ECLI:NL:RBAMS:2017:2846

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 april 2017
Publicatiedatum
28 april 2017
Zaaknummer
CV EXPL 16-6121
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inroepen van bankgarantie en onrechtmatigheid van handelen door verhuurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 3 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Uw Zekerheid B.V. en de besloten vennootschap Bouwstad B.V. met betrekking tot de inroep van een bankgarantie. De eiseres, Uw Zekerheid B.V., vorderde een verklaring voor recht dat Bouwstad en haar bestuurder onrechtmatig hebben gehandeld door de bankgarantie in te roepen. De achtergrond van de zaak betreft een huurovereenkomst tussen Uw Toetscentrum V.O.F. en Bouwstad, waarbij een bankgarantie van € 8.400,00 was afgegeven als waarborg voor de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. De huurovereenkomst was ontbonden door een eerdere uitspraak van de kantonrechter in de Rechtbank Midden-Nederland, en er was een huurachterstand ontstaan.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Bouwstad op het moment van inroepen van de bankgarantie, op 31 juli 2015, niet onrechtmatig heeft gehandeld. De rechter oordeelde dat Bouwstad redelijkerwijs kon aannemen dat de vordering op Uw Toetscentrum gerechtvaardigd was, ondanks dat er later bleek dat er teveel was betaald. De rechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat Bouwstad wist of moest weten dat de vordering ongegrond was. De vorderingen van Uw Zekerheid B.V. zijn afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder een bankgarantie kan worden ingeroepen en de verantwoordelijkheden van partijen in een huurovereenkomst. De rechter heeft geoordeeld dat de inroep van de bankgarantie niet onrechtmatig was, en dat de vorderingen van de eiseres niet konden worden toegewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 4834085 CV EXPL 16-6121
vonnis van: 3 april 2017
fno.: 8622

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Uw Zekerheid B.V.

gevestigd te Lelystad
eiseres
nader te noemen: Uw Zekerheid
gemachtigde: mr. J.A.M. van de Sande
t e g e n

1. de besloten vennootschap Bouwstad B.V.

gevestigd te Mijdrecht
nader te noemen Bouwstad

2. [gedaagde 1]

wonende te [plaats]
nader te noemen [gedaagde 1]
gedaagden
gemachtigde: mr. R.M. Berendsen

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

In het dossier bevinden zich:
- de dagvaarding van 12 februari 2016 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 30 mei 2016
- de conclusie repliek met producties,
- de conclusie van dupliek met producties,
- de akte uitlating producties.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
Tussen Uw Toetscentrum V.O.F. (verder: Uw Toetscentrum) als huurder en Bouwstad als verhuurder is op 29 augustus 2013 een huurovereenkomst gesloten ter zake de bedrijfsruimte aan [straat] te [plaats] , met als ingangsdatum 1 januari 2013. Voordien bestond tussen partijen ook al een huurovereenkomst. [gedaagde 1] is enig bestuurder van Bouwstad. De aanvangshuur bedroeg volgens de huurovereenkomst € 2.475,66 inclusief BTW per maand. Het voorschot voor bijkomende leveringen en diensten bedroeg
€ 434,35 per maand.
1.2.
Op de huurovereenkomst zijn algemene bepalingen van toepassing, waarin onder meer is bepaald:
Bankgarantie12.1 Als waarborg voor de juiste nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst zal huurder bij ondertekening van de huurovereenkomst aan verhuurder afgeven een bankgarantie overeenkomstig een door verhuurder aangegeven model ter grootte van een in de huurovereenkomst weergegeven bedrag gerelateerd aan de betalingsverplichtingen van huurder aan verhuurder. (…)
In de huurovereenkomst staat onder meer:
4.6 De vergoeding die huurder verschuldigd is voor door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten wordt bepaald overeenkomstig 16 algemene bepalingen. Op deze vergoeding wordt een systeem van voorschotbepalingen met latere verrekening toegepast, zoals daar is aangegeven.(…)6. Het in 12.1 algemene bepalingen bedoelde bedrag van de bankgarantie wordt bij deze tussen partijen vastgesteld op € 8.400,00, zegge: achtduizendvierhonderd euro.
1.3.
Bij vonnis van 18 maart 2015 heeft de kantonrechter in de Rechtbank Midden-Nederland de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en de huurprijs vanaf 28 mei 2014 tot de dag van ontbinding verlaagd met € 1.075,73 inclusief BTW per maand.
1.4.
Op 29 juli 2015 heeft Bouwstad per e-mail aan Uw Toetscentrum laten weten:
rekening houdend met het vonnis is Uw Toetscentrum v.o.f. vanaf 28 mei 2014 tot en met de ontbinding van de huurovereenkomst op 18 maart 2015 een bedrag verschuldigd van (…) € 19.196,29. Over deze periode is (…) in rekening gebracht (…) € 30.288,31. Op 31 maart 2015 had Uw Toetscentrum v.o.f. openstaande facturen onbetaald staan ter grote van € 6.908,63. (…) Voor de periode na de beëindiging van de huurovereenkomst, 19 maart 2015 tot en met 31 juli 2015, is uw cliënt een gebruiksvergoeding verschuldigd voor het gebruik van deze ruimte van € 13.259,35 (…). Per saldo is Uw Toetscentrum v.o.f. aan Bouwstad per 31 juli 2015 een bedrag verschuldigd van € 9.075,97 (…). Tevens merken wij op dat wij voor uw cliënt de jaarafrekeningen van het voorschotten op de servicekosten aan het opstellen zijn. Uit deze jaarafrekeningen zullen voor uw cliënt nabetalingen voortkomen. (…) voorts vraagt u om het retourneren van de bankgarantie van uw cliënt. Gezien de verplichtingen die uw cliënt aan ons nu nog verschuldigd is en wordt kunnen wij deze thans niet retourneren.
1.5.
Op 31 juli 2015 heeft Bouwstad aan Uw Toetscentrum afrekeningen servicekosten verzonden voor de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014, ter hoogte van respectievelijk € 774,23, € 2.486,50, € 5.318,64 en € 1.938,54.
1.6.
Bouwstad heeft op 31 juli 2015 de door Uw Toetscentrum gestelde bankgarantie van € 8.400,00 uitgewonnen.
1.7.
Het gehuurde is op 20 augustus 2015 ontruimd door Uw Toetscentrum.
1.8.
Uw Toetscentrum heeft haar vordering(en) op Bouwstad gecedeerd aan Uw Zekerheid.

vordering en verweer

2. Uw Zekerheid vordert – kort gezegd – een verklaring voor recht dat Bouwstad en haar bestuurder [gedaagde 1] onrechtmatig hebben gehandeld, alsmede dat zij zullen worden veroordeeld tot terugbetaling van het bedrag van de bankgarantie, met rente, incassokosten en proceskosten.
3. Uw Zekerheid stelt daartoe dat Bouwstad ten onrechte – en dus onrechtmatig – de bankgarantie heeft ingeroepen. Niet Bouwstad had een bedrag tegoed van Uw Toetscentrum, maar het omgekeerde was het geval. Nu [gedaagde 1] wist dat Bouwstad het bedrag van de bankgarantie niet meer terug zou kunnen betalen, is hij persoonlijk aansprakelijk voor het inroepen van die bankgarantie.
4. Bouwstad voert verweer tegen de vorderingen. Op dat verweer zal bij de beoordeling, voor zover van belang, worden ingegaan.

beoordeling

5. De centrale vraag die beantwoord moet worden is of Bouwstad onrechtmatig gehandeld heeft door de bankgarantie in te roepen. Die vraag dient te worden beantwoord naar het moment van inroepen van de bankgarantie; 31 juli 2015. Waar het immers om gaat is of Bouwstad op dat moment wist of redelijkerwijs moest weten dat de door haar gestelde vordering op Uw Toetscentrum ongegrond was en zo heeft gehandeld in strijd met wat in het maatschappelijk verkeer betamelijk is.
6. Het op basis van de afrekeningen servicekosten verschuldigde speelt bij de beoordeling geen rol, nu deze afrekeningen pas zijn verzonden op de dag waarop de bankgarantie is ingeroepen. Wel staat vast dat Uw Toetscentrum vanaf het moment van ontbinding van de huurovereenkomst op 18 maart 2015 tot het moment van inroepen van de bankgarantie in het gehuurde verbleef zonder daarvoor te betalen. Op grond van artikel 7:225 BW mocht Bouwstad voor die periode uitgaan van de overeengekomen huurprijs als tegenprestatie voor het voortgezette gebruik, zoals zij heeft gedaan. Dat in dit geval ook een andere uitleg van genoemde bepaling mogelijk is, maakt niet dat de uitleg van Bouwstad niet verdedigbaar – en haar daarop gebaseerde handelen onrechtmatig – is. Dit geldt temeer nu Uw Toetscentrum zelf in de procedure die heeft geleid tot het vonnis van 18 maart 2015, heeft gevorderd de huur te verminderen tot aan de datum van ontbinding van de huurovereenkomst. Voorts heeft Uw Zekerheid niet betwist dat op 31 maart 2015 sprake was van een huurachterstand, zoals Bouwstad heeft gesteld in haar brief van 29 juli 2015. Anderzijds staat vast dat Uw Toetscentrum over de periode van 28 mei 2014 tot 18 maart 2015 teveel had betaald. Bouwstad heeft dat ook onderkend en een berekening gemaakt van het teveel betaalde bedrag, welk bedrag zij in mindering heeft gebracht op de volgens haar openstaande vorderingen. Nu Uw Toetscentrum haar verplichtingen tot betaling van de resterende openstaande vorderingen niet na kwam, kon Bouwstad in redelijkheid de bankgarantie inroepen. Onvoldoende is onderbouwd dat zij wist of moest weten dat de door haar gepretendeerde vorderingen onjuist waren.
7. Voor zover nu achteraf al geconcludeerd zou moeten worden dat het bedrag waarvoor Bouwstad de bankgarantie heeft ingeroepen niet (geheel) juist is, leidt dat niet tot de conclusie dat alsnog sprake is van onrechtmatig handelen. Wel zou dan mogelijk sprake zijn van een (gedeeltelijk) onverschuldigde betaling, maar dat is aan de vorderingen niet ten grondslag gelegd, nog daargelaten dat dan ook de overige geschilpunten (waaronder de servicekosten) tussen partijen weer in beeld komen.
8. Nu Bouwstad niet onrechtmatig heeft gehandeld, is van onrechtmatig handelen door [gedaagde 1] evenmin sprake.
9. De vorderingen zullen worden afgewezen. Uw Zekerheid zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Uw Zekerheid in de proceskosten, aan de zijde van Bouwstad begroot op € 500,00 aan salaris gemachtigde;
veroordeelt Uw Zekerheid tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en Uw Zekerheid niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 april 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.