Beoordeling
8. Het gaat in deze zaak om de vraag of het door KLM gegeven ontslag op staande voet moet worden vernietigd en of KLM moet worden veroordeeld tot doorbetaling van loon en wedertewerkstelling.
9. [verzoeker] heeft zich op het standpunt gesteld dat niet is voldaan aan de onverwijldheidseis. Dit kan in het midden blijven, aangezien naar het oordeel van de kantonrechter de opzegging van de arbeidsovereenkomst om andere redenen niet rechtsgeldig is. Daarover wordt het volgende overwogen.
10. [verzoeker] heeft geen toestemming aan KLM gevraagd om werkzaamheden te verrichten voor FLP en heeft van die werkzaamheden ook geen melding gemaakt. [verzoeker] heeft dit toegelicht met het argument dat zijn echtgenote een eigen bedrijf heeft, genaamd Be Firm, waarmee zij werkzaamheden verricht voor FLP. Hij ondersteunt haar en doet wat werkzaamheden achter de schermen. Van een tweede werkgever is geen sprake en hij heeft dan ook niet gehandeld in strijd met de CAO. De kantonrechter is van oordeel dat uit de door KLM overgelegde pagina’s van de website van Be Firm (befirmcoaching.com), een promotiefilmpje van FLP en een interview in de editie van eind januari 2016 van het magazine van FLP met de echtgenote van [verzoeker] voldoende blijkt dat [verzoeker] werkzaamheden verricht voor FLP. Nu vaststaat dat KLM aan collega’s toestemming heeft gegeven om werkzaamheden voor FLP te verrichten, levert het niet melden van deze werkzaamheden door [verzoeker] niet een dringende reden voor ontslag op staande voet op. Dat KLM nadeel heeft geleden door de werkzaamheden, in het bijzonder door de overschrijding van werk- en rusttijden, is niet gebleken.
11. KLM verwijt [verzoeker] voorts dat hij dan wel zijn echtgenote gebruik heeft gemaakt van de IPB-reisfaciliteiten, door ze in te zetten ten behoeve van FLP-werkzaamheden. Zij verwijst naar vluchten die [verzoeker] en/of zijn echtgenote hebben gemaakt naar Stockholm en Colombia en naar Facebook-posts waaruit van de werkzaamheden zou blijken. In het verweerschrift heeft zij ook nog verwezen naar een op 17 juli 2015 door de echtgenote van [verzoeker] gemaakte vlucht naar Birmingham, voor een training en bijeenkomst van FLP. Dit verwijt is echter niet in de ontslagbrief aan [verzoeker] genoemd, zodat het voor de beoordeling van de dringende reden geen rol speelt. [verzoeker] heeft daar tegen ingebracht dat hij in Colombia was voor familiebezoek. Dat hij daar ook andere dingen heeft besproken, is niet vreemd. Zijn echtgenote heeft in Stockholm lezingen gevolgd, waarvoor zij niet betaald heeft gekregen. Dit was daarom niet met een commercieel doel. Hij wijst erop dat IPB een eigen sanctiebeleid kent en daarom een ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd is. De kantonrechter overweegt dat KLM niet weerspreekt dat [verzoeker] geregeld voor familiebezoek naar Colombia reist. Dat [verzoeker] met zijn familie over FLP spreekt, maakt zo’n reis nog niet tot een businessreis. De reis van zijn echtgenote naar Stockholm vond plaats in het kader van FLP, zodat daarvoor strikt genomen niet de IPB-faciliteiten gebruikt mochten worden. KLM kent echter voor overtreding van de IPB-regels een apart sanctiebeleid: ontzegging van de faciliteiten voor een nader te bepalen periode. De overtreding van de IPB-regels levert daarom geen dringende reden voor ontslag op.
12. [verzoeker] heeft zorgverlof genoten van 12 tot en met 16 augustus 2015 vanwege ziekte (als gevolg van een virus) en een oorontsteking van zijn toen zwangere vrouw, tijdens hun verblijf in Curaçao. Daardoor konden ze niet terugvliegen op de geplande datum. KLM verwijt [verzoeker] dat hij op 12 augustus 2015 is teruggevlogen naar Amsterdam en op 15 augustus 2015 naar een business meeting van FLP is gegaan. Hij had moeten melden dat hij weer beschikbaar was. [verzoeker] heeft aangevoerd, onder verwijzing naar de daarover gevoerde e-mailcorrespondentie, dat hij op 11 augustus 2015 om vrije dagen had gevraagd vanwege de ziekte van zijn vrouw, maar dat zijn unit manager toen heeft voorgesteld er zorgverlof van te maken tot aan zijn ‘GKI-dag’. Dat voorstel heeft hij geaccepteerd. Het gezin is 12 augustus 2015 weer teruggevlogen, maar zijn vrouw was pas in de loop van zaterdag 15 augustus 2015 voldoende hersteld om voor zichzelf en hun kind te zorgen. Hij heeft dit niet gemeld, omdat hij maandag als Flight Safety Trainer aan de slag zou gaan en er voorafgaand aan deze werkzaamheden twee roostervrije dagen in acht genomen moeten worden. Voor de kantonrechter staat voldoende vast dat de noodzaak voor het zorgverlof er mogelijk op 13 augustus 2015 maar zeker op 16 augustus 2015 niet meer was. Hoewel nog wel kan worden begrepen dat [verzoeker] dit, met het oog op de gemaakte afspraken en de training die hij maandag 17 augustus 2015 moest geven, niet heeft gemeld bij KLM, heeft hij daarmee niet juist gehandeld. Het verwijt dat hem kan worden gemaakt is echter onvoldoende ernstig om het ontslag op staande voet te rechtvaardigen. Dat [verzoeker] aan zijn unit manager valse redenen heeft opgegeven voor het zorgverlof is niet gebleken. KLM heeft in haar verweerschrift ook melding gemaakt van onterecht genoten zorgverlof op 27 juni 2016. Nu dit verwijt niet in de ontslagbrief aan [verzoeker] is genoemd, speelt het voor de beoordeling van de dringende reden geen rol. Het feit dat op een foto die zijn echtgenote een dag eerder (26 juni 2016) op haar Facebookaccount heeft geplaatst twee glazen wijn te zien zijn, is echter onvoldoende voor de gevolgtrekking van KLM, dat zij niet ziek en het zorgverlof niet nodig was.
13. Op 26 en 27 augustus 2015 genoot [verzoeker] verhuisverlof. Volgens KLM deed hij die dag andere dingen, waaronder activiteiten voor FLP, zoals zou blijken uit een Facebookpost van zijn echtgenote. [verzoeker] heeft aangevoerd dat hij wel degelijk is verhuisd en verwezen naar een op 26 augustus 2015 geposte foto van zijn nieuwe huis met als bijschrift “YES!!! De sleutel!!Ons eigen nieuwe plekje!!”. Volgens de CAO heeft hij bij verhuizing recht op twee vrije dagen. Zijn echtgenote heeft op die dagen nog dingen voor haar werk gedaan. Waarom hij aan het eind van de dag niet samen met haar mag eten, is onduidelijk. Naar het oordeel van de kantonrechter staat voldoende vast dat [verzoeker] op 26 augustus 2015 is verhuisd. Bij verhuizing heeft de KLM-werknemer recht op twee verhuisdagen. Van misbruik van verhuisverlof is niet gebleken. Ook deze stelling kan niet leiden tot een geldige opzegging.
14. [verzoeker] was op 31 december 2015 ingezet op een vlucht naar Newcastle, met een nachtstop. Hij zou de volgende dag terugvliegen. Om bij zijn gezin oudejaarsavond te vieren is hij op 31 december 2015 teruggevlogen naar Amsterdam en de volgende ochtend weer naar Newcastle gevlogen. KLM verwijt hem dat hij daarmee onverantwoord heeft gehandeld. De nachtstop is bedoeld voor rust. Hij heeft bovendien het risico gelopen dat hij niet mee kon vliegen naar Newcastle de volgende ochtend. Hij heeft zijn crew alleen achtergelaten. [verzoeker] stelt zich op het standpunt dat hij hiermee geen regels heeft overtreden. Hij geeft toe dat deze handelwijze niet wenselijk is, maar omdat hij zijn terugvlucht vanuit Amsterdam had geboekt met hetzelfde toestel als waarmee hij weer vanuit Newcastle terug moest vliegen, kon er volgens hem niets misgaan. De kantonrechter acht de handelwijze van [verzoeker] onverantwoordelijk, temeer nu hij door gebruik te maken van de IPB-faciliteit, het risico heeft gelopen dat er geen plaats was op de vlucht van Amsterdam naar Newcastle. Nu er echter niets mis is gegaan en KLM geen regels heeft die deze handelwijze verbieden, is dit echter geen grond voor ontslag op staande voet.
15. KLM verwijt [verzoeker] ten slotte dat hij de regels die gelden voor Social Media heeft overtreden: op een promotiefilmpje voor FLP op Youtube is [verzoeker] te zien in KLM-uniform. Ook zijn de naam en afbeeldingen van KLM gebruikt in het promoten van het bedrijf van [verzoeker] en zijn echtgenote, zoals in het FLP-magazine ‘Forever’ van januari 2016. Dit is in strijd met de gedragsregels en de CAO. [verzoeker] heeft daar tegen ingebracht dat het internet vol staat met vergelijkbare uitingen van collega’s die foto’s in uniform plaatsen op social media en daarin commerciële activiteiten promoten. Hij heeft verwezen naar een groot aantal producties. Nu het beleid dat KLM stelt te hanteren kennelijk op grote schaal niet wordt nageleefd, moet dit beleid worden herijkt, vindt [verzoeker] .
16. Op één van de door KLM overgelegde foto’s en screenshots is [verzoeker] te zien in uniform. Op een andere foto is het KLM-logo te zien. Naar het oordeel van de kantonrechter is daarmee onvoldoende aangetoond dat [verzoeker] deze foto’s doelbewust heeft ingezet voor werkzaamheden voor FLP. Dat de goede naam van KLM is geschaad door gedragingen van [verzoeker] , is niet aangetoond. Van reclame voor producten of doelstellingen, waarbij op enigerlei wijze verband is gelegd met KLM of de dienstbetrekking van [verzoeker] met KLM, is onvoldoende gebleken. Evenmin is gebleken van ge- of misbruik van de door [verzoeker] geplaatste foto’s. [verzoeker] heeft bovendien tal van foto’s overgelegd die op het internet circuleren, van collega’s die op alle mogelijke manieren en in verschillende context - in KLM-uniform te zien zijn. Het beleid dat KLM stelt te voeren, wordt daarmee op grote schaal overtreden en kennelijk niet consequent gehandhaafd. Dit leidt tot onduidelijkheid voor de medewerkers. Een eventuele overtreding van dit beleid kan [verzoeker] daarom niet voldoende ernstig worden verweten en is geen grond voor een ontslag op staande voet.
17. Nu hiervoor is geoordeeld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is, zal het verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van die opzegging worden toegewezen. Omdat de opzegging wordt vernietigd, duurt de arbeidsovereenkomst voort en heeft [verzoeker] recht op loon en tewerkstelling. De vordering van [verzoeker] tot loondoorbetaling, verstrekken van salarisspecificaties en wedertewerkstelling zal daarom eveneens worden toegewezen. De gevorderde dwangsommen worden toegewezen als in het dictum te melden. KLM heeft nog aangevoerd dat het niet werken voor risico komt van [verzoeker] , omdat hij voorschriften en regels heeft overtreden, maar gelet op het hiervoor overwogene wordt dit standpunt niet gevolgd. De gevorderde wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW en de wettelijke rente zullen worden toegewezen, omdat de werkgever te laat heeft betaald. In de omstandigheden van het geval ziet de kantonrechter wel aanleiding de wettelijke verhoging te matigen tot 25%.
18. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen. [verzoeker] heeft daarvoor geen enkele onderbouwing gegeven.
19. Het verzoek van [verzoeker] tot schadevergoeding wordt afgewezen. [verzoeker] had de periode waarin hij in Colombia verbleef als verhinderdata kunnen opgeven, opdat daar bij de planning van de zitting rekening mee kon worden gehouden. Dat hij dit niet heeft gedaan komt voor zijn rekening.
20. In deze beschikking wordt een beslissing gegeven over het verzoek van [verzoeker] , zodat er geen reden meer is om met toepassing van artikel 223 Rv een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening op grond van dat artikel kan immers alleen worden getroffen voor de duur van het geding. De verzochte voorlopige voorziening zal daarom worden afgewezen.
21. KLM heeft een (voorwaardelijk) verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. Omdat geoordeeld wordt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is en het dienstverband met [verzoeker] is blijven bestaan, is voldaan aan de voorwaarde voor de beoordeling van dit verzoek.
22. KLM heeft aan haar verzoek primair dezelfde redenen ten grondslag gelegd als aan het ontslag op staande voet en voert aan dat sprake is van verwijtbaar gedrag van [verzoeker] . Naar het oordeel van de kantonrechter kan [verzoeker] een verwijt worden gemaakt van het onvermeld laten van de nevenwerkzaamheden, de overtreding van de IPB-regels, het onverantwoord gedrag tijdens de jaarwisseling 2015/2016 en het feit dat hij in augustus 2015 niet heeft gemeld dat het hem toegekende zorgverlof niet langer nodig was. Desalniettemin is de ernst van deze gedragen, zowel ieder voor zich als in onderlinge samenhang beschouwd, niet van dien aard dat van KLM niet meer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] te laten voortduren. Voor de motivering daarvan wordt verwezen naar de voorgaande overwegingen.
23. Subsidiair voert KLM aan dat door de houding en handelwijze van [verzoeker] het vertrouwen van KLM in hem ernstig en onherstelbaar is beschadigd, waardoor de arbeidsrelatie tussen partijen volledig en duurzaam is verstoord. Dit is bovendien uitsluitend aan [verzoeker] te wijten. KLM vertrouwt de vliegveiligheid en de veiligheid van haar personeel toe aan haar cabinepersoneel en stel daarom hoge eisen op het gebied van integriteit, verantwoordelijkheidsbesef en betrouwbaarheid. Als leidinggevende vervult [verzoeker] bovendien een voorbeeldfunctie. In de met hem gevoerde gesprekken heeft hij KLM bewust een onjuist en onvolledig beeld voorgespiegeld, in de eerste plaats over zijn nevenwerkzaamheden, maar ook ten aanzien van de andere overtredingen. Bovendien geeft het opnemen van de gesprekken zonder medeweten van KLM blijk van een diepgeworteld wantrouwen.
24. In de voorgaande overwegingen is al vastgesteld dat van een structureel overtreden van regels en het verschaffen van onjuiste informatie door [verzoeker] geen sprake is. Uit de overgelegde transcriptie van de met [verzoeker] gevoerde gesprekken komt geenszins het beeld naar voren dat [verzoeker] bewust een onjuist en onvolledig beeld aan KLM heeft gegeven van de zaken die hem tijdens die gesprekken zijn voorgelegd. Dat hij zich door de vragen overvallen voelde en niet meteen op alles een antwoord had, is gelet op de omstandigheden voorstelbaar en wil nog niet zeggen dat hij niet eerlijk antwoord heeft gegeven. Het opnemen van de gesprekken op band geeft wel blijk van wantrouwen aan de zijde van [verzoeker] . Uit het indienen van zijn verzoeken in deze procedure volgt echter dat [verzoeker] over dit wantrouwen heen kan stappen. Van KLM, als grote werkgever, mag worden verwacht dat zij dat ook doet, temeer nu zij heeft bevestigd dat [verzoeker] een uitstekende staat van dienst heeft. Dat het beschadigde vertrouwen onherstelbaar is, zodanig dat van KLM in redelijkheid niet kan worden gevergd dat zij de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] voortzet, is onvoldoende gebleken. Daarbij wordt ook meegewogen dat [verzoeker] bijna 17 jaar in dienst is en kostwinner is van een jong gezin. Ook deze grond leidt niet tot toewijzing van het ontbindingsverzoek.
25. Gelet op de uitkomst van de zaak, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.