Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Inleiding
social mediaen televisie. Volgens aangeefster is dit structureel van aard sinds mei 2015 en is in haar woorden ‘de hel losgebarsten’ sinds de uitzending in mei 2016, waarin onder meer haar toetreding tot de politieke partij DENK ter sprake is geweest. Zij geeft aan dat het haar steeds persoonlijker, ook zakelijk, raakt en zij zich zeer bedreigd voelt mede vanwege de massaliteit en de inhoud van de uitingen. Aangeefster heeft materiaal dat voor een deel door haarzelf en voor een deel door anderen is verzameld aan de politie ter beschikking gesteld. Dit materiaal is onderzocht en geprobeerd is de identiteit te achterhalen van de personen die berichten hebben geplaatst.
3.Tenlastelegging
4.Voorvragen
5.Waardering van het bewijs
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer] van 27 juni 2016, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 1] en [naam 2] (dossierpagina’s C4 002 – 004).
Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer [nummer] van 11 oktober 2016, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 3] en [naam 4] (dossierpagina’s C4 011 – 013).
6.Bewezenverklaring
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
social mediahebben geplaatst.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
€ 450,00(zegge: vierhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van negen (9) dagen.