaking van haar contractuele bevoegdheid over te gaan tot verkoop.
4.16.
Vorenstaande leidt tot de conclusie dat de vordering zal worden afgewezen.
4.17.
Woestduin Holding zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Abn Amro worden begroot op:
- griffierecht 3.864,00
- salaris advocaat
12.844,00(4 punten × tarief € 3.211,00)
Totaal € 16.708,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Woestduin Holding in de proceskosten, aan de zijde van Abn Amro tot op heden begroot op € 16.708,00,
5.3.
veroordeelt Woestduin Holding in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Woestduin Holding niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, rechter, bijgestaan door mr. S.A.M. Groot, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2017. [1]

Voetnoten

1.type: