10.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Anders dan de raadsman, is de rechtbank van oordeel dat er niet is gebleken dat verregaand en aantoonbaar onjuist is geverbaliseerd in het proces-verbaal van observatie, opgemaakt op 29 januari 2016. Weliswaar had wellicht voor de volledigheid vermeld moeten worden, dat de man die in gezelschap van verdachte werd gezien ook een tas bij zich droeg, zoals is gebleken bij het ter terechtzitting bekijken van de beelden, maar voor het overige is de rechtbank niet van onjuistheden of onvolledigheden gebleken. Dat de verbalisant waarneemt dat de rugzak die verdachte bij zich droeg bij het verlaten van de flat zichtbaar lichter was dan bij het arriveren bij de flat is een waarneming die voor rekening komt van de verbalisant en niet als aantoonbaar onjuist kan worden beschouwd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat geen sprake is van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering zodat het verweer wordt verworpen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de handel in harddrugs, door een hoeveelheid Crystal Methamfetamine aanwezig te hebben, te vervoeren en af te leveren. Ook heeft zij in haar woning samen met haar man [medeverdachte 8] verschillende soorten harddrugs, een hennepplantage, een pistool, munitie, drie op een vuurwapen lijkende wapens, een ploertendoder en een busje traangas voorhanden gehad.
Het is algemeen bekend dat het gebruik van harddrugs, vooral het uiterst verslavende en gevaarlijke Crystal Methamfetamine, een onaanvaardbaar gevaar oplevert voor de volksgezondheid. Verdachte heeft met haar gedragingen kennelijk haar eigen financieel gewin boven de veiligheid van anderen gesteld.
Daarnaast gaat de handel in harddrugs gepaard met overlast in de samenleving. Het gebruik van harddrugs genereert op zijn beurt strafbare feiten. Verdachte heeft hierdoor de maatschappij bewust aan deze risico’s blootgesteld.
Ook heeft verdachte met de hennepplantage een bijdrage geleverd aan de handel in en verspreiding van voor de gezondheid schadelijke softdrugs en aan daarmee gepaard gaande vermogens- en andere criminaliteit.
Met het aanwezig hebben van de wapens en munitie in haar woning, heeft verdachte bijgedragen aan het gevoel van onveiligheid in de maatschappij en een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen veroorzaakt, dat het ongecontroleerde bezit van wapens met zich brengt.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op de omtrent verdachte opgemaakte Pro Justitia rapportage van het psychiatrisch onderzoek van 13 augustus 2016.
De psychiater prof. dr. J. Neeleman heeft geconcludeerd dat verdachte lijdt aan complexe PTSS, ADHD en een psychosomatisch chronisch pijnsyndroom, waardoor ze geneigd is tot het gebruik van verdovende middelen als zelfmedicatie. Door de ADHD is ze impulsief en onoplettend. Door deze stoornissen waren haar gedragskeuzes ten aanzien van de ten laste gelegde druggerelateerde feiten enigszins beperkt. Voor die feiten wordt geadviseerd haar verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
De rechtbank onderschrijft de conclusies van de psychiater en zal het gegeven advies opvolgen. Dat geeft de rechtbank aanleiding om aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die het drie maanden durende voorarrest overschrijdt, hoewel de ernst van de bewezen geachte feiten dit in beginsel wel zou rechtvaardigen. De rechtbank zal daarom aan verdachte een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, opleggen.
Gezien de ernst van de feiten kan hier echter niet mee worden volstaan, en acht de rechtbank het passend en geboden aan verdachte tevens een taakstraf van 180 uur op te leggen.
De rechtbank rekent het verdachte daarbij aan dat zij geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor de door haar gepleegde strafbare feiten en er geen blijk van heeft gegeven de ernst daarvan in te zien.
Gelet op de strafoplegging zal de rechtbank de voorlopige hechtenis opheffen.