Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[verzoeker 2],
[verzoeker 3],
[verzoeker 4],
1.[verweerder 1] ,
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties, ingekomen ter griffie op 10 januari 2017, en gewijzigd/aangevuld op 6 maart 2017;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van het verzoekschrift, gehouden op
- de (fax)brief van mr. Berendsen van 12 april 2017 met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal;
- de (fax)brief van mr. Hennis van 18 april 2017 met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
- [verweerder 1] (verweerder sub 1): voorzitter/penningmeester;
- [verzoeker 4] (verzoeker sub 4): penningmeester;
- [verzoeker 2] (verzoeker sub 2): voorzitter;
- [verzoeker 3] (verzoeker sub 3): secretaris.
- [verweerder 1] (verweerder sub 1);
- [verzoeker 4] (verzoeker sub 4);
- [verzoeker 2] (verzoeker sub 2);
Tegen dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld.
- [verweerder 1] (verweerder sub 1);
- [verzoeker 4] (verzoeker sub 4);
- [verzoeker 2] (verzoeker sub 2);
- [verweerder 1] (verweerder sub 1);
- [verzoeker 4] (verzoeker sub 4);
- [verzoeker 2] (verzoeker sub 2);
- [verzoeker 3] (verzoeker sub 3).
3.Het verzoek
II. [verzoeker 2] , [verzoeker 3] en [verzoeker 4] – voor zover vereist – voor de duur van het geding (of totdat de beslissing in de verzetprocedure in kracht van gewijsde is gegaan) te benoemen als bestuurders van de stichting ISMW, in de rollen van voorzitter, secretaris, respectievelijk penningmeester,
4.De beoordeling
- [verweerder 1] (verweerder sub 1);
- [verzoeker 4] (verzoeker sub 4);
- [verzoeker 2] (verzoeker sub 2); en
- [verzoeker 3] (verzoeker sub 3)
Een besluit tot (aanvulling en) wijziging van het bestuur is er niet. Het verweer van [verweerder 1] – dat hij op 18 april 2011 er vanuit moest en mocht gaan dat het bestuur van de Stichting ISMW werd gevormd door hem, [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] , en dat zij gezamenlijk rechtsgeldig tot statutenwijziging konden besluiten (omdat zij als bestuurders waren ingeschreven in het handelsregister) – gaat niet op. In het door [verweerder 1] in het geding gebrachte uittreksel uit het handelsregister van 19 april 2011 staat weliswaar vermeld dat naast hem [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] bestuurder zijn van de Stichting ISMW, maar [verweerder 1] mocht op de juistheid van deze inschrijving – anders dan hij betoogt – niet vertrouwen. Onduidelijk is hoe de inschrijving van deze ‘bestuurders’ – die volgens het uittreksel in functie zouden zijn getreden in november en december 2000 en januari 2001) – tot stand is gekomen. [verweerder 1] heeft immers geen bestuursbesluit in het geding gebracht, waaruit blijkt dat het bestuur sinds (eind) november 2000 rechtsgeldig is gewijzigd (zie ook r.ov. 3.6.4. van het arrest van het hof, hiervoor onder 2.19).
hangende het onderzoek(in het kader van het eerste lid: ontslag van de bestuurder) voorlopige voorzieningen in het bestuur kan treffen en de bestuurder kan schorsen. De subsidiaire verzoeken zien daaraan voorbij waar zij voorzieningen beogen
totdat de beslissing in de verzetprocedure in kracht van gewijsde is gegaan. De verzoeken tot het treffen van voorlopige voorzieningen kunnen ook niet worden toegewezen als de rechtbank thans (ten gronde) beslist [verweerder 1] te ontslaan.
5.De beslissing
- [verzoeker 2] : voorzitter;
- [verzoeker 3] : secretaris;
- [verzoeker 4] : penningmeester,
16 november 2017voor uitlating partijen,