Op 3 mei 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van 142 kilo cocaïne, het medeplegen van het bezit van vuurwapens en het witwassen van een geldbedrag van ongeveer 135.335 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 13 september 2016 in Amsterdam, samen met een medeverdachte, opzettelijk cocaïne en wapens van categorie III voorhanden heeft gehad. Tijdens een doorzoeking in de woning van de verdachte werden de cocaïne, drie vuurwapens en het geldbedrag aangetroffen. De verdachte heeft ontkend kennis te hebben van de cocaïne en het geld, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid bij de criminele activiteiten. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het bezit van vuurwapens, maar sprak hem vrij van het witwassen van het geldbedrag, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij handelingen had verricht om de criminele herkomst van het geld te verbergen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar en 6 maanden.