Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the President of the High Court Maramures(Roemenië) en het strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[adres] te [woonplaats] ,
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
penal sentence no. 9van het
Maramures Tribunal
De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij voornoemd vonnis.
4.De tussenuitspraak van 6 april 2017
5.De nieuw ingebrachte informatie
brief, afkomstig van de hoofdcommissaris [naam hoofdcommissaris] , Algemeen Directeur van het Nationale Bestuur van Penitentiaire Instellingen, getekend door de Adjunct commissaris van gevangenissen [naam adjunct commissaris] , plaatsvervangend directeur-generaal, met het kenmerk [kenmerknummer] .
6 april 2017 geleid tot uitstel van de beslissing. De brief is detentiebreed geschreven en zegt niets over het regime in de [naam penitentiaire inrichting 2] gevangenis. Vooropgesteld moet worden dat de schending van ‘de personal space’ nog onverminderd aanwezig is en blijft. Uit de jurisprudentie volgt dat dit gecompenseerd kan worden. Van belang kunnen bijvoorbeeld zijn de bewegingsvrijheid van gedetineerden in de gevangenis, de onbelemmerde toegang tot natuurlijk licht en lucht en relatief lange dagelijkse periodes van “outdoor exercises” (Varga e.a./Hongarije, § 77).
personal space” te compenseren.
strong presumption’ bestaat dat de opgeëiste persoon aldaar onder onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden zal verblijven.
short, occasional and minor reductions of personal space’;
sufficient freedom of movement outside the cell and adequate out-of-cell activities’;
confinement in what is, when viewed generally, an appropriate detention facility’.
drie factorenleidt in de onderhavige zaak niet tot de conclusie dat de ‘
strong presumption’ van schending van artikel 4 Handvest is weerlegd.
eerstefactor houdt in dat de beperking van het aantal m2 ‘
personal space’ kort van duur, incidenteel en van ondergeschikte betekenis is. Gelet op de mogelijk langere detentieduur in het semi-open regime in de gevangenis in [plaats penitentiaire inrichting] , kan in elk geval niet worden geconcludeerd dat de beperking van de ‘
personal space’ kort van duur en incidenteel is. Toetsing aan de
tweedefactor kan tot de conclusie leiden dat de beperking van het aantal m2 gepaard gaat met voldoende bewegingsvrijheid buiten de cel, maar over de
derdefactor, kort gezegd dat de detentieomstandigheden voor het overige ‘
appropriate’ zijn, biedt de door de Roemeense autoriteiten verstrekte informatie onvoldoende duidelijkheid.
strong presumption’ van onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden in de gevangenis in [plaats penitentiaire inrichting] is dus niet weerlegd. De conclusie moet dan ook zijn dat de door de Roemeense autoriteiten verstrekte informatie het vastgestelde reële gevaar van een onmenselijke of vernederende behandeling niet uitsluit.